chirugische principes Flashcards

(15 cards)

1
Q

Wat zijn symptomen die een huisarts kan doen vermoeden dat er iets ernstigs aan de hand is?

A

Bloedverlies, gewicht verlies, heesheid, groei zwelling van mama, naevus met groeiverandering

Bloedverlies kan voorkomen in verschillende vormen zoals sputum, bloedbraken, melena, per anum, tepeluitvloeiing en hematurie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de kenmerken van goedaardige cellen?

A

Benigne (Goedaardige) Tumoren
Groeien langzaam

Dringen niet door in omliggende weefsels

Metastaseren niet (verspreiden zich niet via bloed of lymfe)

Vaak goed afgebakend (met een kapsel)

Kunnen klachten geven door druk op omliggende structuren, maar zijn meestal niet levensbedreigend

Voorbeeld: lipoom (vetbult), adenoom

Basaal membraan intact

Dit betekent dat de cellen in hun oorspronkelijke vorm blijven en niet invasief zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de kenmerken van kwaadaardige cellen?

A

Veranderingen in cellen, geen bewaking van cellen grenzen, vaak verstoord basaalmembraan. Kwaadaardeige cellen kunnen ongecontroleerd groeien en doorgroeien in omliggende weefsels.

Groeien vaak snel
Dringen wél door in omliggende weefsels (invasief)
Kunnen metastaseren: via bloed en lymfe uitzaaien naar andere organen
Kunnen levensbedreigend zijn
Voorbeeld: longcarcinoom, mammacarcinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekent TNM in de context van kankerstadium?

A

T = tumor grootte, N = aantal positieve lymfklieren, M = metastasen op afstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de verschillende stadia van kanker volgens het TNM-systeem?

A

Stadium 1 = T1 lymfklier negatief, Stadium 2 = T1 of T2 met N1, Stadium 3 = T3 met N0 of hoger of kleiner T met N2 of hoger, Stadium 4 = gemetastaseerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn enkele belangrijke taken van een casemanager voor oncologische patiënten?

A

Beantwoorden vragen over stoma, rectumcarcinoom, ablatio mama, lymfoedeem, uterusextirpatie, schildklierchirurgie

Dit omvat ook uitleg over de gevolgen van operaties op het seksuele leven en de kwaliteit van leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het doel van multidisciplinair overleg in de oncologie?

A

Belangrijk voor alle fasen van behandelingen, overleg op vaste tijdstippen, notulen maken

Dit helpt bij het ontwikkelen van richtlijnen en kwaliteitsbevordering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn mogelijke complicaties van chirurgische ingrepen?

A

N.recurrence letsel, naadlekkage, hematoom, infectie

Complicaties kunnen uitstel van verdere behandeling veroorzaken en hebben soms verstrekkende gevolgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de verschillende soorten chirurgie in de oncologie?

A

Preventief, curatief, palliatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het verschil tussen preventieve, curatieve en palliatieve chirurgie?

A

Preventief = ziekte voorkomen, Curatief = genezend, Palliatief = helpend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn enkele aanpassingen in operatietechnieken door de jaren heen?

A

Halsted mastectomie, gemodificeerde Halsted, lokale excisie, introductie robot chirurgie

Dit heeft geleid tot minder lymfoedeem en verbeterde herstelperiodes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn tumormarkers en geef enkele voorbeelden?

A

Tumormarkers zijn vaak eiwitten. Het lichaam maakt deze stoffen aan als reactie op de kanker. Of de tumor zelf maakt deze stoffen aan.

CEA ( colorectal ca.), calcitonine (schilklierca, PSA (prostaat ca.)

Tumormarkers zijn niet geschikt voor vroege opsporing bij gezonde mensen (behalve soms PSA). Ze zijn vooral nuttig voor behandelingsevaluatie, follow-up en detectie van recidieven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de belangrijkste beeldvormingstechnieken voor het opsporen van metastasen?

A

PET/CT scan, MRI, echo

Deze technieken helpen bij het vroegtijdig opsporen van recidieven of metastasen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is HIPEC?

A

Hypertherme intra peritoneale chemotherapie

Dit is een techniek waarbij warme vloeistof met hoge concentraties chemotherapie in de buikholte wordt toegediend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn belangrijke communicatienormen in de oncologie?

A

Open en eerlijk, zelf keuzes laten maken, shared decision making, prognose van belang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly