6. Prenatale opvolging Flashcards

(184 cards)

1
Q

Hoeveel geboortes in België?

A

125.000 per jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is belangrijk voor een goede zwangerschapsuitkomst?

A
  • Permanente prenatale zorg
  • met tijdige identificatie
  • en aanpak van risicofactoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

KCE?

A

= Federaal Kenniscentrum voor Gezondheidszorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke belangrijke richtlijnen schreef het KCE neer?

A

Klinische richtlijn voor prenatale zorg:
1. Schema prenatale bezoeken
2. Klinische onderzoeken
3. Technische onderzoeken
4. Bloedanalyse
5. Screening infecties
6. Screening klinische problemen bij de moeder
7. Screening specifieke zwgerelateerde risico’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het doel van het prenataal verloskundig dossier?

A
  • opvolging fysiologische zwangerschappen
  • risicoselectie
  • continuïteit van de zorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat heeft het WHO te zeggen over prenatale zorg?

A

Ze stelden de beginselen van perinatale zorg voor in ‘98.
“Zwangerschap is een natuurlijk proces in het leven. Vrouwen moeten de noodzakelijke zorg krijgen met zo weinig mogelijk ingrepen”

Demedicalisering zw => het is geen ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoeveel % van de zwangeren zijn laag-risico?

A

+78%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoeveel prenatale afspraken bij laag-risico?

A

12 prenatale afspraken bij de vroedvrouw worden terugbetaald door het RIZIV

Voorgesteld programma door KCE-richtlijn:
* 10 voor primigravida
* 7 voor multigravida
(waarvan minstens 3 bij de arts)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Prenatale afspraken bij wie?

A

Huisarts, vroedvrouw of gynaecoloog

Minstens 3 bij arts vanwege echo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat moet het prenataal verloskundig dossier bevatten?

A
  • anamnese
  • klinische follow-up
  • technische onderzoeken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het doel van de anamnese?

A
  1. gegevens verzamelen: die nuttig kunnen zijn voor verder opvolging van de zwangerschap, bevalling en postpartum
  2. vertrouwensrelatie opbouwen

=> risicoselectie (evt. doorverwijzen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke soorten gegevens worden verzameld in de anamnese?

A
  1. Administratieve gegevens
  2. Algemeen medische gegevens
  3. Gynaecologische gegevens
  4. Verloskundige gegevens (reproductief)
  5. Familiale gegevens
  6. Aanvullende gegevens

Alle Moeders Gaan Voor Fantastische Aanpakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat staat in een verloskundig paspoort?

A

Reproductieve anamnese: GPAL
- Graviditeit
- Pariteit
- Abortus
- Levende kinderen/mater

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Leg uit: gravida

A

Slaat op het aantal zwangerschappen die de vrouw heeft meegemaakt
* en nu eventueel ook doormaakt.
* Ongeacht de uitkomst van die zwangerschappen.
* Meerling telt als 1 zwangerschap.

Nulligravida: nog nooit zwanger geweest en nu ook niet
Primigravida: voor het eerst zwanger
Multigravida: zwangere die één of meer zwangerschappen heeft doorgemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Leg uit: pariteit

A

Staat voor het aantal bevallingen die een vrouw heeft meegemaakt
* van een levend of doodgeboren kind.
* Na minstens 180 dagen zwangerschap.
* Meerling telt voor één bevalling.

Nullipara: nog nooit bevallen
Primipara: één keer bevallen
Multipara: meer dan één bevalling
Grande multipara: (meer dan) vijf bevallingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Leg uit: abortus

A

= aantal miskramen

Alle geboortes onder de 180 dagen.
* zowel spontane als kunstmatig opgewekte geboortes
* ook een extra-uteriene zwangerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Leg uit: mater

A

Levende kinderen tot op heden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Administratieve gegevens?

A

Naam
Leeftijd
Geboortedatum
Adres
Burgerlijke staat
Moedertaal
Beroep
Mutualiteit
Rijksregisternummer
Behandeldende arts(en)
Contactpersonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Algemeen medische gegevens?

A

Verleden:
operaties
ziektes
behandelingen
psychosociale anamnese (depressie, angstaanvallen, psychose,…)

Heden:
bloedgroep
allergieën
ziektes (diabetes, nierlijden, schildklier, hartziekte,…)
intoxicaties (roken, alcohol, drugs, medicatie)
bloedanalyse
resultaten (echo, GBS, glucosetest,…)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Gynaecologische gegevens?

A

Menstruele cyclus
Anticonceptie
SOA
Cervixuitstrijkje
Laatste menses
Ontstaan zwangerschap (spontaan of fertiliteitsbehandeling)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Reproductieve gegevens?

A

Verloskundig paspoort: GPAL
VBD
ELM
Verloop en beleving huidige & vorige zwangerschap
Resultaten (echo, GBS, glucosetest,…)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Familiale gegevens?

A

Relevante info partner, ouders, broers/zussen, kinderen:
Allergie
Aangeboren aandoeningen
Erfelijke ziektes
Algemene ziektes
Meerlingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Aanvullende gegevens?

A

Extra begeleiding, sociale problematiek…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Buiten verzamelen van medisch-verloskundige gegevens, wat moet je in een anamnese nog bespreken? Hoe doe je dat het best?

A

Verwachtingen en wensen voor verdere zorg bespreken.
Ook sociaal, psychologische en emotionele status nagaan:
- Hoe beleeft ze de zwangerschap?
- Wordt ze gesteund?
- Sprake van stress?
- Ervaring met eerdere zwangerschap/bevalling?
- Huiselijk/seksueel geweld?

Best via open vragen!

