Immuun en targetedtherapie Flashcards

(38 cards)

1
Q

Wat is de definitie van het immuunsysteem?

A

Het immuunsysteem is een verdedigingssysteem met als doel indringers of veranderde eigen cellen te bestrijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekent de Latijnse term ‘immunis’?

A

Vrijgesteld, verwijzend naar bescherming tegen indringers van buiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke cellen zijn betrokken bij het niet specifieke immuunsysteem?

A
  • Granulocyten
  • Monocyten
  • Dendritische cellen
  • Natural killer cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke cellen zijn betrokken bij het specifieke immuunsysteem?

A
  • B-lymfocyten
  • T-lymfocyten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem de vijf typen immunoglobulines.

A
  • IgA
  • IgG
  • IgM
  • IgD
  • IgE
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de functie van het immuunsysteem?

A

Het voorkomen van ziekte en/of beschermen tegen ziekte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het verschil tussen eerstelijns en tweedelijns afweer?

A

Eerstelijns afweer is aspecifiek, terwijl tweedelijns afweer specifiek is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de primaire lymfoïde organen?

A
  • Thymus
  • Beenmerg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn antigenen?

A

Indringers zoals gisten en schimmels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is immunotherapie?

A

Het gebruikmaken van het eigen immuunsysteem of immuunstoffen om lichaamsvreemde organismen of ontspoorde cellen te vernietigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem twee bijwerkingen van interleukinen.

A
  • Koorts
  • Bij voorkeur in de avond toedienen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn checkpoint remmers?

A

Geneesmiddelen die de blokkade van de kankercel opheffen zodat T-lymfocyten tumorcellen weer herkennen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het doel van vaccinaties in immunotherapie?

A

Tumorcellen veranderen zodat ze beter herkenbaar zijn voor het immuunsysteem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is CAR T-celtherapie?

A

Genetisch gemodificeerde T-lymfocyten die een nieuw antigeenherkenningsreceptor dragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn monoklonale antilichamen?

A

Antilichamen die specifiek binden aan tumorantigenen op kankercellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is targeted therapy?

A

Behandeling met medicijnen die de groei en deling van kankercellen blokkeren door specifieke moleculen tegen te gaan.

17
Q

Wat zijn de aangrijpingspunten van targeted therapy?

A
  • Her2-remmers
  • EGFR-remmers
  • VEGF-remmers
  • BRAF-/MEK-remmers
  • mTOR-remmers
18
Q

Wat zijn small molecules in targeted therapy?

A

Moleculen die intracellulair de signaaltransductie blokkeren.

19
Q

Wat is het tumorlyssissyndroom?

A

Het syndroom van acuut tumorcelverval door de gegeven behandeling.

20
Q

Wat zijn de symptomen van het cytokine release syndroom?

A
  • Koorts
  • Hypotensie
  • Dyspneu
  • Tachycardie
  • Hoofdpijn
21
Q

Vul in: Immuniteit die je doorkrijgt van moeder bij de geboorte en tijdens borstvoeding is _______.

A

Natuurlijke immuniteit.

22
Q

Wat is de functie van T-helpercellen?

A

Helpen B-lymfocyten te activeren zodat zij immunoglobulinen kunnen produceren.

23
Q

Wat is de rol van suppressor- of regulerende T-lymfocyten?

A

Zorgen ervoor dat het immuunsysteem na beëindiging van de dreiging weer in rust komt.

24
Q

Wat zijn de bijwerkingen van monoklonale antilichamen?

A
  • Koorts
  • Koude rillingen
  • Dyspneu
  • Hypo- of hypertensie
  • Duizeligheid
25
Wat is het Cytokinereleasesyndroom?
Een aandoening waarbij een uitgebreid ontstekingsreactie in het lichaam plaatsvindt ## Footnote Verschijnselen zijn lijkend op sepsis, met symptomen zoals koorts, hypotensie, dyspneu, tachycardie, misselijkheid en hoofdpijn.
26
Wat zijn de vier graden van Cytokinereleasesyndroom?
Graad 1, Graad 2, Graad 3, Graad 4 ## Footnote Graad 1: koorts, grieprig gevoel; Graad 2: hypotensie, reageert op 1 liter vulling in een uur; Graad 3: hypotensie, reageert niet op maximaal 2 liter; Graad 4: beademing.
27
Hoe wordt Cytokinereleasesyndroom behandeld?
Stoppen van toediening betreffende medicatie, Prednison, antihistaminica, Tocilizumab ## Footnote Tocilizumab blokkeert de receptor voor interleukine-6.
28
Wat is het doel van immunotherapie?
Immunotherapie stimuleert en versterkt het immuunsysteem van het lichaam om kanker te bestrijden ## Footnote Het richt zich op het activeren van immuuncellen zoals T-cellen.
29
Wat is het belangrijkste werkingsmechanisme van immunotherapie?
Het opheffen van remmingen op het immuunsysteem, toedienen van antilichamen, of stimuleren van immuuncellen buiten het lichaam ## Footnote Voorbeelden zijn checkpointremmers en TILs.
30
Wat is het doel van targeted therapie?
Targeted therapie richt zich specifiek op de moleculaire veranderingen die kenmerkend zijn voor kankercellen ## Footnote Het tracht de groei en overleving van kankercellen te remmen.
31
Wat zijn de werkingsmechanismen van targeted therapie?
Blokkeren van specifieke eiwitten, receptoren of moleculaire processen ## Footnote Dit is betrokken bij de groei en verspreiding van kankercellen.
32
Wat zijn bispecifieke antilichamen?
Antistoffen die gelijktijdig binden aan tumorcellen en T-cellen om immuunactivatie te stimuleren ## Footnote Voorbeeld: Blinatumomab voor acute lymfatische leukemie.
33
Wat is CAR T-celtherapie?
T-cellen worden genetisch gemodificeerd om kankercellen gericht aan te vallen ## Footnote Voorbeelden zijn anti-CD19 CAR T-celtherapie voor B-cel maligniteiten.
34
Wat is het effect van checkpointremmers?
Ze blokkeren remmende signalen in het immuunsysteem, zodat T-cellen effectiever kankercellen aanvallen ## Footnote Voorbeelden zijn anti-PD-1/PD-L1 en anti-CTLA-4 therapieën.
35
Wat zijn mogelijke bijwerkingen van CAR-T-celtherapie?
Tumorlysis syndroom (TLS), Cytokine Release Syndrome (CRS) ## Footnote TLS kan leiden tot hartritmestoornissen en nierproblemen.
36
Wat gebeurt er bij monitoring en behandeling van bijwerkingen?
Patiënten worden gevolgd via leverfunctietesten, kalium- en fosfaatmetingen en neurologische tests ## Footnote Bij ernstige complicaties kunnen patiënten naar de intensive care moeten.
37
Wat zijn voorbeelden van small molecules in targeted therapy?
BTK-remmers (bijv. Ibrutinib), BCL-2-remmers (bijv. Venetoclax) ## Footnote Ze zijn gericht op specifieke signaalwegen in kankercellen.
38
Wat is het verschil tussen targeted therapy en chemotherapie?
Targeted therapy richt zich specifiek op kankercellen en heeft minder bijwerkingen ## Footnote Chemotherapie vernietigt alle snel delende cellen.