3. Circulatie Flashcards

(117 cards)

1
Q

Wat is de overgang van foetale naar postnatale circulatie?

A

De transitionele circulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer gebeurt de transitionele circulatie?

A

De meeste veranderingen spelen zich af tijdens de eerste uren tot 2 à 3 dagen postnataal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke structuren sluiten door spasme van de vaatwand?

A
  • Twee arteriae umbilicalis
  • Vena umbilicalis
  • Ductus venosus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de functie van de ductus arteriosus in het foetale leven?

A

Verbinding tussen de arteria pulmonalis en de aorta descendens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom is het cruciaal dat de ductus arteriosus op tijd sluit?

A

Vroegtijdige sluiting kan aanleiding geven tot intra-uteriene dood, laattijdige sluiting gaat gepaard met een grote shunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de belangrijkste prikkels voor de sluiting van de ductus arteriosus?

A
  • Toename van de zuurstofsaturatie
  • Daling van de hoeveelheid prostaglandines
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de gemiddelde zuurstofsaturatie (SaO2) van een foetus intra-uterien?

A

65%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurt er met de zuurstofsaturatie (SaO2) na de geboorte?

A

Stijgt tot boven de 90% na 2 tot 3 ademhalingsbewegingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurt er met de circulerende prostaglandines kort na de geboorte?

A

Er treedt een spectaculaire daling op

Enerzijds valt de grootste producent van prostaglandines weg (placenta), anderzijds treedt de meest efficiënte filter voor prostaglandines in actie (longen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de gevolgen van de daling van prostaglandines voor de ductus?

A

Spasme van de vaatwand van de ductus venosus en ductus arteriosus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe sluit de ductus van Botalli?

A

Door spasme en trombose intra-vasculair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurt er met de longen onmiddellijk na de geboorte?

A

De alveoli dienen zich in enkele seconden te ontplooien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurt er met het foetale longvocht na de geboorte?

A

Het wordt binnen enkele minuten grotendeels geabsorbeerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het effect op de pulmonaalvasculaire weerstand na de geboorte?

A

Exponentiële daling van de pulmonaalvasculaire weerstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat laat het foramen ovale toe in de intra-uteriene circulatie?

A

Bloedstroming van het rechter naar het linker atrium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom blijft het foramen ovale intra-uterien open?

A

Omdat de druk in het rechter atrium iets groter is dan in het linker atrium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat gebeurt er met de druk in het linker atrium na de geboorte?

A

De druk in het linker atrium wordt hoger dan in het rechter atrium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe lang duurt het meestal voordat het foramen ovale volledig sluit bij baby’s?

A

Binnen de eerste 2 à 3 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn de belangrijkste vitale functies van het lichaam?

A

De circulatie samen met de ademhaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken van stoornissen in de circulatie?

A

Congenitale hartafwijkingen of verworven aandoeningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat betekent hemodynamische bewaking?

A

Bewaking van de centrale circulatie (hart en arteriële systeem) en van de perifere circulatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Noem een aantal specifieke observaties die horen bij hemodynamische bewaking.

A

Specifieke observaties zijn:
* Hartfrequentie
* Bloeddrukmeting
* Capillaire refill
* Kleur
* Temperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is de normale basale hartfrequentie bij een pasgeborene?

A

Tussen de 110 en 150 slagen per minuut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Hoe verandert de hartfrequentie bij jongere baby’s?