Opletten dat een vrouw soms niet alle info zal willen geven in het bijzijn van anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Welke klinische onderzoeken dienen te gebeuren?
- Observatie - Gewicht - Bloeddruk - Urine - Fundushoogte - Abdominale palpatie - Gynaecologisch onderzoek - Borstonderzoek
26
Waar dien je op te letten bij observatie (klinisch onderzoek)?
Algemeen voorkomen checken - De gang - Huidskleur - Geur? - Humeur - Verzorgd? - Varices, oedeem? ...
27
Hoe vaak moet het gewicht van de zwangere gecontroleerd worden?
Elk prenataal consult.
28
Wat als de zwangere ernstig overgewicht heeft? (gemeten vóór de zwangerschap)
Verhoogd **risico op complicaties**: * Zwangerschapsdiabetes * Hypertensie * Pre-eclampsie * Hoog GG * Keizersnede * Infecties (urineweg/baarmoeder/wond) Maar beter **niet afvallen** -> dieet heeft negatief effect op foetus
29
Hoeveel extra kg draagt een vrouw nog mee na de bevalling? Waarom?
Gemiddeld **4 kg vetreserve** voor tijdens borstvoedingsperiode.
30
Wanneer moet de bloeddruk gecontroleerd worden?
Elk prenataal consult.
31
Welke kritische noten moeten er gemaakt worden bij het meten van bloeddruk?
Altijd navragen wat de vrouw **normaal** heeft van bloeddruk. -> Wat normaal lijkt kan mogelijks een verhoogde bloeddruk zijn voor die persoon. Soms nuttig om eens even later te herhalen om te zien of **nervositeit** geen invloed heeft gehad.
32
Wat is hypertensie?
Te hoge bloeddruk. Vanaf **140/90mmHg**. Risicofactor voor complicaties! ➡️ pre-eclampsie ➡️ inductie vroeggeboorte ➡️ bloedklonters
33
Wat is hypotensie?
Te lage bloeddruk * Weinig invloed op zwangerschap * Voornamelijk subjectieve klachten
34
Welke houding moet de vrouw aannemen om bloeddruk te meten?
Zittend of halfliggend
35
Welke vitale parameters zijn er nog naast bloeddruk? Hoe vaak checken?
* Pols * Temperatuur * Ademhaling Moet je **niet standaard controleren**. => wel bij vermoeden van pathologie.
36
Waarom wordt een urinecontrole uitgevoerd? Wanneer is een urinecontrole relevant?
Om **proteïnurie** op te sporen = eiwit in de urine *1e consult* * nierziekten opsporen * aandoeningen aan de urinewegen opsporen * hoge RR in de anamnese *vanaf 20w* * elke consultatie * **pre-eclampsie** opsporen
37
Wat kan je met de teststroken om proteïnurie op te sporen nog zien?
Enkel op indicatie: * **Bacteriurie**: 2-7% heeft asymptomatische bacteriurie -> urineweginfecties * **Acetonen** (ketonen) bij hyperemesis
38
Wanneer en waarom moet je de fundushoogte bepalen?
**Vanaf 24w elke consult** => om positieve (uterus groter dan verwacht) of negatieve (kleiner dan verwacht) discongruentie vast te stellen ## Footnote Opgelet! We bepalen de groei van de uterus, niet het kind. Dat kan je niet met uitwendig onderzoek.
39
Welke oriënteringspunten om fundushoogte te bepalen?
* **Symfyse** - s (verbinding schaambeenderen) * **Navel** - n * **Xyfoïd** - x (punt waar ribben onderaan samen komen) ## Footnote afstand s-n wordt in 3 delen onderverdeeld afstand n-x wordt in 4 delen onderverdeeld
40
Van waar tot waar meet je de fundushoogte?
Van de **bovenrand van de symfyse** tot het **hoogste punt van de fundus**.
41
Hoe evolueert de fundushoogte doorheen de zwangerschap? ## Footnote Wat is het verband tussen de zwangerschapsduur en de fundushoogte?
* **Onder de navel**: nauwelijks correlatie met amenorroe * **Onderrand navel**: 16cm fundushoogte: *20w* * **Op navel**: 18cm: *22w* * **Bovenrrand navel**: 20cm: *24w* * Daarna 1 cm/week Laatste maand extra regel omwille van **indalen**! => per 1/4 indaling 1 week bijtellen. ## Footnote Zwangerschapsduur = fundushoogte + 4
42
Waarvan hangt de nauwkeurigheid van de meting van fundushoogte af?
* obesitas * plaats navel * vorm uterus * hoeveelheid vruchtwater * ligging foetus ## Footnote Steeds de blaas ledigen vóór bepalen fundushoogte
43
Hoe kan je de fundushoogte bepalen?
* de bovengrens van de uterus aftasten met de **ulnaire zijde** (pinkzijde) van de hand * de **vingertoppen** krommen langs fundus; licht in de buik duwen Hulpmiddel: **percussie**: * Doffe klank = vol = uterus * Holle klank = hol = darmen
44
Wat is abdominale palpatie?
het betasten van de buik met beide handen om de zwangere uterus te onderzoeken
45
Wat zijn de meest gebruikte palpatietechnieken in de verloskunde?
De handgrepen van Leopold
46
Wanneer wordt palpatie uitgevoerd?
* bij elke prenatale consultatie * bij het op gang komen van de arbeid. ## Footnote Pas vanaf **28w** goed voelbaar
47
Wat is het doel van abdominale palpatie?
Het bepalen van * de ligging * houding * indaling * stand van de foetus
48
Wanneer kan je beter niet palperen?
* preterme arbeid * bloedverlies * placenta praevia.
49
Welke liggingen kan de foetus aannemen?
* hoofdligging * dwarsligging * stuitligging
50
Welke houdingen kan de foetus aannemen?
* **Flexie** als hij mooi gebogen ligt * **Deflexie** als hij niet voldoende gebogen ligt
51
Wanneer wordt de zwangerschap bij een eenling zwangerschap zichtbaar?
Pas na **15 à 16 weken** => een lichte welving ongeveer in het midden tussen symfyse en navel Bij slanke vrouwen en meerlingen zwangerschappen kan dit vroeger zijn
52
Waarop gaan we letten bij de inspectie van het abdomen?
1. de **vorm** van de uterus -> primi: ovoïd -> multi: ronder met uitzakkingen in de flanken 2. eventuele **dwarsligging** 5. een **te grote en te bolle uterus** -> meerlingen (gemellitas) -> polyhydramnion (te veel vruchtwater) 6. **onregelmatigheden** (striae, littekens) of zwellingen 4. gewoonlijk is de baarmoeder wat naar rechts **afgeweken**
53
Wanneer is de ligging van de foetus door uitwendig onderzoek vast te stellen?
