2.2 dementie Flashcards

(11 cards)

1
Q

Wanneer wordt dementie vastgesteld?

A

Bij cognitieve of gedragsmatige symptomen die:
Invloed hebben op dagelijkse leven
Duidelijk zijn afgenomen met een eerder niveau van functioneren.
Niet verklaard worden door andere stoornissen
Minimaal 2 cognitieve domeinen betreffen (taal, executieve functies)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de reden dat de DSM tegenwoordig spreekt van een ernstige NCS?

A

De term dementie werkt te stigmatiserend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke domeinen van NCS worden onderscheiden?

A

Complexe aandacht, uitvoerende functies, geheugen, taal, motorische funcites.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de meest voorkomende oorzaak van dementie?

A

De ziekte van alsheimer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de belangrijkste risicofactore van dementie?

A

Leetijd. Boven de 80 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe beschrijft de zorgstandaard dementie de ideale zorg voor dementie?

A

De huisarts is verantwoordelijk voor medische zorg, daarnaast krijgt iedereen een case manager die overige zorg en welzijn regelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is kenmerkend voor het leven als mensen in aanraking komen met dementie?

A

Het is een onzekere periode waarin er vaak niet veel over wordt gesproken. Als de diagnose bekend is, is er steeds aanpassing nodig aan het leven door het progressieve karakter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat wordt genoemd als de adaptieve taken van Dröes e.a. (2015) waarmee mensen met dementie te maken krijgen?

A

Omgaan met beperkingen in het dagelijks leven,
Behoud van emotioneel evenwicht
Behoud van positieve zelfwaardering
Onderhouden van sociale contacten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom moet psychologische hulp bij dementie gericht zijn op de client en de mantelzorgers?

A

De mantelzorgers maken een rolwisseling door, waarin zij moeten gaan zorgen voor iemand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is persoonsgerichte zorg voor mensen met dementie?

A

De standaard van zorg waarin aangesloten wordt op persoonlijke wensen en behoefte van de client.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke psychologische behoeften onderscheid Kitwood (1997) voor mensen met dementie?

A

Behoefte aan liefdevolle aadacht
Veiligheid en vertrouwdheid
Troost en steun
Sociale inclussie
Participatie
Behoud van identieit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly