proeftentamen Flashcards

1
Q

Wat is gesocialiseerd charismatisch leiderschap?

A

Leiderschap dat waarden overdraagt die op anderen zijn gericht (dus niet ego-gericht), door leiders die hoogstaand ethisch gedrag vertonen.
Zie pagina 317.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Om niet ethisch gedrag te voorkomen wordt in Nederland de voorkeur gegeven aan zelfregulering. Wat is een vorm van zelfregulering?

A

Corporate governance codes afgesproken.

Zie pagina 349.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat onderzoeken sociaal psychologen binnen GiO (gedrag in organisaties)?

A

De implementatie en acceptatie van organisatieveranderingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke machtstactieken zijn volgens onderzoek het meest effectief?

A

Rationele overreding
Inspirerend appel
Consultatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat wordt verstaan onder de interactionistische benadering van conflicten?

A

Conflicten moeten worden geaccepteerd hebben een positieve invloed op een groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Een transformationeel leider is iemand die zijn volgelingen inspireert om het eigenbelang te overstijgen en het succes van de organisatie boven alles te stellen

A

ransformationele leiders vallen op doordat ze:
Aandacht besteden aan de zorgen en ontwikkelingsbehoeften van individuele volgelingen;
De perceptie van bepaalde vraagstukken veranderen door hun volgelingen op een nieuwe manier naar oude problemen te helpen kijken;
Volgelingen enthousiast maken en inspireren om zich extra in te spannen voor de doelstellingen van de groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke term past bij het stimuleren van het zelfvertrouwen bij bijvoorbeeld teamleden en wie was de grondlegger hiervan?

A

De self-efficacy-theorie wijst op het belang van de overtuiging van een individu dat hij in staat is om een taak uit te voeren. Geloof in eigen kunnen staat centraal. Bandura heeft deze theorie ontwikkeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat bepaalt volgens de theorie van statuskenmerken de status van een individu?

A

Mensen krijgen een hogere status als ze de resultaten ven een groep kunnen binvloeden, als ze een belangrijke bijdragen leveren aan het succes van een groep en als hun persoonlijke uitstraling gewaardeerd wordt.

  • Het vermogen een bijdrage te leveren aan de groepsdoelen
  • Macht over anderen
  • Persoonlijkheidskenmerken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat kan een organisatie doen om stress bij werknemers te verminderen?

A

Meer verantwoordelijkheid en zinvoller werk geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Er is een relatie tussen groepsprestatie en conflictintensiteit. Wat zou u een organisatie willen adviseren ten aanzien van de meest gewenste vorm van intensiteit als de groepsprestaties zo hoog mogelijk moeten zijn?

A

De conflictintensiteit moet zo OPTIMAAL mogelijk zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De sleutelfactoren van effectieve teams vallen in drie brede groepen uiteen:

A
  1. De hulpmiddelen en andere contextuele invloeden die teams effectief maken.
  2. De samenstelling van het team. Past men bij elkaar qua houding en vaardigheden?
  3. Procesvariabelen die spelen binnen het team en gevolgen hebben voor de effectiviteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Effectieve en uitgebreide programma’s om diversiteit te bevorderen kennen drie duidelijk onderscheiden componenten. Ten eerste het juridisch kader. Ten tweede een divers samengesteld persoonsbestand.
Wat is de derde factor?

A

persoonlijke ontwikkeling van alle werknemers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Groupthink

A

Groupthink houdt verband met normen. Het beschrijft situaties waarin groepsdruk en de neiging tot conformiteit vorkomen dat de groepsleden onbevangen en open durven uit te komen voor minderheids- of impopulaire opvattingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly