Mammacarcinoom Flashcards

(63 cards)

1
Q

Wat is de meest voorkomende kanker bij vrouwen?

A

Borstkanker

14% van alle vrouwen in Nederland krijgt ooit borstkanker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de doodsoorzaak nummer 1 bij vrouwen van 25-64 jaar?

A

Borstkanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn enkele factoren die bijdragen aan de toename van borstkanker?

A
  • Hogere leeftijd
  • Eerste kind op latere leeftijd
  • Vroege menarche
  • Bevolkingsonderzoek (BOB)
  • ?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de overlevingskans na 10 jaar voor stadium 1 borstkanker?

A

95%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de overlevingskans na 10 jaar voor stadium 2 borstkanker?

A

85%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de overlevingskans na 10 jaar voor stadium 3 borstkanker?

A

60%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de overlevingskans na 10 jaar voor stadium 4 borstkanker?

A

12%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoeveel mannen krijgen jaarlijks borstkanker in Nederland?

A

100 mannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de gemiddelde leeftijd waarop mammacarcinoom bij mannen wordt ontdekt?

A

67 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de prognose voor mannen en vrouwen met mammacarcinoom?

A

Gelijk in vergelijkbare gevallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem een aandoening die het risico op borstkanker bij mannen kan verhogen.

A

Syndroom van Klinefelter (XXY)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer VAB?

A

Om afwijkingen zichtbaar te maken die niet met echo zichtbaar zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de TNM-classificatie stadia voor tumorgrootte?

A
  • T1: kleiner of gelijk aan 2 cm
  • T2: groter dan 2 tot 5 cm
  • T3: groter dan 5 cm
  • T4: vastgroeiend aan huid/thoraxwand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de MARI procedure?

A

Mapping of the Axilla with Radioactive iodine seeds

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de rol van de schilwachtklierprocedure?

A

Verwijderen van de eerste lymfeklier die de tumor afvoert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat wordt gedaan als de sentinel node positief is voor kanker?

A

Verdere verwijdering van omliggende lymfeklieren in de oksel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn enkele nabehandelingen na borstkanker?

A
  • Immunotherapie
  • Chemotherapie
  • Radiotherapie
  • Anti-hormonale therapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de rol van de verpleegkundig specialist in de zorg voor borstkankerpatiënten?

A
  • Aanspreekpunt
  • Coördinatie
  • Intake
  • Bespreken van uitslagen
  • Voorlichting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn enkele klachten die op borstkanker kunnen wijzen?

A
  • Knobbel in de borst
  • Huidintrekking
  • Zweer
  • Roodheid
  • Tepeluitvloed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de belangrijkste risicofactor voor borstkanker?

A

Leeftijd (80% is ouder dan 50 jaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn enkele risicofactoren voor borstkanker?

A
  • Lange menstruele activiteit
  • Erfelijke achtergrond
  • Kinderloosheid
  • (Veel) alcohol
  • Roken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de procedure voor het vaststellen van borstkanker?

A
  • Anamnese
  • Lichamelijk onderzoek
  • Beeldvorming
  • Multidisciplinair overleg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is het doel van een cytologische punctie?

A

Cellulaire kenmerken analyseren voor een diagnose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is het verschil tussen cytologie en histologie?

