2.3 persoonlijkheidsstoornissen Flashcards
(10 cards)
Wat is de beknopte algemene DSM-5 defenitie van peroonlijkheidsstoornissen?
Een duurzaam patroon van ervaringen dat afwijkt van de verwachting binnen een cultuur. En zorgt voor lijdensdruk
Wat is de prevalentie van persoonlijkheidsstoornissen onder ouderen?
8% van ouderen in de algemene bevolking
Welke persoonlijkheidsstoornissen vallen onder cluster A van persoonlijkheidsstoornissen?
Paranoide, wantrouwn naar anderen
Schizoide, afstandelijk in sociale relaties
Schizotypische, afstandelijk in sociale relaties en wantrouwen naar anderen.
Hoe uit een cluster A persoonlijkheidsstoornis zich bij ouderen, en hoe is het verloop in de klachten?
Ouderen laten niet veel mensen toe en weigeren eerder zorg. Achterdocht en psychotische beleving kunnen toenemen door verminderde cognitieve functies.
Wat valt onder de cluster B persoonlijkheidsstoornissen?
Antisociaal, schending van rechten van anderen
Borderline, insabiele relaties
Histronische, vraagt veel aandacht
Narcisitsche, behoefte aan bewondering
Hoe veranderen de klachten van de cluster B persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen?
Borderline, neemt impulsiviteit af
Antisociale, is minder nonverbale agressie aan de orde
Narcisme, gaan van onovertroffen held naar vermoeide held
Histronische, vragen buitensporig veel aandacht
Welke cluster C persoonlijkheidsstoornissen zijn er?
Vermijdende, geremd in gezelschap
Afhankelijke, angstig om in de steek gelaten te worden
Dwangmatige, preoccupatie met ordelijkheid
Hoe veranderen de klachten van cluster C persoonlijkheidstoornissen als mensen ouder worden?
Vermijdend, angsten nemen toe
Afhankelijke, doen een claimend beroep op de omgeving
Dwangmatig, kan omslaan naar vergeet fobie, overtuigd erg vergeetachtig te zijn
Wat wordt verstaan onder de catagorie andere persoonlijkheidsstoornissen?
Dan wordt niet voldaan aan een specifiek beeld, maar wel aan algemene criteria. Kan ook door een somatische aandoening zijn.
Wat zijn laat ontstane persoonlijkheidsstoornis?
Dan slaan persoonlijkheidstrekken op latere leeftijd om naar algemene criteria van persoonlijkheidsstoornissen. Door niet goed kunnen aanpassen op verlies partner, of naar een verzorgingstehuis.