Emotie en emotieregulatie Flashcards

(40 cards)

1
Q

Emoties

A

Emoties kunnen worden gedefineerd als psycho-fysiologische fenomenten
- een relatief kort, gebeurtenis-specifieke, affectieve reactie
- die functioneel en adaptief is
- die meerdere componenten omvangt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Meerdere componenten van emoties

A
  • interne of externe triggers
  • cognitieve evaluaties
  • physiologische activatie
  • gedragsneigingen
  • distinctieve gedragsuitingen
  • bewuste subjectieve ervaring
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Staat niveau

A
  • emotionele reactie op een bepaald moment
  • hoe voel je je nu?
  • binnen-persoonsniveau van analyseren
  • experience sampling of gedragsanalyse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Trek niveau

A
  • een persoon hun neiging tot het ervaren van bepaalde emoties
  • hoe voel je je in het algemeen of meestal?
  • persoonlijkheidstrekken boosheid en negatieve emotionaliteit (neuroticisme)
  • tussen-persoonsniveau van analyseren
  • cross-sectionele en longitudinale studies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Boosheid
- woede

A

Relatief specifiek syndroom van motorische, somatoviscerale en cognitieve reacties op specifieke omstandigheden die gepaard gaan met de neiging om een doelwit pijn te doen
- basisemotie
- relatie met agressie zit al in de definitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gezicht van boosheid

A
  • wenkbrouwen omlaag en naar elkaar getrokken
  • ogen wijd geopend en starend
  • lippen hard tegen elkaar gedrukt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bewijs link negatieve emotionaliteit met agressie

A
  • boze ruminatie is gelinkt aan meer reactieve agressie 6 maanden later in een groep Chinese studenten
  • kinedren dei continu comorbide internalisrende en externaliserende problemen ervaarden, hadden een grotere kans om risicovolle gedragingen te vertonen, om te gaan met leeftijdsgenoten die dit soort gedrag vertonen, afgewezen te worden door leeftijdsgenoten en associaal te zijn tov leeftijdsgenoten in de vroege adolescentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Frustration-Aggression Hypothesis
- John Dollard 1939

A

Inspanning om doel te bereiken worden geblokkerd of verhinderd –> frustratutie
- anderen negatieve emotionele ervaring
- boosheid
–> boosheid zal leiden tot agressie
–> frustraute is een noodzakelijke ,maar niet voldoende voorwaarde voor agressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

General Strain Theroy
- Robert Agnew

A

Stressfactoren (negatieve ervaringen etc.) –> negatieve emotionaliteit –> delinquentie (correctieve stappen en stress verminderen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kritiek general strain theory

A
  • niet bij alle mensen resulteren ervaringen van boosheid in delinquentie
    –> toevoeging van copingskills aan het model
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Novaco

A

Combinatie van voorgaande modellen met een cognitieve component, vanuit een klinisch perspectief
- Aversieve gebeurtenis –> opwinding –> cognitieve beoordeling –> angst of boosheid
–> boosheid kan leiden tot agressie (ligt aan regulatie)
- boosheid kan adaptief zijn met goede uitkomsten voor een individu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

General Agression Model
- Anderson en Bushman

A

Overkoepelend model dat geweld in situaties probeert te verklaren
Persoon X situatie interactie bepaalt interne staat: cognitie, affect en opwinding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Implicaties ui General agression model

A
  • boosheid kan inhibities verlagen (cognitieve overtuigingen)
  • boosheid kan gedrag bekrachtigen (fysiologische opwinding en neiging tot approach-georiënteerd gedrag)
  • boosheid faciliteert behouden van agressieve intentie (aandacht op provocatie, bias in verwerking en herinnering aan gebeurtenis)
  • booheid kan een informatiesignaal zijn (oorzaken, schuldigheid en manier van reageren)
  • boosheid breng agressieve gedachtes, scripts en gedragingen naar de voorgrond
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Boosheid en psychopathologie

A

Boosheid speelt een balngrijke rol in verschillende vormen van persoonlijkheidspathologie (borderline, antisociale, narcistische en paranoïde PS)
- disinhibitie van externaliserende symptomen
- antagonistische externaliserende symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Disinhibitie van externaliserende symptomen

A
  • affectieve opwinding en gebrek aan inhibitie van gedrag
  • reactieve vormen van agressie
  • bijv. borderline
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Antagnostische externaliserende symptomen

A
  • cognitieve component van boosheid
  • aanhoudende ervaring van boosheid in combinatie met boze cognitieve verwerking
  • bijc. antisociaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Verschillende soorten van geweld

A

Ontremd vs. antagonistisch
–> systematisch onderscheid?
2 dimensies:
- controle
- motivationele valentie (offensief vs. reactief)

18
Q

Howards quadripartite typology of violence

A
  • sensatie-zoekende boosheid
  • explosieve/reactieve boosheid
  • dwingende boosheid
  • Wraakzuchtige/ruminatieve boosheid
19
Q

Sensatie zoekende boosheid

A

Impulsieve en proactieve boosheid
–> andere schade toebrengen om positief affect te verhogen (opwinding)

20
Q

Explosieve/reactieve boosheid

A

Impulsieve en reactieve boosheid
–> wegnemen van een interpersoonlijke bedreiging om negatief affect te verminderen (angst, nood)

21
Q

Dwingende boosheid

A

Gecontroleerd en proactieve boosheid
–> positieve uitkomsten of bekrachtiging verkrijgen (aangename anticipatie)

22
Q

Wraakzuchtige/ruminatieve boosheid

A

Gecontroleerde en reactieve boosheid
–> wegnemen van een interpersoonlijke bedreiging middels een overwogen actie met voorbedachte rade (wraakzuchtig)

23
Q

Positieve emoties

A

Op het staat niveau kunnen positieve emoties ook antisociaal gedrag motiveren
- trots, opwinding, sensatie-zoeken
–> motivatie om positieve emotionele ervaringen te behouden of te doen toenemen

24
Q

Positieve emoties bij reactieve agressie

A
  • plezier in wraak
  • voodoo doll taken zijn geassoieerd met meer positief affect
25
Positieve emoties bij proactieve agressie
- minder onderzocht - jagen voor sport/plezier
26
Angst
Angst is gelinkt aan antisociaal gedrag bij hoge en lage levels - trek-niveau: mensen die vaker angst ervaren, vertonen vaker antisociale gedragingen - staat-niveau: als iemand in een moment geen angst ervaart, meer waarschijnlijkheid voor antisociaal gedrag
27
Afwezigheid van de emotie angst
- gelinkt aan externalierende symptomen - problemen in socio-morele ontwikkeling Situaties die normaal angst triggeren, moeten worden vermeden - wordt niet geleerd door individu - gebrek aan leren door negatieve bekrachtiging - ontwikkeling van gevoelloze trekken
28
Schuld
Gevoel van verantwoordelijkheid voor of spijt van wangedrag - ik heb iets slechts gedaan - minder externaliserend gedrag - kan voortzetten wangedrag voorkomen
29
Schaamte
Pijnlijk gevoel dat voortkomt uit het besef dat er iets oneervol, ongepast of fundamenteel fout is aan het zelf - ik ben een slecht persoon - paradoxaal gelinkt aan meer geweld
30
Schaamte en agressie
Ervaring van devaluatie --> schaamte (emotionele pijn) --> gedeeltelijk ervaren als fysieke pijn --> - triggert onmiddelijk, reactief geweld - stabiele, pervasieve gedragsneiging tot geweld
31
Emotieregulatie - Gross
Situatie --> aandacht --> beoordeling --> respons
32
Wat is emotieregulatie
Processen die beïnvloeden welke emoties we hebben, wanneer we ze hebben en hoe we ze ervaren - multi-component proces
33
Emotieregualtie en externaliserende symptomen
Problemen in emotieregulatie worden gezien als een transdiagnostische aanwijzing van psychopathologie gelinkt met affectieve en persoonlijkheidsstoornissen - depressieve, angst, obsessief-compulsief - antiscoiaal, sadisme en psychopathie --> problemen in emotieregualtie prospectief geassoceerd met agressie
34
Onder- en over-reguleren
Emotionele gewaarwording, emotionele acceptatie en adaptief gebruik van emotieregulatie strategieën is de kern van succesvolle emotieregulatie - zowel onder- als over-regulatie van emoties is gelinkt aan geweld
35
Onder-regulatie van boosheid
- agressieve scripts en schema's worden geactiveerd - aandacht wordt gefocust op boosheid-gerelateerde informatie - verstoren van doelgericht gedrag - hoge fysiologische opwinding
36
Onder-regulatie van negatieve emoties
- niet reguleren van emoties --> moeilijk te tolereren emotionele staat - gewelddadige acties verbeteren humeur vaak niet, maar men kan toch geweld plegen met de hoop om zich beter te voelen - agressie om gevoelens van emotionele kwetsbaarheid te verminderen
37
Over-regulatie
- kan negatief affect juist doen toenemen - vermindert inhibities tegen agressie door cognitieve gedachteprocessen te versimpelen - verslechtert processen voor beslisingen te maken door het uitputten van cognitieve bronnen - verslechtert social netwerken en deot gevoelens van sociale exclusie toenemen - doet fysiologische opwinding toenemen - verhindert resolutie van moeilijke situaties door vermijding
38
Moderatie
Negatieve urgentie modereeert de link tussen negatieve emotionaliteit en fysieke agressie - maar andersom ook: goede emotieregulatie kan als buffer werken
39
Temperament-gebaseerde theorie van antisociaal gedrag
...
40
Klinische implicatie
- Management en regulatie van boosheid meot een hoeksteen zijn van behandeling, maar er moet ook aandacht worden geschonken aan algemene emotieregulatie skills - Focus eerst op zelf-reflectie en dan pas op andere skills - focus op overt agressief gedrag en onderliggende agressieve cognitieve stijlen - beleidsmakers moeten behandeling breed beschikbaar maken