Vanaf 28 weken
54
Wanneer is de ligging van de foetus meestal gestabiliseerd?
Na de 34e-36e week
55
Wat is een caput succudaneum?
**wondvocht in de schedel** Een zwelling op het hoofd van de baby dat ontstaan tijdens de bevalling.
56
Welke ligging is wenselijk?
Hoofdligging
57
Welke liggingen moet doorverwezen worden?
* stuitligging * andere liggingen dan flexiehouding
58
Wanneer is de schedel ingedaald? ## Footnote bij primi kan dit in de laatste maand zwangerschap
wanneer de grootste omvang van de schedel de bekkeningang gepasseerd is => diepst ingedaald deel thv **H3** (zonder caput succedaneum)
59
Wat is ballottement?
Caput kan makkelijk heen en weer bewegen zonder dat de romp meedoet
60
Wat bepaal je met de 1e handgreep van Leopold?
* vorm * hoogte * **ligging**
61
Hoe voer je de 1e handgreep van Leopold uit? Wat voel je?
Handen aan fundus bovenaan. HOOFDLIGGING **stuit in fundo** * groot lichaamsdeel * voelt maar aan 1 zijde hard aan (sacrum) * wordt samen met de romp bewogen * geen ballottement STUITLIGGING **schedel in fundo** * ballottement * nekgroeve voelbaar * schedel voelt rondom rond hard aan
62
Wat bepaal je met de 2e handgreep van Leopold?
de plaats van de rug
63
Hoe voer je de 2e handgreep van Leopold uit? Wat voel je?
Handen aan zijkant buik **Rug**: plaats met meest weerstand => harttonen kan je hier het best horen Plaats met minst weerstand: kleine delen voelbaar (handen en voeten); meeste kindsbewegingen Hulpmiddel: **handgreep van Ahlfeld**
64
Wat is de handgreep van Ahlfeld?
Fundus uteri **naar beneden drukken** zodat de kromming van de rug toeneemt. => de rug is dan gemakkelijker te voelen
65
Wat bepaal je met de 3e handgreep van Leopold?
* voorliggend deel * mate van indaling
66
Hoe voer je de 3e handgreep van Leopold uit? Wat voel je?
Rechterhand omvat het voorliggend deel en beweegt het heen en weer HOOFDLIGGING * **hard** * rond * eventueel **ballottement** (tenzij ingedaald) STUITLIGGING * **minder hard** * niet rond * **geen ballottement** ## Footnote mate van indaling: een hoofd dat balloteert is niet ingedaald
67
Wat bepaal je met de 4e handgreep van Leopold?
de graad van indaling * BBBI * BIBI * VIBI
68
Hoe voer je de 4e handgreep van Leopold uit? Wat voel je?
Beide handen onderaan BBBI: **beweeglijk boven bekkeningang** * hele ronding van het hoofd kan afgetast worden * vlot ballottement BIBI: **beweeglijk in bekkeningang** 1/4e ingedaald * grootste afmeting vh caput is nog net te voelen * moeilijk ballottement VIBI: **vast in bekkeningang** 1/2e ingedaald * grootste deel vh caput is niet meer te voelen * geen horizontaal ballottement mogelijk
69
Wat bepaal je met de 5e handgreep? Hoe wordt deze nog genoemd?
Bepalen of er een **wanverhouding** is tussen caput en bekkeningang bij een hoogzwangere vrouw. **Handgreep van Osborne**
70
Hoe voer je de handgreep van Osborne uit? Wat voel je?
Vlakke hand op symfyse en vlakke hand op caput. Osborne positief: **hoofd steekt uit** Osborne negatief: **hoofd steekt niet uit**
71
Wanneer is het caput ingedaald?
Als de **bipariëtale diameter** (oor tot oor) door het vlak van de **bekkeningang** heen is. * Primigravida: 37-38w * Multigravida: meestal pas na begin arbeid
72
Wat is hydrocefalie? Wanneer kan het voor een vertekend beeld zorgen?
Waterhoofd Bij het bepalen van de **graad van indaling** => lijkt erop dat het hoofd VIBI zit, maar de bipariëtale diameter is niet door de bekkeningang gegaan => caput is niet ingedaald
73
Wat kan ervoor zorgen dat de foetus niet indaalt?
- Caput in deflexie - Polyhydramnion - Meerling - Cefalopelvische disproportie (te klein bekken voor het caput) - Geen uitzetting van OUS - Volle blaas - Placenta praevia - Placenta tumoren
74
Welke drie stappen omvat het volledig gynaecologisch onderzoek?
1. Inspectie uitwendige genitalia 2. Inwendig onderzoek 3. Uitstrijkje
75
Waar letten we op bij inspectie van de uitwendige genitalia?
* Teken van chadwick * Varices * Woekeringen * Etterafscheiding * Vaginaal verlies * Perineum
76
Wanneer doen we een inwendige vaginaal onderzoek?
* Enkel op **indicatie** * om te objectiveren of de vrouw in partu is ## Footnote Belangrijk om aantal touchers te beperken. => Altijd bacteriën uit de vulva/vagina naar de cervix!
77
Welke informatie krijgen we uit een vaginaal onderzoek?
**POVASI** - Portio (verstrijking baarmoedermond) - Ontsluiting - Vliezen - Aard voorliggend deel (hoofd/stuit/dwars) - Stand voorliggend deel - Indaling voorliggend deel **Pathologische situaties** * navelstrenguitzakking? * vasa praevia? **Bekkenevaluatie** bekken als doorlaatorgaan
78
Wat is de cervixcytologie?
het **uitstrijkje** in het kader van het bevolkingsonderzoek rond cervixkanker => beter **uitstellen** niet representatief bij zwangerschap en borstvoedingsperiode
79
Bespreek borstonderzoek bij zwangeren
In kader van **ingetrokken tepels**: niet zinvol. Lost vaak vanzelf op tijdens de zwangerschap of baby zuigt de tepel naar buiten. In kader van **borstcarcinoom**: enkel bij zelf gevoelde afwijkingen of klachten.
80
Welke technische onderzoeken worden er prenataal uitgevoerd?
- Auscultatie - Echografie - Labo-onderzoek
81
Wat is auscultatie? Welke informatie verkrijg je met auscultatie?
Beluisteren van **foetale harttonen** (FHT) 1. het al of niet aanwezig zijn van **foetale harttonen** 2. **toestand** van de foetus 2. éénling/**meerling** 3. **Ligging** en **indaling** bij late zwangerschap
82
Welke manieren zijn er om de FHT te horen? Vanaf wanneer?
* Doptone: 10-12w * CTG: 12w (cardiotocograaf) * Stethoscoop: 20w * Hoorbuis van Pinard: 20w
83
