COLORECTAAL CARCINOOM Flashcards

(19 cards)

1
Q

Wat is het screeningsbeleid voor colorectaal carcinoom?

A

Begonnen in 2014 voor mannen en vrouwen tussen 55 en 75 jaar.

Boven 75 jaar geen screening vanwege co-mobiliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een interval carcinoom?

A

Kanker dat ontstaat tussen de screenings.

Dit kan leiden tot overlijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie doet er niet mee aan het screeningsprogramma voor colorectaal carcinoom?

A
  • Mannen
  • Marokko
  • Alleenstaanden
  • Laag inkomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de prevalentie van relevante bevindingen bij deelnemers aan de screening?

A

98,84% van de mensen die meedoen, heeft geen relevante bevindingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de etiologische factoren voor colorectaal carcinoom?

A
  • Sporadisch
  • Genetisch (10%)
  • Leeftijd
  • Overgewicht
  • Alcohol
  • Roken
  • Rood vlees
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de genetische syndromen geassocieerd met colorectaal carcinoom?

A
  • HNPCC (Lynch-syndroom)
  • (A)FAP (Familiaire adenomateuze polyposis)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de complicaties van darmchirurgie?

A
  • Ileus (parasitisch, mechanisch)
  • Infectie
  • Nabloeding
  • Milt-ureterletsel
  • Trombose
  • Littekenbreuk
  • Naadlekkage (4% colon, 8% rectum)
  • Mortaliteit (2% colon, 1% rectum)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn symptomen van colorectaal carcinoom?

A

Verschillende symptomen zoals veranderingen in ontlasting, bloed in de ontlasting, en onverklaarbaar gewichtsverlies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn enkele differentiaaldiagnoses voor colorectaal carcinoom?

A
  • Hemorroïden
  • Crohn’s disease
  • Colitis ulcerosa
  • Virale infecties
  • Bacteriële overgroei
  • Parasitaire infecties
  • Prikkelbare darm syndroom
  • Obstipatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de belangrijkste onderdelen van de work-up voor colorectaal carcinoom?

A
  • Colonoscopie
  • Biopsies
  • Pathologisch onderzoek
  • Bloedtesten (Hb, CEA, lever- en nierfunctie)
  • CT-abdomen
  • CT-colonografie
  • MRI
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

In welk deel van de darm komt de meeste kanker voor?

A

De meeste kanker komt voor in het colon sigmoïde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de stadia van colorectaal carcinoom?

A
  • T1–2: gelokaliseerd binnen darmwand
  • T3: doorgroei pericolisch, maar geen organen
  • T4: invasie in naburige organen
  • N-status: positief vs negatief
  • M-status: geen vs wel metastasen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de rol van de casemanager colon care?

A

Een centraal persoon binnen een hulpverleningstraject die het zorgproces ondersteunt en begeleidt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn voordelen van de casemanager colon care?

A
  • 1 aanspreekpunt
  • Goede bereikbaarheid
  • Herkenbaarheid
  • Eenduidige werkwijze
  • Organisatorisch sterk
  • Verbindende rol tussen disciplines
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe worden nieuwe patiënten aangemeld voor colorectaal carcinoom zorg?

A
  • Via huisarts
  • Externe kliniek
  • BVO (bevolkingsonderzoek)
  • Klinische patiënten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de intake-onderdelen voor casemanager colon care?

A
  • Uitleg zorgpad
  • Screening Snaq score (voeding)
  • Screening VMS+G8 bij 70+
  • Psychosociale opvang
17
Q

Wat zijn de belangrijkste onderdelen van de voorbereiding voor een darmoperatie?

A
  • Uitleg herstelprogramma (ERAS)
  • Uitleg darmvoorbereiding
  • Uitleg stoma en -plaatsbepaling
  • Uitleg veranderd ontlastingspatroon
18
Q

Wat is de LAR score?

A

Een tool voor het beoordelen van darmdysfunctie na een low anterior resectie bij rectumkanker.

19
Q

Wat zijn psychosociale aspecten die tijdens de herstelfase moeten worden begeleid?

A
  • Angst/onzekerheid
  • Ontlastingspatroon
  • Eetlust/gewicht
  • Conditie/revalidatie
  • Relaties/werk
  • Seksualiteit