3B1 week 1 ZO 2 & VO 1 Anatomie Flashcards

1
Q

Wat zijn de belangrijkste gyri en sulci van de hersenen?

A
  • Sulcus centralis (overgang frontaal naar parietaal)
  • Sulcus calcarina (occipitaal kwab)
  • Sulcus lateralis (met insula)
  • Fissura longitudinalis (scheiding hemisferen)
  • Sulcus parietoccipitalis (overgang parietaal naar occipitaal)
  • Gyrus cinguli (boven laterale ventrikel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waaruit bestaat de hersenstam?

A

Mesencephalon, pons en medulla oblongata

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke vliezen omgeven de hersenen van binnen naar buiten?

A
  • Pia mater: in sulci
  • Arachnoidia: granulatoines, trabekels, bloedvaten en liquor
  • Dura mater: vergroeid met periost, a. meningea media via foramen spinosum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke plooien maken de hersenvliezen (dura mater)?

A
  • Falx cerebri: tussen hemisferen (met sinus sagittalis superior en inferior)
  • Tentorium cerebelli: tussen cerebrale schors (met sinus rectus en transversus)
    -> komen samen in confluens sinuum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn kenmerken van hersenliquor?

A
  • Productie door plexus choroideus
  • Bloedhersenbarriere, bescherming en drukverdeling
  • Afvoer via arachnoidale villi en sinus sagitallis superior
  • Ruimtes genaamd cisternen (lumbalis, magna, pontis, interpeduncularis)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waaruit bestaat de bloedvoorziening van de hersenen?

A
  • 2x a. vertebralis -> a. basilaris -> 2x a. cerebri posterior
  • 2x a. carotis interna -> a. cerebri media & a. cerebri anterior -> a. cerebri communicans anterior en posterior
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe verloopt de veneuze bloedafvoer?

A

Ankervenen -> sinus sagitallis superior -> 2x sinus transversus -> sinus sigmoideus -> vena jugularis interna

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat ontstaat er uit het telencephalon?

A
  • Cerebrale schors
  • Basale kernen
  • Amygdala
  • Septum pellucidum
  • Fornix
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat ontstaat er uit het diencephalon?

A
  • Thalamus
  • Hypothalamus
  • Foramen interventricularis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat ontstaat er uit het mesencephalon?

A
  • Colliculus superior en inferior
  • Substantia nigra in pedunculus cerebri
  • Aquaductus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat ontstaat er uit het metencephalon?

A
  • Pons
  • Cerebellum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat ontstaat er uit het myelencephalon?

A
  • Pyramidebaan
  • Oliva inferior
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de basale kernen?

A
  • Stratium: nucleus caudatus en putamen (scheiding door capsula interna)
  • Globus pallidus: interna en externa
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de fornix?

A

Vezelbundel van hippocampus naar hypothalamus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waaruit bestaat het cerebellum?

A
  • Vermis: middendeel
  • Tonsillen: overgang medulla naar ruggenmerg (foramen magnum)
  • Flocculus: verbinding met pons (vestibulo oculaire reflex)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kan de innervatie van de hersenvliezen worden ingedeeld?

A
  • Parietaal: arachnoidia en dura door nervus trigeminus
  • Visceraal: pia mater (geen gevoel)
17
Q

Welke stoffen kunnen de bloed-hersen barriere (endotheelcellen met tight junction) passeren?

A

Lipofiele stoffen, met als uitzonderingen
- Glucose (actief transport)
- Phenytoine (eiwit binding in bloed