Welke hartslag verwachten we bij het horen van de FHT (in correlatie met de zwangerschapsduur)?
1e trimester: **170** bpm à terme: **110-150** bpm Variabiliteit: **5-25** bpm
84
Wat ga je altijd doen voor de auscultatie?
**Abdominale palpatie** om de ligging van de foetus te bepalen * FHT worden makkelijker gevonden * auscultatie bevestigt de ligging
85
Waar hoor je het best de FHT? * bij flexie * bij deflexie * bij hoofdligging * bij stuitligging
Waar het foetaal hart het **dichtst bij de buikwand** ligt * **Flexie**: rugzijde * **Deflexie**: thorax * **Hoofdligging**: tussen symfyse en navel aan de rugzijde van de baby * **Stuitligging**: boven de navel
86
Wanneer voel je best ook de pols van de moeder tijdens de auscultatie?
* bij een hoge HF van de moeder * bij een lage HF van de foetus
87
Waar hoor je de FHT het best tijdens de uitdrijvingsfase?
Net **boven de symfyse** -> door het dieper indalen van de foetus
88
Wati is de hoorbuis van Pinard? Hoe gebruik je de het?
Houten, metalen, plastiek **toetertje** Goede concentratie en focusplaats vereist. 1. Palpatie om ligging te bepalen 2. Holle zijde op abdomen 3. Oor tegen platte zijde 4. Niet vasthouden!
89
Wat is de doptone? Hoe gebruik je het?
Vergelijkbaar met een microfoon Harttonen worden door **ultrasonore trillingen** in geluid omgezet 1. Palpatie om de ligging te bepalen 2. Gel op transducer 3. Transducer lichtjes in abdomen duwen 4. minimum 20 seconden op dezelfde plek houden (enkel richting van de dop veranderen, niet de plaats)
90
Wat is een cardiotocograaf (CTG)? Hoe gebruik je het?
= foetale monitor registratie van **foetale harttonen** en **contracties** * vanaf 12w hoorbaar, registratie vanaf 26w * inwendig of uitwendig 1. palpatie om de ligging van de foetus te bepalen 2. één cup bovenaan thv de fundus om contracties te registreren 3. watergel op tweede cup 4. tweede cup thv het focuspunt 5. cups vastmaken met 2 riemen
91
Wie mag een echografisch onderzoek doen?
Enkel de **gynaecoloog**. Vroedvrouwen mogen het volgens de wet nog niet doen.
92
Wat is het doel van een echografie?
* de **groei** en **evolutie** van de foetus volgen * anatomische **afwijkingen** van de foetus opsporen
93
Hoe werkt een echografie?
Via **absorptie** en **weerkaatsing** van ultrasone geluidsgolven Transducer zet elektriciteit om in geluidsgolven (+20kHertz). * Botstructuren zenden veel golven terug (wit beeld), * vocht zendt bijna niets terug (zwart beeld). Teruggekaatste golven worden opnieuw omgezet in elektriciteit en er wordt een beeld van gevormd. De golven worden niet continue uitgezonden > verschillende beelden na elkaar > bewegend beeld 3D en 4D is intussen ook al mogelijk. Kan nuttig zijn voor opsporen van aandoeningen als spina bifida of schisis maar moet niet routinegewijs gedaan worden.
94
Kan een echografie schadelijk zijn?
Er zijn geen duidelijke schadelijke effecten beschreven -> maar pretecho's worden afgeraden.
95
Wat is de KCE-richtlijn ivm echografie tijdens de prenatale opvolging? ## Footnote Hoe zit het met terugbetaling van echo's?
**3 echo's** 1 - tussen *11 en 13,6w* * diagnose zwangerschapduur * bepalen zwangerschapsduur * vaststellen meerlingenzwangerschap * prenatale screening: hartafwijkingen, nekplooi 2 - tussen *18 en 22w* * vaststellen structurele afwijkingen 3 - *3e trimester* * bepalen positie foetus * groeiafwijkingen vaststellen * placentalokalisatie verifiëren ## Footnote Het RISIV voorziet een **terugbetaling** van **3 medische echo's**. In de realiteit worden meestal meer dan 3 echo's genomen, deze worden niet terugbetaald.
96
Bespreek **echo 1**- 1e trimester.
**Bevestigen diagnose zwangerschap** * *4,5-5w*: **zwangerschapsring** (vruchtzak met embryonale pool) * *5,5w*: **dooierzak** (bij zwangerschapring van 1cm zichtbaar, anders afwijkend) = 1e teken embryonale ontwikkeling * *5,5w*: **embryonale hartactiviteit** (met vaginale echoscopie); 7-8w (met abdominale echoscopie) **Exacte datering** * **kruin-romp-lengte** * tot 12w is de correlatie tot CRL en duur amenorroe exact gelijk voor alle embryo's **Lokalisatie** van de zwangerschap * intra- of extra-uterien Vaststelling **meerlingenzwangerschap**
97
Wanneer verdwijnt de dooierzak?
Einde 1ste trimester
98
Bij welke CRL verwachten we hartactiviteit?
5mm ## Footnote afwezigheid van hartactiviteit bij een CRL van 5mm is een slecht voorteken
99
Wat is nuchal translucency?
Een **verdikte nekplooi** - Onderhuids laagje lymfevocht - Tussen 10 en 16 weken zichtbaar in nek - Nauwgezet opvolgen - Kan teken zijn van een afwijking (vb. trisomie 21) of infectie ... > **3,5mm** = afwijkend
100
Wat is het doel van de **2e en 3e echo** - 2de & 3de trimester?
1. Groei van de foetus opvolgen 3. Onderzoek placenta, vruchtwater & navelstreng 4. Prenatale diagnostiek (afwijkingen opsporen)
101
Hoe wordt de groei gemeten in het 2de & 3de trimester?
1. Bipariëtale diameter (BPD) & hoofdomtrek (HC) 2. Abdominale omtrek (AC) 3. Femurlengte (FL) => worden vergeleken met een standaard groeicurve => foetaal gewicht wordt geschat * **geboortegewicht** wordt voorspeld * **groeiachterstand** kan worden vastgesteld
102
Hoe wordt de groei van de foetus gemeten adhv de bipariëtale diameter en de hoofdomtrek?
Op het hoogste deel tussen beide pariëtale beenderen wordt de afstand bepaald en de omtrek gemeten.
103
Hoe wordt de groei van de foetus gemeten adhv de abdominale omtrek?
de doorsnede van het abdomen wordt op een vaste hoogte genomen => het vlak waar 2 ribben, de ductus venosus en de maag zichtbaar zijn
104
Hoe wordt de groei van de foetus bepaald adhv de femurlengte?