A
  • Cytologie: cellulaire kenmerken
  • Histologie: cellen en weefselarchitectuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is een naaldpunctie?
Cytologie (Cellulaire kenmerken: vorm, grootte, kern, verhouding cytoplasma/kern, aanwezigheid van delende cellen) ## Footnote Zegt iets over ‘goed’ of ‘slecht’; geen diagnose.
26
Wat is het doel van een biopsie?
Histologie (Cellen én weefselarchitectuur: ligging van cellen t.o.v. elkaar, invasieve groei, tumorgrenzen, differentiatiegraad) ## Footnote Met dikkere naald wordt pijpje weefsel uit de afwijking “geschoten” onder lokale verdoving.
27
Wat is de uitslagduur van een biopsie?
+/- 5 werkdagen ## Footnote Dit betreft de tijd die nodig is om de diagnose te stellen.
28
Wat zijn de nazorginstructies na een biopsie?
Afdrukken en verbinden met gaas en cutiplast, evt. drukverband aanbrengen, evt. extra pleister meegeven, na 4 uur verband verwijderen, steristrips laten zitten (dag of 3-4), douchen toegestaan, niet insmeren eerste 3-4 dagen.
29
Wat is CT-mammografie?
Verdenking op mammacarcinoom bij onduidelijkheid op echo/mammo met of zonder contrast ## Footnote Bestaat uit 3 treden: Voorbereiding (contrast), beeldopname, beoordeling door radioloog.
30
Wat is een Mammotome?
Een apparaat waarmee de arts onder beeldgeleiding meerdere stukjes borstweefsel kan opzuigen voor histologisch onderzoek. ## Footnote Minimaal invasief.
31
Wat is triple diagnostiek?
Palpatie, mammografie, cytologie ## Footnote Alle 3 benigne => 99,5% zeker geen carcinoom, alle 3 maligne => maligniteit bewezen.
32
Welke specialisten zijn betrokken bij de mammapolikliniek?
* Radioloog * Patholoog * Chirurg * Internist oncoloog * Radiotherapeut * Verpleegkundig specialist * (Secretaresse) * (Plastisch chirurg) * (Klinisch geneticus) * (Researchverpleegkundige)
33
Wat zijn mogelijke reacties op de uitslag van een borstonderzoek?
Verschillende reacties, dingen in gang zetten (onderzoeken, KGCL, fertiliteit etc.)
34
Wat is het doel van curatieve behandeling?
Curatieve behandeling vaak combinatie van: * Chirurgie * Radiotherapie * Systemische therapie (neoadjuvant en / of adjuvant)
35
Wat zijn de types van systemische therapie?
* Chemotherapie * Hormonale therapie * Immunotherapie (denk hierbij aan Herceptin)
36
Wat houdt de schildwachtklierprocedure in?
Klinisch geen verdachte lymfeklieren in de oksel, echografie van de oksel: geen verdachte klieren, preoperatief klieren zichtbaar maken met radioactieve vloeistof.
37
Wat zijn de klachten na het verwijderen van okselklieren?
* Verminderd gevoel bovenarm * Seroomvorming * Lymfoedeem
38
Wat zijn de behandelingen voor lymfoedeem?
* Oedeemtherapie: Compressietherapie, Oefentherapie/beweging, Huidverzorging/zelfmanagement
39
Wat zijn de indicaties voor borstsparende chirurgie?
Iedere patiënte komt in aanmerking voor borstsparende behandeling, behalve: * Patiënte kiest voor ablatio * Tumor te groot in verhouding tot volume van de borst * Meerdere tumoren in verschillende kwadranten * Uitgebreide groei van voorstadium rond de tumorhaard * Een recidief of nieuwe tumor in een eerder bestraalde borst * Patiënte is psychisch en/of lichamelijk niet in staat deze behandeling te volbrengen.
40
Wat zijn de voorwaarden voor reconstructie na borstkanker?
* Direct of uitgesteld * BMI <30 * Niet roken
41
Wat zijn de voordelen van pre-operatieve therapie?
* Evaluatie therapiegevoeligheid * Patiënten met een grote tumor kunnen van mastectomie naar sparende operatie * Oksel sparen
42
Wat zijn de bijwerkingen van chemotherapie?
* Misselijkheid en braken * Haarverlies * Pancytopenie * Slijmvliesproblemen * Negatieve invloed op vruchtbaarheid en seksualiteit * Cardiotoxiciteit * Vermoeidheid * Neuropathie
43
Wat zijn de belangrijkste genmutaties die borstkanker erfelijk maken?
* BRCA1 * BRCA2 * ATM * Chek2 * PALB2
44
Wat is de rol van de hulpverlener in de zorg voor borstkankerpatiënten?