A

Hoe jonger de baby, hoe hoger de hartslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is slagvolume?
De hoeveelheid bloed die per hartslag uit het hart wordt gepompt
26
Waarom kunnen neonaten hun slagvolume niet goed veranderen?
Myocardcellen en spiervezels hebben nog weinig rekcapaciteit
27
Wat is cardiac output?
hoeveelheid bloed die per minuut door iedere hartkamer wordt uitgepompt
28
Wat gebeurt er als de cardiac output te laag is bij een baby?
De baby kan dit niet compenseren door zijn slagvolume te vergroten, maar enkel door de frequentie te verhogen
29
Wat kan er gebeuren bij een te lage cardiac output?
De organen kunnen in de problemen raken door een verminderde perfusie
30
Waarom zijn perifere pulsaties minder goed voelbaar?
Door de lage bloeddruk
31
Waar zijn perifere pulsaties wel voelbaar?
Bij de a. brachialis, a. femoralis, a. temporalis
32
Waarom mag je nooit de a. carotis palpateren bij een baby?
Vanwege anatomie en mogelijke prikkeling van de nervus vagus
33
Hoe kan de hartfrequentie hoorbaar gemaakt worden?
Met een stethoscoop links van het midden op de borstkas
34
Welke apparaten kunnen gebruikt worden om de hartfrequentie te registreren?
Cardiorespiratoire monitor of pulse-oxymeter
35
Waar is de hartfrequentie zichtbaar?
T.h.v. de fontanel
36
Hoe lang moet je de hartfrequentie tellen voor een nauwkeurige observatie?
Minimaal 30 seconden
37
Waarvan kunnen de normale waarden van de hartfrequentie afhankelijk zijn?
Van de leeftijd en de algemene toestand
38
Waarvoor dient tachycardie?
Een compensatiemechanisme om de cardiac output in stand te houden.
39
Bij welke hartslag spreken we van tachycardie bij een à term neonaat?
> 150/’
40
Bij welke hartslag spreken we van tachycardie bij neonaten met meer dan 26 zwangerschapsweken?
> 180/’
41
Wat kan er gebeuren als er niet tijdig wordt ingegrepen bij tachycardie?
De tachycardie kan omslaan in bradycardie door uitputting.
42
Noem enkele oorzaken van tachycardie.
* Compensatiemechanisme (bijvoorbeeld bij shock) * Aangeboren hartafwijking * Medicatie * Pijn * Huilen * Koorts
43
Wat is de taak van de vroedvrouw bij tachycardie?
* Observatie * Indien mogelijk oorzaak wegnemen * Overleg met arts * Rapporteren
44
Wat is bradycardie voor een à terme neonaat?
< 80/'
45
Wat is bradycardie voor een baby van meer dan 34 zwangerschapsweken?
< 90/'
46
Wat is bradycardie voor een baby van minder dan 34 zwangerschapsweken?
< 100/'
47
Wat gebeurt er bij bradycardie met de cardiac output?
De cardiac output komt in gevaar → Dit kan leiden tot verminderde contractiliteit van het hart. → nog minder cardiac output ...
48
Wat kan een langdurige bradycardie veroorzaken?
Asystolie
49
Wat is de actie die moet worden ondernomen bij een hartslagfrequentie lager dan 60/'?
**Hartmassage** starten
50
Wat is een veelvoorkomende oorzaak van bradycardie bij premature baby’s?
Inadequate ademhaling
51
Wat moet er gebeuren als er meer dan 1 bradycardie per uur optreedt?
Zuurstoftoediening starten
52
Wat moet er gebeuren als de bloeddruk goed blijft bij een baby met bradycardie?
Afwachtende houding aannemen ## Footnote Maar de baby moet nauwkeurig geobserveerd worden.
53
Noem enkele oorzaken van bradycardie.
* Vagale prikkeling (aspiratie, braken, inbrengen maagsonde, …) * door apnoe * aangeboren afwijking (bijv. niet werken sinusknoop) * algemene slechte toestand * net na de voeding (gastro-oesofagale reflux) * te diep aspireren * hypothermie * diepe slaap * verstoorde mineralenhuishouding * infectie * medicatie (zowel intra-uterien als postnataal)
54
Wat zijn enkele symptomen die geobserveerd moeten worden bij een baby met bradycardie?
* Hoe laag? * Hoe lang? * Gedrag baby (suf, lusteloos) * Te lage temperatuur? ## Footnote Deze observaties zijn cruciaal voor de beoordeling.
55
Wat de taak van een vroedvrouw bij bradycardie?
* Observatie * Tactiele pikkel toedienen * Indien mogelijk oorzaak wegnemen * Overleg met arts * Rapporteren
56
Wat zijn de oorzaken van ritmestoornissen?
* Diepe veneuze katheter in voorkamer, * slechte algemene toestand, * bepaalde medicatie
57
Wat is asystolie?
Een toestand waarbij er geen elektrische activiteit van het hart is
58
Noem twee oorzaken van asystolie.
* Hyperkaliëmie * Pneumothorax