bij een doorsnede waarbij de femur een kleine hoek maakt met de transducer -> de femurkop wordt niet meegerekend
105
Bespreek het echografisch onderzoek naar de placenta, het vruchtwater en de navelstreng.
**Placenta** * lokalisatie * dikte * aspect => belangrijk bij placenta praevia, placenta insufficiëntie en bij loslating van de placenta **Navelstreng** * insertie op de placenta * aan- of afwezigheid van de 3 umbilicale vaten **Vruchtwater** * afwijkingen: poly- of oligohydramnion
106
Vanaf wanneer is echografische geslachtsbepaling mogelijk?
Vanaf **16w** ## Footnote soms wordt vanaf 14w al een vroege geslachtsbepaling gedaan, al is het dan niet altijd duidelijk
107
Wat houdt de prenatale diagnostiek in?
= het opsporen van aangeboren afwijkingen * 18-22w * **structureel echografisch onderzoek** (SEO)
108
Welke afwijkingen worden opgespoord adhv SEO?
Enkel **morfologische afwijkingen** (met structurele anomalieën) * Neurale buisdefecten * Aangeboren afwijkingen (skelet, hart- & vaatstelsel, urinewegen, maag-darmstelsel)
109
Wat is het doel van SEO?
Zwanger koppel mogelijkheid bieden foetus te onderzoeken op **aangeboren afwijkingen** * voorbereiden op een kind met een aandoening * ernstige afwijking: afbreking vóór 24w ## Footnote bij een kind met een ernstige afwijking na 24w, kan de zwangerschap enkel worden afgebroken wanneer er sprake is van niet-levensvatbare afwijkingen
110
Wat zijn de beperkingen van het echografisch onderzoek?
niet alle afwijkingen kunnen worden opgespoord => de **sensitiviteit** van de echografie is niet 100% * neurale buisdefecten: 97% * hartafwijkingen 60%
111
Wat zijn softmarkers?
= **Onverwachte bevindingen waarvan de betekenis niet direct duidelijk is** * dit komt frequent voor * zijn vaak van voorbijgaande aard => wijst op een verhoogde kans op foetale afwijkingen => **geavanceerd ultrageluidonderzoek (GUO)** * bij meer dan 1 softmarker * bij vermoeden van een chromosomale of structurele afwijking
112
Wat is GUO?
= geavanceerd ultrageluidonderzoek = Doppler Flowmeting
113
Hoe werkt Doppler Flowmeting?
Onderzoekt teruggekaatste golven van een bewegend voorwerp (**Dopplereffect**) De **snelheid van de bloeddoorstroming** wordt gemeten, waardoor we info krijgen over * foetale hartactie * bloedstroom door de navelstrengarteriën en placenta * lokale bloedstromen (vb. hersenbloedvaten)
114
Geef een kort overzicht van de belangrijkste labo-onderzoeken.
*eerste raadpleging* * **bloedanalyse** * infectiescreening *begin 2e trimester* * **urinestaal**: opsporen asymptomatische bacteriurie *24-28w* * screening **zwangerschapsdiabetes**: glucose challenge test *+/- 32w* * 2e screening anemie: **bloedanalyse** *35-37w* * vaginale en rectale staalafname voor **GBS**
115
Welke bloedonderzoeken worden aanbevolen volgens de KCE-richtlijnen tijdens de 1e prenatale raadpleging?
**Anemie** * hemoglobine (Hb) * MCV, MCH, MCHC **Bloedgroep** en **rhesusfactoren** **Irreguliere erytrocyten antistoffen** (IEA) = atypische rode bloedcelantilichamen **Infecties** Hep. B, HIV, Rubella, Syfilis, varicella, toxoplasmose en CMV Nuchtere **glycemie** ## Footnote De bloedanalyse kan in het 3e trimester herhaald worden
116
Wat is een bloedgroep?
**een classificatie van het bloed** adhv het al dan niet aanwezig zijn van **antigenen** op de buitenkant van de erytrocyten ## Footnote Verschillende classificaties worden bloedgroepsystemen genoemd.
117
Waarom zijn bloedgroepsystemen belangrijk?
* Ernstige reacties bij **bloedtransfusie** voorkomen * Opvolgen van **rhesus negatieve zwangeren** gedurende zw & partus
118
Welke bloedgroepsystemen bestaan er?
* **ABO**-bloedgroepsysteem * **Rhesus** bloedgroepsysteem Antistoffen tegen de bloedgroepsystemen (regulier en irregulier)
119
Bespreek het ABO-bloedgroepsysteem.
De bloedgroep wordt bepaald door een enkel gen, waarvan **3 allelen** verschillend zijn: A, B, O **Antigenen**: * het A allel heeft bloedgroep antigeen A * het B allel heeft bloedgroep antigeen B * het O allel heeft geen bloedgroep antigeen **Dominantie**: * allelen A en B zijn dominant tov O * allelen A en B zijn codominant tov elkaar **Bloedgroep**: * de mens is diploïd: de bloedgroep wordt bepaald door de combinatie van 2 genen => AO > bloedgroep A => AB > bloedgroep AB => AA > bloedgroep A * A, B, AB en O
120
Bespreek het rhesus bloedgroepsysteem.
bestaat uit **meerdere antigenen** **D**, C, c, E, e * D-antigen aanwezig: **rhesus positief** * D-antigen afwezig: **rhesus negatief**
121
Wat zijn reguliere antistoffen?
= **van nature voorkomende antistoffen**, worden gevormd na de geboorte => anti-A => anti-B * Bloedgroep B: **anti-A** * Bloedgroep A: **anti-B** * Bloedgroep O: **anti-A** & **anti-B** * Bloedgroep AB: geen regulieren antistoffen
122
Wat is het effect van antistoffen op bloedtransfusies?
niet iedereen kan bloed van ieder ander ontvangen **agglutinatie** als iemand met bloedgroep O bloed ontvangt met bloedgroep A, dan zullen de A-antistoffen van de ontvanger aan de nieuwe rode bloedcellen plakken en ontstaan er **klonters** * bloedgroep O: universele donor * bloedgroep A: doneren aan A en AB * bloedgroep B: doneren aan B en AB * bloedgroep AB: doneren aan AB
123
Wat zijn IEA?
**irreguliere erytrocyten antistoffen** niet van nature voorkomende antistoffen * alle andere antistoffen dan anti-A en anti-B * bij bloedproducten met een verschillende **rhesusfactor** * deze kunnen pas gevormd worden na contact met bloed van iemand anders
124
Welk effect hebben IEA op een bloedtransfusie?
**hemolyse** * immuniteitsreactie * een persoon met rhesus negatief bloed vormt antilichamen tegen rhesus positief bloed
125
Wat is rhesusantagonisme?
**de productie van anti-D immunoglobulines** * bij contact tussen rhesus positief bloed van de foetus en de rhesus negatieve circulatie van de moeder * meestal tijdens de bevalling: FMT (foetomaternale transmissie) * **antistofvorming tegen rhesus D**: bij een volgende zwangerschap gaat dit transplacentair over > hemolyse bij de foetus => kan leiden tot ernstige neonatale anemie of intra-uteriene vruchtdood
126
Wat is de procedure bij een rhesus negatieve moeder?
*20w + 30w + geboorte* controleren op **afweerstoffen**: indirecte coombstest *na de bevalling* bepaling **rhesusfactor van de baby**: directe coombs -> rhesus positief? *48-72u na de bevalling* moeder krijgt **inspuiting met anti-rhesus D** immunoglobulines ## Footnote het lichaam van de moeder zal dan zelf geen antistoffen maken tegen rhesus positief bloed
127
Wat is de indirecte coombstest?
**controle** van het maternaal bloed op **antistoffen tegen het antigen D** = opsporen van irregulieren antistoffen
128
Wat is de directe coombstest?
controle van de **bloedgroep van de baby** op navelstrengbloed
129
Wat is ABO incompatibiliteit?
soort **immunisatie** die gelijkaardig is aan rhesusantagonisme * zeldzaam * moeder met bloedgroep O (anti-A en anti-B) en foetus met bloedgroep A, B of AB * leidt zelden tot ernstige complicaties doordat anti-A en anti-B de placenta moeilijk passeren
130
Wat is immuniteit?
een specifiek verdedigingsmechanisme van ons lichaam: de **antigeen-antilichaam reactie**
131
Wat is een antigeen?
een **lichaamsvreemde stof** * ziekteverwekkers * meestal eiwitten, soms koolhydraten, vetten of andere (an)organische stoffen
132
Wat zijn antilichamen?
= specifiek **gerichte eiwitten** (gammaglobulines): voor elk soort antigeen wordt een specifiek antilichaam geproduceerd **5 klassen** antilichamen * IgA: wordt snel aangemaakt (vooral in slijmvliezen) * IgD * IgE: voornamelijk bij allergieën * IgG: bacteriën en virussen * IgM: bacteriën en virussen
133
Hoe komt de immuniteit tot stand? (hoe werkt de antigeen-antilichaam reactie?)
1 - lichaamsvreemde stoffen dringen het organisme binnen 2 - 2 types lymfocyten worden geactiveerd: * **T-lymfocyten**: zorgen voor cellulaire immuniteit * **B-lymfocyten**: zorgen voor de vorming van antilichamen (humorale immuniteit) = plasmacel 3 - **antilichamen** worden gevormd * IgM (en IgA): worden snel aangemaakt (marker van recente infectie) * IgG: worden veel trager aangemaakt (marker van vroeger contact en meestal levenslang aanwezig)
134
Immuniteitsstatus: wat betekent de aanwezigheid van IgG / IgM?
* **IgG** en **IgM negatief**: nooit contact, geen bescherming * **IgG hoog positief** en **IgM negatief**: vroeger doorgemaakte infectie, meestal bescherming * **IgG hoog positief** en **IgM laag positief**: recente infectie of lang geleden contact * **IgG laag positief** en **IgM hoog positief**: recent doorgemaakte infectie
135
Wat is passieve en actieve immunisatie bij de foetus?
**passieve immunisatie** * de baby heeft **niet zelf** de **antistoffen aangemaakt** * enkel IgG antistoffen kunnen de placentabarrière passeren **actieve immunisatie** de baby heeft **zelf de antistoffen aangemaakt** na contact met het antigeen * infectie * vaccinatie
136
Wat zijn de aanbevolen testen, volgens de KCE-richtlijnen, voor de screening naar infecties?
1. Toxoplasmose 2. CMV 3. Hepatitis B 4. HIV 5. Rubella 6. Syfillis 7. Varicella 8. Asymptomatische bacteriurie 9. GBS
137
Bespreek de screening naar antistoffen voor toxoplasmose.
**éénmalig** * vóór of aan het begin van de zwangerschap * bij een negatief resultaat: preventieve maatregelen nemen
138
Bespreek de screening naar antistoffen voor CMV.
= cytomegalovirus **éénmalig** * vóór of aan het begin van de zwangerschap * bij een negatief resultaat: preventieve maatregelen nemen
139
Bespreek de screening naar het hepatitis-B-antigen.
**éénmalig** * bij het begin van de zwangerschap * resultaat positief: **postnatale interventie** om de transmissie te verminderen => binnen enkele uren na de geboorte krijgt de baby een inspuiting met **hepatitis B antistoffen**: vermijden van een leverziekte bij de baby => later wordt de baby **gevaccineerd**: actieve immuniteit opbouwen tegen het virus
140
Bespreek de screening naar HIV.
= human immunodeficiency virus **éénmalig** * bij het begin van de zwangerschap
141
Bespreek de screening naar antistoffen voor rubella.
**éénmalig** * bij het begin van de zwangerschap * testen op IgG antilichamen * negatief resultaat: **preventieve maatregelen** => personen met huiduitslag vermijden => vaccineren in het postpartum
142
Bespreek de screening naar syfilis.
**éénmalig** * vóór of in het begin van de zwangerschap * positief resultaat: **behandeling**
143
Bespreek de screening naar antistoffen voor varicella.
**éénmalig** * bij het begin van de zwangerschap * opsporen IgG-antilichamen * resultaat negatief: **preventieve maatregelen** => contact met personen die varicella doormaken vermijden
144
Bespreek de screening naar asymptomatische bacteriurie.
* bij het begin van het **2e trimester** * opsporen leukocyturie en kweek op midstream * positief resultaat: **behandeling**
145
Bespreek de screening naar GBS.
= Groep B streptococcen **éénmalig** * tussen 35-37w * vaginale en rectale cultuur * positief resultaat: **preventieve toediening van penicelline tijdens de partus** Er wordt geen wisser afgenomen, maar wel **preventief penicilline** toegediend indien: * een vorig kind een invasieve GBS-ziekte doormaakte * een GBS-bacteriurie werd opgespoord * preterme arbeid (<35w) * langdurig gebroken vliezen (>18u) * koorts tijdens de arbeid