Ondersteunen, informeren, begeleiden, motiveren en doorverwijzen.
45
Wat is een belangrijk aandachtspunt in de follow-up na borstkankerbehandeling?
Schema, postoperatief, op maat! ## Footnote Aandacht voor werk(hervatting) bij kanker, beweging en kanker/Fysiofitness, oedeemtherapie.
46
Wat is het cumulatieve risico op borstkanker bij BRCA2-gen dragers?
60-85% ## Footnote BRCA2 is een gen op chromosoom 13 dat geassocieerd is met een verhoogd risico op borstkanker.
47
Wat is de kans op ovariumkanker voor BRCA2-gen dragers?
Max 20% ## Footnote Dit percentage geeft de verhoogde kans op het ontwikkelen van ovariumkanker aan.
48
Wat is de kans op borstkanker bij mannen met BRCA2?
7% ## Footnote Hoewel het risico lager is dan bij vrouwen, is er nog steeds een significante kans.
49
Welke andere genen zijn gerelateerd aan borstkanker naast BRCA2?
ATM, Chek2, PALB2 ## Footnote Deze genen kunnen ook een erfelijke belasting voor borstkanker veroorzaken.
50
Wat is het percentage borstkankergevallen dat het gevolg is van een erfelijke belasting?
5-10% ## Footnote Dit betekent dat 90-95% van de gevallen niet erfelijk zijn.
51
Wat is de rol van de familieanamnese in de evaluatie van borstkanker?
Familieanamnese t/m 2e graad (stamboom) ## Footnote Dit helpt bij het identificeren van erfelijke risicofactoren.
52
Wat moeten vrouwen doen na een diagnose van borstkanker met betrekking tot anticonceptie?
Stoppen met anticonceptie ## Footnote Hormonen in anticonceptie kunnen de tumor voeden.
53
Wat kan tepeleczeem een voorstadium zijn van?
Ziekte van Paget ## Footnote Dit is een vorm van borstkanker die zich kan manifesteren als eczeem rond de tepel.
54
Noem drie soorten medicatie die relevant zijn in de behandeling van borstkanker.
* Antidepressiva * Bloedverdunners * Hormoon suppletie ## Footnote Deze medicaties kunnen invloed hebben op de behandeling en het herstel.
55
Waarom is het belangrijk om intoxicaties uit te vragen bij patiënten?
Het is een contra-indicatie voor plastische chirurgie en kan invloed hebben op de wondgenezing ## Footnote Dit kan de uitkomst van chirurgische ingrepen beïnvloeden.
56
Wat is Pintuition?
Een magnetisch gebaseerde lokalisatie-techniek voor tumoren ## Footnote Het helpt bij tumoren die moeilijk palpabel zijn.
57
Wanneer gebruik je Pintuition?
* Tumor moeilijk palpabel * Microcalcificaties zichtbaar op beeldvorming * Follow-up na neoadjuvante chemotherapie * Nauwkeurige lokalisatie zonder draad * Allergie voor andere markerstoffen ## Footnote Pintuition is handig voor subcentimetrische tumoren.
58
Wanneer gebruik je Pintuition niet?
* Tumor groter of gemakkelijk palpabel * Beperkte toegang tot apparatuur * Kleine tumoren niet goed zichtbaar op beeldvorming ## Footnote In deze gevallen zijn andere technieken effectiever.
59
Wat is MARI (Mammotome® Resection)?
Een lokalisatietechniek voor mammografie-geleide resectie van tumoren ## Footnote MARI maakt gebruik van een radioactieve marker voor tumor lokalisatie.
60
Wanneer gebruik je MARI?
* Moeilijk te voelen tumoren zichtbaar op mammografie * Multicentrische tumoren * Onregelmatige, slecht palpabele tumoren * Veilige en precieze verwijdering met minimale schade ## Footnote MARI is nuttig voor nauwkeurige tumorverwijdering.
61
Wanneer gebruik je MARI niet?
* Patiënten niet geschikt voor radioactieve markers * Tumor groot en goed voelbaar * Tumoren moeilijk zichtbaar op mammografie ## Footnote In deze situaties zijn andere technieken meer geschikt.
62
Wat is een voordeel van zowel Pintuition als MARI?
Minder invasieve manier om tumoren te lokaliseren ## Footnote Beide technieken helpen de chirurg bij het nauwkeurig verwijderen van tumoren.
63
Wat beïnvloedt de keuze tussen Pintuition en MARI?
De locatie van de tumor, beschikbare technologie en specifieke behoeften van de patiënt ## Footnote Dit zorgt voor een gepersonaliseerde aanpak in de behandeling.