59
Wat geeft de bloeddruk informatie over?
De **vullingstoestand** van de vaten, de **cardiac output** en de perifere **vaatweerstand**.
60
Waarom is het volgen van de bloeddruk belangrijk bij neonaten?
Het geeft een idee over de **hemodynamische conditie** van de neonaat.
61
Bij welke neonaten wordt het meten van de bloeddruk aangeraden? Noem drie voorbeelden.
* Prematuren < 32 weken * Ernstig zieke neonaten * Neonaten met longproblemen
62
Wat betekent SBP?
Systolic blood pressure
63
Wat betekent DBP?
Diastolic blood pressure
64
Wat betekent MAP?
Mean arterial pressure ## Footnote Polsdruk, gemiddelde arteriële druk
65
Waar hangt de mean arterial pressure (MAP) van af?
Afhankelijk van: * Slagvolume * Stugheid van de centrale arteriën * Perifere vaatweerstand
66
Wat meet de MAP?
De **perfusiedruk** in het arteriële systeem
67
Wat is de klassieke methode voor het meten van bloeddruk?
Riva Rocci methode met stethoscoop en kwikmanometer ## Footnote Deze methode is **niet geschikt voor neonaten** door lage bloeddruk.
68
Wat is een betere methode voor het meten van bloeddruk bij neonaten?
**Oscillometrische** methode ## Footnote Hierbij wordt de bloeddruk gemeten met een manchet en een monitor.
69
Wat kan er gebeuren als de neonaat veel beweegt tijdens de bloeddrukmeting?
Er kunnen storingen optreden
70
Wat is de juiste manchetbreedte voor een correcte bloeddrukmeting?
2/3 van de lengte van de bovenarm of onderbeen
71
Waar mag de manchet niet worden aangebracht?
Aan het lidmaat waar er een infuus is aangebracht
72
Wat moet er regelmatig gebeuren met de manchet?
Regelmatig **verplaatst** worden ## Footnote Cave drukplekken
73
Wat is invasieve bloeddrukmeting?
Invasieve bloeddrukmeting wordt uitgevoerd d.m.v. een arteriële katheter.
74
Hoe wordt de bloeddruk afgelezen bij invasieve meting?
Via een tussengeschakelde transducer op de monitor.
75
Noem enkele voordelen van invasieve bloeddrukmeting.
* De meting is direct en betrouwbaar. * Continue registratie. * Directe registratie op de therapie en medicatie. * Makkelijk bloedafnames
76
Wat zijn nadelen van invasieve bloeddrukmeting?
* kans op infecties en sepsis door de aanwezigheid van arteriële katheters * kans op bloedingen * kans op trombosevorming
77
Bespreek de onderdelen van de arteriële drukcurve
**A** = het **uitstoten** van bloed door het linker ventrikel **B** = de **systolische** bloeddruk **C** = het ventrikel bevindt zich in de **eindsystolische** fase en gaat zich ontspannen (diastole); een kleine hoeveelheid bloed loopt terug naar het ventrikel **D** = “**dicrotic nodge**”, het terugstromende bloed naar het ventrikel sluit de aortaklep. Er ontstaat wat weerstand met een kortstondige drukverhoging. De kransslagaders worden voorzien van bloed. **E** = de **diastolische** fase, de druk daalt verder en het bloed stroomt verder naar het perifere arteriële systeem. **F** = de **diastolische** bloeddruk, het laagst gemeten punt.
78
Wat is een normale bloeddrukwaarde bij de neonaat/premature afhankelijk van?
De zwangerschap, geboortegewicht, postnatale leeftijd
79
Waarom is het moeilijk om ‘normale bloeddrukwaardes’ te omschrijven bij VLBW baby's?
Omdat het belangrijk is om een **totale observatie** te doen van de neonaat en de bloeddruk in rekening te houden met andere parameters
80
Normale bloeddruk voor prematuren? Ongeveer een idee van hebben, niet vanbuiten!
81
Wat is een risico van hypertensie bij neonaat?
Hersenbloeding en nierfunctieverlies
82
Wat zijn mogelijke oorzaken van hypertensie?
* **medicatie**: bijv. Dopamine, Dobutrex * **stress** * trombose van de arteria renalis (meestal complicatie van een arteriële navelkatheter) * **pijn** * het opnieuw open gaan van de ductus van Botalli * **nierafwijkingen** * hormonale afwijkingen * coarctatio aortae * **overvulling**
83
Wat doe je als vroedvrouw bij hypertensie?
* stress wegnemen * troosten * fopspeentje geven * ev., in samenspraak met arts, bloeddrukondersteunende medicatie of * diuretica * regelmatige controle
84
Wat gebeurt er bij hypotensie met de bloedverdeling?
Het bloed wordt herverdeeld naar de vitale organen ten koste van andere organen
85
Wat kan er ontstaan door bloeddrukschommelingen?
Hersenbloedingen