146
Wat is het gevolg van de aanwezigheid van GBS bij de moeder?
**GBS** * onschuldige bacteriën van het darmkanaal * 10-30% van de zwangeren draagt GBS in de **vagina** (vaak zonder last) **Vaginale bevalling** * GBS kan overgedragen worden op de baby: **transmissiekans 50%** * grootste oorzaak van neonatale infecties: **mortaliteit 15-20%** => hersenvliesontsteking => septicemie
147
In welke 2 groepen kan je GBS-infecties opdelen?
**Early-onset GBS** infectie * overdracht tijdens arbeid en bevalling * preventie: **intraveneuze penicillines** tijdens de arbeid => gaan transplacentair over **Late-onset GBS** infectie * overdracht tot 3 maanden na de geboorte
148
Welke testen worden niet routinematig uitgevoerd volgens de KCE-richtlijnen?
1. **Chlamydia**: enkel bij voorgeschiedenis SOA 2. **Hepatitis C**: enkel bij verhoogd risico 3. **Herpes simplex** 4. Herhaalde test **CMV** 5. Herhaalde test **toxoplasmose** 6. **Asymptomatische bacteriële vaginose**
149
Naar welke klinische problemen wordt er gescreend?
* zwangerschapdiabetes * hypothyroïdie * vitamine D deficiëntie
150
Hoe ontstaat zwangerschapsdiabetes?
* **zwangerschapshormonen** belasten de alvleesklier * om normale bloedsuikerwaarden te behouden, wordt er meer **insuline** aangemaakt * zwangerschapshormonen maken het lichaam ongevoeliger voor insuline (**insulineresistentie**) * de **bloedsuikerspiegel** wordt te hoog ## Footnote bij 5% van de vrouwen
151
Wat zijn de aanbevelingen van de Diabetesliga ivm screenen naar zwangerschapdiabetes?
*vóór 20w* * nuchtere plasmaglucose tussen **95-125 mg/dl** * diagnose van vroege zwangerschapsdiabetes *6-20w* * vrouwen met **obesitas** / **voorgeschiedenis** * **OGTT**: 75g orale glucosetolerantietest * diagnose vroege zwangerschapdiabetes *24-28w* * 50g **glucose challenge test** (>135 mg/dL?) * 75g OGTT * diagnose zwangerschapsdiabetes
152
Wie heeft een hogere kans op zwangerschapsdiabetes?
1. zwangerschapsdiabetes in de **voorgeschiedenis** 2. eerder baby met **GG > 4000 g** 3. **overgewicht** vóór de zwangerschap 4. directe **familie** met diabetes type 2 (ouders, broers, zussen) 5. te hoog **cholesterolgehalte** 6. te hoog **bloedsuiker**
153
Bespreek de screening naar hypothyroïdie.
routinematige screening is niet aanbevolen risico op **complicaties** bij aanwezige hypothyroïdie * miskraam * zwangerschapsdiabetes * pre-eclampsie * prematuriteit * neurologische stoornissen
154
Bespreek de screening naar vitamine D deficiëntie.
routinematige screening is niet aanbevolen **vitamine D supplement** wordt aanbevolen bij * weinig blootstelling aan zonlicht * donkere huid * vegetarisch of veganistisch
155
Wat is het belang van vitamine D tijdens de zwangerschap?
vitamine D * zorgt ervoor dat je calcium kan opnemen uit de voeding: **botopbouw** * speelt een rol in de **immuniteit** ## Footnote tekort kan leiden tot foetale morbiditeit
156
Welk advies geef je aan de zwangere ivm vitamine D?
* vitamine D wordt aangemaakt door de huid oiv **zonlicht**: wandelen in de buitenlucht * **voeding** rijk aan vitamine D: vette vis, noten, eieren, volle melkproducten
157
Screening angst & depressie zw
Niet routinematig Toch rekening mee houden!
158
Hoe kan je screenen naar psychosociale problemen?
- Psychiatrische voorgeschiedenis (+ die van familie) - Middelengebruik - Gebrek aan steun (ook van partner) - Seksueel geweld - Ongeplande zwangerschap - Zwangerschapscomplicaties - Kwetsbare groepen
159
Whooley-vragen?
1. Heb je gedurende de voorbije maand vaak last gehad van neerslachtigheid, depressief of wanhopig gevoel? 2. Had je gedurende de laatste maand minder plezier of interesse in wat je doet?
160
Naar welke specifieke zwangerschapsgerelateerde risico's wordt er nog gescreend?
* risico op **vroeggeboorte** * risico op **pre-eclampsie** * bewaking **na de verwachte bevallingsdatum** (VBD)
161
Wat is de KCE-richtlijn bij risico op vroeggeboorte?
KCE raadt af om * herhaald **vaginaal toucher** uit te voeren * de cervicale lengte **echografisch** te meten => wel transvaginale echografie
162
Wat is de KCE-richtlijn bij risico op pre-eclampsie?
KCE raadt aan om enkel bij een verhoogd risico op pre-eclampsie **bijkomend echografisch onderzoek** uit te voeren.
163
Wat is de KCE-richtlijn bij de bewaking van de zwangerschap na de verwachte bevallingsdatum?
KCE raadt af * **routinematig** CTG-monitoring of echografie uit te voeren * bij vrouwen met een **normale zwangerschap** * bij **< 41w** vanaf *41w* * kan de bevalling **ingeleid** worden vanaf *42w* * **serotiene** zwangerschap * kans op perinatale morbiditeit en mortaliteit neemt toe
164
Wat wordt bedoeld met prenatale diagnostiek?
= tijdig opsporen van **prenatale afwijkingen** bij de foetus **Prenatale screening** * echografie * NIPT **Invasieve prenatale diagnostiek** * Chorionvillus biopsie (vlokkentest) * Amniocentese (vruchtwaterpunctie) * Navelstrengpunctie
165
Wat houdt de prenatale screening in?
= **chromosomale** of **lichamelijke afwijkingen** opsporen * Resultaat geeft geen uitsluitsel * Wel een cijfer dat de **kans** op bepaalde afwijking uitdrukt Testen * Echografie * NIPT
166
Wat houdt invasieve prenatale diagnostiek in?
= **vervolgonderzoek** wanneer de prenatale screening een verhoogd risico op een bepaalde aandoening aangeeft Testen * Chorionvillus biopsie (vlokkentest) * Amniocentese (vruchtwaterpunctie) * Navelstrengpunctie
167
Bespreek de echografie in het kader van prenatale screening.
