H 10 Teams Flashcards

1
Q

verschil werkgroep en werkteam

A
  • groep is niet automatisch een team
  • team positieve synergie via goed afgestemde inspanningen
  • teamprestatie groter dan individuele input
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

werkgroep

A
  • informatie uitwisseling
  • neutraal (soms negatief)
  • individueel
  • willekeurig en wisselend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

werkteam

A
  • collectieve prestatie, meer gericht op elkaar
  • positief
  • individueel en gezamenlijk
  • aanvullend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

soorten teams

A
  • probleemoplossend (mogen alleen aanbevelingen doen)
  • zelfsturend
  • crossfunctioneel (meerdere afdelingen erin)
  • virtueel (goed voor informatie uitwisselen, niet sociaal)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe moet manager een virtueel team laten blijven presteren?

A
  • vertrouwen tussen teamleden, (geen boze emails)
  • intensief toezicht op teamvorderingen
  • publicatie van inspanningen van virtuele team in hele organisatie, maak het zichtbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

teams

A
  • kunnen sterk verschillen van vorm, structuur en doelstelling
  • model gaat uit dat team altijd voorkeur boven individueel maar dat gaat niet altijd op
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

sleutelfactoren effectieve teams

A
  • hulpmiddelen en contextuele invloeden
  • samenstelling van het team
  • procesvariabelen die spelen binnen het team
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

voorbeelden bij: hulpmiddelen en contextuele invloeden

A
  • leiderschap en structuur (vooral bij multiteamsystemen)
  • sfeer van vertrouwen
  • adequate hulpmiddelen
  • systemen voor prestatiebeoordeling en beloning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

voorbeelden bij: samenstelling van het team

A
  • capaciteiten leden (3 soorten)
  • persoonlijkheid
  • toewijzing van rollen (9 rollen)
  • diversiteit
  • omvang van teams (5- 9 leden optimaal)
  • flexibiliteit van leden
  • voorkeuren van leden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

voorbeelden bij: procesvariabelen die spelen binnen het team

A
  • gemeenschappelijk overkoepelend doel (visie)
  • concrete doelstellingen (moeten abitieus zijn)
  • doeltreffendeheid team (vertrouwen in zichzelf)
  • niveau conflicten
  • lijntrekken

deze variabelen in het bijzonder van belang bij grote teams en teams waarin onderlinge afhankelijkheid voor resultaat groot is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

capaciteiten leden in team (3 soorten)

A
  • technische expertise
  • vaardigheden in probleemoplossing en besluitvorming
  • interpersoonlijke vaardigheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

9 teamrollen

A
  • Linker – coördineert en integreert
  • Creator – Initieert creatieve ideeën
  • Promotor – Onderzoekt gaar mogelijkheden, kansen
  • Inschatter – Biedt inzichtelijke analyse van opties
  • Organisator – Biedt structuur
  • Producent – Biedt richting en follow-through
  • Controleur – Onderzoekts details en handhaaft regels
  • Handhaver – Voert strijd met buitenwereld
  • Adviseur – Moedigt zoektoch naar meer informatie aan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

organisatiedemografische theorie

A
  • luidt dat kenmerken als leeftijd of datum indiensttreding een voorspeller zijn van personeelsverloop in situaties waarbij mensen moeten samenwerken.
  • maar uit studie blijkt er is geen verband tussen demografische diversiteit en teamprestaties
  • sekse en etniciteit hebben negatiever effect in beroepen waarin blanke of mannelijke personen in de meerderheid zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

procesverlies

A
  • neiging van teamleden om zich minder in te spannen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

reflexiviteit

A
  • effectieve team denken na over hun masterplan en bijstellen als het nodig is
  • de bereidheid van teamleden om binnen en buiten het team actief naar feedback te zoeken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe doeltreffendeheid team bevorderen

A
  • team helpen kleine succesjes te boeken

- trainen van technische en interpersoonlijke vaardigheden

17
Q

mentale modellen

A
  • een georganiseerd geheel van kennis en opvattingen over de beste manier van werken en over de incloed van sleutelfactoren in de omgeving
  • psychologische kaarten van relevanten werkelijkheid waarin team opereert
  • leden met gemeenschappelijk mentaal model gaan frequenter met elkaar om, zijn gemotiveerder, hebben positievere houding t.a.v. werk en presteren eter
18
Q

conflicten in team

A
  • niet per se slecht
  • relationele conflicten, botsende karakters en vijandigheid wel altijd schadelijk
  • zowel te veel als te weinig overeenstemming in team over vraag hoe creatieve taak aanpakken kan prestatie in de weg staan
  • manier waarop conflicten opgelost - bespreekbaar maken bij effectieve teams
19
Q

wanneer team starten?

A
  • alleen als het probleem daarmee wordt opgelost
  • hoe kan men bevorderen dat er teamspelers in team zitten
  • team stelt hogere eisen aan communicatie, hebben conflicten die opgelost moeten worden en moeten regelmatig vergaderen, kost allemaal tijd en geld.
20
Q

3 toetsen of team de juiste organisatievorm is

  • alleen als alle 3 met duidelijk ja beantwoord dan team
A
  • kan het werk beter door meer dan 1 persoon gedaan worden?
  • is er een gemeenschappelijk doel van de groep dat meer is dan de som van de individuele doelen?
  • is er sprake van onderlinge afhankelijkheid tussen de groepsleden? (voetbal ja, zwemteam nee (beh. estafette)
21
Q

ontwikkelen van teams

A
  • teamselectie: zoek goede teamspelers
  • training teamvaardigheden
  • teambeloning: moedig teamgedrag consequent aan
  • onderdruk de neiging om alleen de beste te kiezen, bepaalde persoonlijkskenmerken zijn belangrijk voor teamspeler
  • prestatiebeloning lastig in team
  • men kan intrinsieke beloningen halen uit teams, sociale contacten, vriendschap, voldoening bij goed team te horen
22
Q

cultureel aspect teams

A
  • in VS erg individualistisch laag teamworkniveau
  • zelfsturende teams in onzekerheidsvermijdende landen werkt slechter plus aspect hiërarchisch gezag
  • iedereen heeft baat bij groepsdoelen
  • cultureel diverse teams hebben iets langere opstartfase (na 3 maand gelijk)