86
Wat is een algemeen gevolg van aanhoudende daling van de bloeddruk?
Algemeen zuurstoftekort
87
Geef enkele oorzaken van hypotensie
* ondervulling * slechtere algemene toestand * sepsis * shock * hersenbloeding * andere massieve bloeding (moet niet veel zijn bij kleine baby) * pneumothorax * hypoxie * kan ook perinataal ontstaan (solutio placenta, navelstrengruptuur, …)
88
Wat doe je als vroedvrouw igv hypotensie?
* ev., in overleg met arts, **vullen** dmv. NaCl 0,9%, dopamine starten of verhogen * ev. **afwachten**, maar dit hangt af van de andere parameters * regelmatig **controle** (eerste uur om de 5’)
89
Wat is de capillaire refill?
De tijd die nodig is voor de leeggedrukte capillairen om zich opnieuw met bloed te vullen.
90
Welke kleur heeft de huid van vingers of teentjes normaal gesproken?
Lichtroze.
91
Wat gebeurt er met de huidkleur bij het indrukken van de uiteinden van de vingers of tenen?
De kleur verandert in wit.
92
Hoe snel moet de lichtroze kleur terugkeren na het loslaten van de huid?
Direct.
93
Wat is de normale capillaire refill tijd?
2 tot 3 seconden.
94
Wat wijst op een slechte perifere circulatie?
Een capillaire refill van meer dan 3 seconden.
95
Waarop wijst een slechte capillaire refill?
Vasoconstrictie
96
Noem drie andere parameters die wijzen op circulatoire insufficiëntie.
* Stijging van de deltatemperatuur * Blekere huid * Verhoging van de hartfrequentie.
97
Wat moet er gebeuren om de resultaten van de capillaire refill goed te kunnen interpreteren?
De baby mag niet onderkoeld zijn, de omgevingstemperatuur moet neutraal zijn en de postnatale acrocyanose moet verdwenen zijn.
98
Wat is de normale kleur van een à terme neonaat?
Rozerood
99
Waarom is een premature baby roder van kleur?
Door het ontbreken van het onderhuids vetweefsel en de dunnere huid
100
Welke informatie biedt de huidskleur samen met de capillaire refill?
Informatie over de perifere circulatie
101
Wat zijn afwijkende huidskleuren bij een neonaat?
* Cyanose * Bleek * Gemarmerd * Icterisch * Rood * Harlekijnsyndroom
102
Wat kan cyanose bij een neonaat aangeven?
* Apnoe * Pneumothorax * Cardiopathie * O2 tekort
103
Wat kan een bleke huidskleur bij een neonaat betekenen?
* Laag Hb-gehalte * Infectie/sepsis * Pijn * Bloedverlies
104
Wat kan een gemarmerde huidskleur bij een neonaat veroorzaken?
* Sepsis * Afkoeling * Pneumothorax
105
Wat is een mogelijke oorzaak van een icterische huidskleur?
* Hyperbilirubinemie * Cholestase
106
Wat kan een rode huidskleur bij een neonaat duiden?
* Hyperthermie * Hoog Hct (polycythemie)
107
Wat is het harlekijnsyndroom?
Een toestand waarbij een pasgeborene aan één zijde sterk rood verkleurt terwijl de andere zijde de normale kleur behoudt
108
Is het harlekijnsyndroom pathologisch?
Nee, het is van voorbijgaande aard en heeft geen pathologische betekenis
109
Wat is de rol van saturatiemeting als screening op materniteit?
Het biedt een zinvolle stap in de vroegtijdige detectie van congenitale hartafwijkingen
110
Wanneer sluit de ductus arteriosus meestal?
In de eerste vijf dagen na de geboorte.
111
Wat zijn de gevolgen van een baby met cardiopathie bij het sluiten van de ductus?
De baby kan acuut achteruitgaan in de thuissituatie.
112
Wat toont een lage saturatie of een verschil in saturatie tussen de rechter hand en de voet aan?
De aanwezigheid van een shunt over de ductus
113
Wat wordt geïdentificeerd door saturatiescreening?
7 specifieke hartafwijkingen
114
Bij welke waarden is er opvolging van de pediater nodig?
* Saturatie <90% bij éénmalige meting * Saturatie <95% bij een totaal van 3 metingen * Verschil bij pre- en postductale saturatie van >3%
115
Wanneer kan het meten van saturatiewaarden resulteren in een verbeterde detectie van cardiale afwijkingen?
Binnen de 24 uur na de geboorte.
116
Wat is een nadeel van het meten van saturatie binnen de 24 uur na de geboorte?
Er zullen meer vals positieven zijn door de onvoltooide transitie van de foetale naar de neonatale circulatie.
117
Wat gebeurt er wanneer de saturatiebepaling na 24 uur wordt gedaan?
Er zal een daling zijn van de vals positieven. Maar anderzijds kunnen de symptomen van de aangeboren hartafwijking snel verslechteren wanneer de ductus arteriosus sluit