niet alle aandoeningen zijn vóór de geboorte zichtbaar * 12-14w: grote afwijkingen (vb. niet-aangelegd schedeldak) * 18-22w: meeste **structurele afwijkingen** opmeten van nekoedeem * 11-14w * **Nuchal Translucency (NT-meting)** * nekplooi vf 3,5mm * vaak foetussen met een chromosomale afwijking (vnl. trisomie 21) * kans op chromosoomafwijkingen stijgt met de leeftijd van de moeder * gemakkelijk fouten + niet uitsluitend
168
Bespreek de NIPT.
= niet-invasieve prenatale test = onderzoek naar het **foetaal celvrij DNA** in het materneel bloed * vanaf *12w* (dan pas voldoende foetaal DNA in bloed van de moeder) * **chromosoomafwijking** of andere aandoening opsporen: normale hoeveelheid chromosomen? * **bloedgroep** foetus nagaan * resultaten na 7d * gevoeligheid van meer dan 99% => positieve test: altijd gevolgd door een invasieve prenatale diagnostische test
169
Wat zijn de voor- en nadelen van de NIPT?
Voordelen * **Meer baby's** met trisomie 21 worden **opgespoord** dan met combinatietest (85% accuraat) * Zeer **betrouwbaar**: 99% (max. 1% missen & 1% vals positief) * sinds 2017 **terugbetaald** vanaf 12 w (8-9euro remgeld) * Aantal invasieve testen daalt: **minder miskraamrisico** Nadelen * Vervangt vlokkentest of vruchtwaterpunctie niet: een afwijkend resultaat **moet bevestigd worden** door een invasieve test * Onmogelijk bij **meerlingenzwangerschap** * Niet nuttig bij een **afwijkende NT-meting**: meteen invasieve test
170
Wat is de chorionvillus biopsie?
= **vlokkentest** **Vroegtijdige genetische diagnostiek** * chorionweefsel (afkomstig van de placenta) heeft dezelfde genetische samenstelling als foetus * *11-13w* * opsporen van => chromosomale afwijkingen => stofwisselingsziektes => genetische afwijkingen => NIET neurale buisdefecten
171
Wat zijn de voor- en nadelen van de chorionvillus biopsie?
Voordelen * vroeg in de zwangerschap * uitslag vrij snel bekend: 5d-3w na procedure * vruchtzak wordt niet beschadigd Nadelen * minder betrouwbaar dan amniocentese * kans op miskraam 0,5%
172
Wat is de procedure bij een chorionvillusbiopsie?
Twee technieken op basis van echografie 1. **Transcervicaal**: via vagina 2. **Transabdominaal**: via buikwand Na de ingreep * gevoel van **menstruatie**: lichte buikpijn & bloedverlies * binnen 12-24u wordt het bloedverlies **roze/bruine afscheiding** * afscheiding kan **3-4w** duren
173
Wat is de amniocentese?
= vruchtwaterpunctie **Genetisch onderzoek** * in het vruchtwater zijn cellen van de huid & de slijmvliezen van de foetus aanwezig * *15-17w* * **chromosomaal patroon** onderzoeken => chromosomale afwijkingen => stofwisselingsziektes => genetische afwijkingen => veranderingen in het DNA
174
Wat is de procedure bij een amniocentese?
op basis van echografie 2. ontsmetten buik 3. naald doorheen buikwand tot in vruchtwater 4. aspiratie **20ml vruchtwater** na ingreep * gevoel van **menstruatie**: 2d trekkende pijn * **aangeprikte plaats** buikwand pijnlijk => druk op de buik & zware inspanningen vermijden
175
Wat zijn de voor- en nadelen van een amniocentese?
Voordelen * vrij betrouwbaar * uitslag vrij snel bekend: 5 werkdagen na ingreep * meer informatie Nadelen * vruchtzak beschadigd * kans op miskraam 0,3 - 0,5%
176
Wat is de navelstrengpunctie?
**aanprikken van een bloedvat in de navelstreng** * *20-22w* * **enkele milliliters bloed** van de foetus afnemen * onderzoek naar de **chromosomen** * zeer uitzonderlijk => bij rhesusproblematiek => bij vermoeden van ernstige anemie * in gespecialiseerde centra * kans op miskraam: 1-2%
177
Van welke factoren hangt de keuze af om een zwangere vrouw te vaccineren?
* wat is de kans dat de onbeschermde zwangere vrouw in **contact** komt **met de ziekte**? * wat zijn de **risico's** voor de foetus of de moeder bij het oplopen van de **aandoening**? * wat zijn de **risico's** voor de foetus verbonden aan het **vaccin**?
178
Welke vaccins worden afgeraden?
vaccins die **levende** afgezwakte virussen of bacteriën bevatten => risico op infectie en transplacentaire passage * mazelen * bof * rubella * gele koorts * buiktyfus * varicella ## Footnote na toediening van bovenstaande vaccins wordt afgeraden om tot 1 maand na de toediening zwanger te worden
179
Welke vaccins worden aanbevolen door de Hoge Gezondheidsraad om toe te dienen aan zwangere vrouwen?
* Influenza (griep) * Pertussis (kinkhoest)
180
Wat zijn de risico's voor de foetus of de moeder bij het oplopen van de griep?
2e of 3e trimester: verhoogd risico op **complicaties** * ziekenhuisopname (door verminderde weerstand) * laag geboortegewicht * vroeggeboorte * miskraam
181
Griepvaccin * tijdstip toediening * bijwerkingen * kostprijs
tijdstip * vanaf het 2e trimester (**14w**) * zo snel mogelijk vanaf oktober bijwerkingen **zelfde als bij de lokale bevolking** * lokale pijn * roodheid of kleine zwelling * hoofdpijn * lichte koorts kostprijs * **gedeeltelijk terugbetaald** door ziekenfonds * op voorschrift arts
182
Kan je een baby vaccineren tegen de griep?
Pas **na 6 maanden** wanneer de moeder werd gevaccineerd tijdens de zwangerschap, zijn de pasgeborenen extra beschermd
183
Wat zijn de risico's voor de foetus of de moeder bij het oplopen van kinkhoest?
Pertussis Ernstige besmettelijke **ziekte van de luchtwegen** => dodelijk voor baby's ## Footnote Een vaccin tijdens de zwangerschap beschermt de baby in afwachting van zijn eigen vaccin (3x - pas werkzaam na 16w)
184
Kinkhoestvaccin * welke? * toediening * kostprijs
Vaccin * **Boostrix**° * combinatievaccin: kinkhoest, tetanus en difterie Toediening * **24-32w** * indien niet tijdens de zwangerschap: zo snel mogelijk postpartum (cocoonstrategie) Kostprijs * **gratis**