7.2 Flashcards

(20 cards)

1
Q

Wat zijn hormonen en hoe worden ze vervoerd?

A

Hormonen zijn signaalstoffen afgegeven door hormoonklieren. Ze worden via het bloed vervoerd naar organen waarvan de cellen receptoren hebben om het hormoon te binden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn neurohormonen en waar worden ze geproduceerd?

A

Neurohormonen zijn hormonen geproduceerd door neuronen in de hypothalamus. Voorbeelden zijn oxytocine en ADH, die via de hypofyse aan het bloed worden afgegeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat bepaalt de reactie van een doelwitorgaan op hormonen?

A

De reactie van een doelwitorgaan wordt bepaald door de hormoonconcentratie in het bloed en het aantal hormoonreceptoren op of in de cellen van het orgaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe werken steroïdhormonen in op cellen?

A

Steroïdhormonen binden aan receptoren in het cytoplasma en vormen een hormoon-receptorcomplex dat in de kern genen aan- of uitzet, wat eiwitproductie beïnvloedt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verschil tussen endocriene en exocriene klieren?

A

Endocriene klieren geven hormonen direct aan het bloed af (secretie), terwijl exocriene klieren hun product via een afvoerbuis afscheiden (excretie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe werken peptidehormonen in op cellen?

A

Peptidehormonen binden aan receptoren in het celmembraan en activeren een second messenger die een signaalcascade in de cel op gang brengt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een signaalcascade?

A

Een signaalcascade is een kettingreactie binnen de cel waarbij het signaal van een hormoon versterkt wordt en een enorme reactie kan opwekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat doen releasing en inhibiting hormonen?

A

Releasing hormonen stimuleren de hypofyse om hormonen te produceren, terwijl inhibiting hormonen de hormoonproductie in de hypofyse remmen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke rol spelen FSH en LH bij de voortplanting?

A

FSH en LH stimuleren de productie van geslachtscellen en hormonen in de geslachtsorganen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doet het adrenocorticotroop hormoon (ACTH)?

A

ACTH stimuleert de bijnierschors om hormonen zoals cortisol te produceren, vooral tijdens stress.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat doet oxytocine tijdens en na de zwangerschap?

A

Oxytocine stimuleert weeën tijdens de bevalling en zorgt na de geboorte voor melksecretie uit de melkklieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat regelt het antidiuretisch hormoon (ADH)?

A

ADH regelt de resorptie van water in de nieren, waardoor de osmotische waarde van het bloed constant blijft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat doet het schildklierhormoon thyroxine?

A

Thyroxine stimuleert de stofwisseling en speelt een rol in de groei en ontwikkeling van het zenuwstelsel bij kinderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurt er bij een te hoge productie van schildklierhormoon?

A

De stofwisseling versnelt, wat kan leiden tot gewichtsverlies, toegenomen eetlust, en rusteloosheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurt er bij een te lage productie van schildklierhormoon?

A

De stofwisseling vertraagt, wat kan leiden tot gewichtstoename, vermoeidheid, en achterblijvende ontwikkeling bij kinderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de functie van de eilandjes van Langerhans in de alvleesklier?

A

Ze reguleren de bloedsuikerspiegel door insuline (β-cellen) en glucagon (α-cellen) te produceren.

15
Q

Hoe regelt insuline de bloedsuikerspiegel?

A

Insuline verhoogt de doorlaatbaarheid van cellen voor glucose en stimuleert de omzetting van glucose in glycogeen, waardoor de bloedsuikerspiegel daalt.

15
Q

Wat doet glucagon in de bloedregulatie?

A

Glucagon stimuleert de omzetting van glycogeen in glucose in de lever en spieren, waardoor de bloedsuikerspiegel stijgt.

16
Q

Wat doet adrenaline bij een stressreactie?

A

Adrenaline verhoogt de glucoseconcentratie in het bloed, versnelt de hartslag en ademhaling, en bereidt het lichaam voor op snelle actie.

17
Q

Wat is de rol van cortisol in stresssituaties?

A

Cortisol verhoogt de glucoseconcentratie in het bloed en onderdrukt het immuunsysteem, wat helpt het lichaam aan te passen aan stress.