3B1 week 1 HC 1 & 5 Neurologische problematiek Flashcards

1
Q

Welke soorten beloop van neurologische klachten zijn er?

A
  • Peracuut (uren): vasculair
  • Acuut (dagen): ontsteking, infectie
  • Subacuut (maanden): tumor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke soorten presentatie van neurologische klachten zijn er?

A
  • Chronisch: degeneratief (parkinson)
  • Exacerbaties: vasculair (CVA), inflammatoir (MS)
  • Paroxysmaal: epilepsie, migraine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke soorten MRI sequenties zijn er?

A
  • T1 gewogen: vocht zwart, vetweefsel wit
  • T2 gewogen: vocht wit, vetweefsel donker
  • T2 flair: vocht zwart, hersenen grijs, ontsteking wit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn kenmerken van MS?

A
  • Jonge vrouwen
  • Geleidelijk progressief
  • Witte laesies in hersenen
  • IgG banden in liquor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het verschil tussen parese en paralyse?

A
  • Parese: verzwakt
  • Paralyse: volledig verlamd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn kenmerken van centrale verlamming?

A
  • Geen/late atrofie
  • Verhoogde tonus
  • Verhoogde reflexen
  • Babinski voetzoolreflex (extensie grote teen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn kenmerken van perifere verlamming?

A
  • Atrofie
  • Verminderde tonus
  • Verminderde reflexen
  • Normale voetzoolreflex (flexie grote teen)
  • Aanwezige fasciculaties (bij voorhoornlesie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn visuele extinctie en neglect?

A
  • Extinctie: wel zien, niet verwerken
  • Neglect: voorkeur voor waarneming 1 kant gezichtsveld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het onderscheid tussen centrale en perifere facialeparese?

A
  • Centraal: hangende mondhoek
  • Perifeer: onvermogen oog te sluiten (geen ipsilaterale compensatie mogelijk)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is saturday night palsy?

A

Letsel van de nervus radialis door compressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is vaak de oorzaak van afasie?

A

Schade in gebied van Broca: linker hemisfeer, gyrus frontalis inferior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het gevolg van letsel in het mesencephalon?

A

Uitval nervus oculomotorius en pyramidebaan
-> dubbelzien, ptosis en hangend ooglid (homolateraal)
-> verlamming lichaamshelft (contralateraal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het gevolg van letsel in het cerebellum?

A
  • Onduidelijke spraak
  • Stuurloosheid lichaamshelft (homolateraal)
  • Nystagmus, dysartrie en ataxie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn gevolgen van een complete dwarslaesie?

A
  • Krachtverlies / verlamming
  • Gevoelloosheid
  • Levendige reflexen, pathologische voetzoolreflex
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke afwijkingen treden contralateraal of ipsilateraal op?

A
  • Contra: homonieme hemianopsie, blikverlamming, deel stoornissen gnostische sensibliteit
  • Ipsi: parese gelaat, extremiteitsataxie, stoornis vitale sensibiliteit, deel gnostische sensibiliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly