Erectie fysiologie en farmacotherapie

Question 1

Via welk systeem gaan prikkels van cortex naar het ruggenmerg?

Answer 1

Limbisch systeem

Question 2

Ruggenmerg niveaus sympatisch en parasympatische zenuwen

Answer 2

Sympatisch: Th11-L2; orgasme, ejaculatie en detumescentie.
Parasympatisch: S2-S4; vasodilatatie en erectie.

Question 3

Sympatisch en parasympatische zenuwen met hun effecten op de mannelijke seks

Answer 3

Sympatisch: Th11-L2; orgasme, ejaculatie en detumescentie.
Parasympatisch: S2-S4; vasodilatatie en erectie.

Question 4

Kies het jusite alternatief

De a. pudenda interna komt uit het [anterieure/posterieure] deel van de iliaca interna

Answer 4

anterieur

Question 5

De a. cavernosa vertakt zich in de corpora, deze takjes heten de aa. …..

Answer 5

aa. Helicines

Question 6

Noem de veneuze route van corpus cavernosum tot penisbasis

Answer 6

Plexus subtunica –> v. emissaria (door tunica albuginea) –> v. circumflexa –> v. dorsalis profunda

Question 7

Juist of onjuist?

Erectie is een gevolg van vasodilatatie via de nervus cavernosus (ACh, NO, guanylyl cyclase, cGMP, myosinerelease).

Answer 7

Onjuist.
Juist, maar ook rol voor n. pudendus
(somatomotisch, ACh, contractie mm. ischio- en bulbocavernosus, drukverhoging)

Question 8

In het endotheel wordt …. geactiveerd door acetylcholine

Answer 8

eNOS

Question 9

Stikstofmonoxide (nitric oxide) stimuleert het enzym ….. dat GTP omzet in …..

Answer 9

Guanylyl cyclase dat GTP omzet in cGMP

Question 10

Noem zes leefstijladviezen bij erectieproblemen

Answer 10

• Alleen seks hebben als je wil
• Omstandigheden creeren
• Sporten
• Mediterraans dieet
• BMI < 30
• Stoppen met roken

Question 11

Noem vier meetbare parameters van leefstijl bij erectieproblemen

Answer 11

• Bloeddruk
• Cholesterol en lipiden
• Bloedsuiker
• (Depressie)
• Medicatie

Question 12

Noem twee nitraten

Answer 12

Nitrospray, monocedocard

Question 13

De farmacokinetiek van tadalafil (cialis) is op drie punten anders dan andere PDE5i’s; namelijk:
1.
2.
3.
(4. Bonusgevolg van 2)

Answer 13

1. Iets latere Tmax (2 uur vs. < 1 uur)
2. Langere halfwaardetijd (17,5 vs 3-5)
3. Wordt geabsorbeerd icm vet eten.
4. Er bestaat een onderhoudsdosering 5mg dagelijks

Question 14

Specifieke bijwerkingen van de volgende middelen zijn:
Sildenafil -
Vardenafil -
Tadalafil -

Answer 14

Sildenafil = visusproblemen
Vardenafil = cave antiaritmica
Tadalafil = rug- en spierpijn.

Question 15

Wat is de efficacy (in %) van respectievelijk PDE5i, PGE1-rec. agonist en intracaverneuze injecties?

Answer 15

PDE5i: 70%
PGE1 agonist: 50%
Intracaverneuze injecties: 90%

Question 16

Noem de contraindicaties van PDE5-remmers

Answer 16

• Ernstige leverfunctiestoornis
• hypotensie (< 90/50 mmHg)
• recent myocardinfarct of beroerte (< 3mnd)
• visusverlies in één oog als gevolg van een niet-arterieel anterieur ischemisch oogzenuwlijden wel of niet gerelateerd aan eerdere blootstelling aan een PDE-5-remmer
• erfelijke degeneratieve retinale stoornissen zoals retinitis pigmentosa.

Question 17

PGE1 receptor agonisten werken door vasodilatatie. Beschrijf de pathway.

Answer 17

Stimulatie van de zenuw geeft stimulatie van adenylylcyclase dat ATP naar cAMP omzet, met effect op calcium (daalt) en actine-myosine (laat los). Resultaat: vasodilatatie.

Question 18

Bij welke populatie is PGE1R-agonist een optie?

Answer 18

Mensen zonder opwinding, functionele zenuwen of functioneel endotheel (want dat alles is niet nodig).

Waarbij “zonder opwinding” bij wijze van spreke is

Question 19

Intracaverneuze injecties bevatten twee werkzame stoffen. Welke? En met welk effect?

Answer 19

1. Fentolamine α1/α2 adrenoceptor antagonist -> blokkeert NA op α1, voorkomt vasoconstrictie.
2. Papaverine: niet-specifieke PDE-remmer -> remt afbraak cAMP en cGMP -> vasodilatatie.

Ezelsbrug: P remt P via c(A/G)MP, F antagoneert A middels NA.

Question 20

De Alfa-1-adrenoceptor geeft vasoconstrictie via een stofje met een onmogelijke naam. Welke is dat?

Answer 20

fosfolipase-inositol trifosfaat (en daarna calciumstijging).

Question 21

Fysiologie van de ejaculatie

Bij de ejaculatie spelen twee neurologische pathways een rol. Welke?

Answer 21

1. Autonoom, Vezels Th10-L2: emissie
2. Somatomotirisch, n. pudendus: ejectie

Question 22

Juist of onjuist

De nervus pudendus is een autonome zenuw

Answer 22

Onjuist
Is somatisch (motorisch)

Question 23

Juist of onjuist

Ejectie via de n. pudendus behelst contractie van bekkenbodem, relaxatie van interne sfincter en contractie van de blaashals.

Answer 23

Juist

Question 24

Wat is de definitie van ejaculatio praecox?

Answer 24

• Ejaculatie < 1 vaginale penetratie (lifelong) of < 3 minuten (verworven)
• onvermogen uit te stellen
• negatieve persoonlijke consequenties

Question 25

Wat is IELT?

Answer 25

intravaginale ejaculatory latency time (stopwatch)

Question 26

Wat is PEDT?

Answer 26

premature ejaculation diagnostic tool

Question 27

Wat is een "normale" IELT?

Answer 27

Midden 5,4-6 minuten

Question 28

Wat is de prevalentie van een IELT < 1 minuut?

Answer 28

2,5%

Question 29

....% van mannen beschouwden hun eigen IELT te kort. Deze groep had een IELT van .... min.

Answer 29

28% van mannen beschouwden hun eigen IELT te kort. Deze groep had een IELT van 4.9 min.

Question 30

Medicamenteuze behandeling ejaculatio precox kan met:

Answer 30

- dapoxetine (SSRI) - lidocaine/prilocaine spray Alternatieven: andere SSRI, ander topical anestheticum, tramadol, PDE5I. Seksuoloog alleen bij verworven EP.

Question 31

De meest voorkomende bijwerkingen van dapoxitine zijn misselijkheid, duizeligheid en hoofdpijn. Hoeveel van de gebruikers heeft daar last van?

Answer 31

misselijkheid 17%, duizeligheid 9,5% en hoofdpijn (8%).

Question 32

Noem de andere bijwerkingen van dapoxetine die je kent

Answer 32

Diarree, somnolentie, moeheid, insomnia, nasopharingitis