Penispathologie Flashcards
(40 cards)
Wat zijn kenmerken van de patiënt met congenitale peniscruvatuur.
Noem er drie.
- presentatie meestal adolescentie/jong volwassenen
- curvatuur hulpzoekers meestal >30 gr
- kan gepaard gaan met negatief zelfbeeld, seksuele disfunctie en/of gestoorde seksuele ontwikkeling
presentatie vermeldt “prevalentie ? 0,5-10% ?!”
Wat zijn kenmerken van de anatomie bij een congenitale peniscurvatuur?
Noem er vier.
- lage aanhechting
- meestal ventrale curvatuur (lange cavernosa, kortere urethra/spongiosum/frenulum)
- zeldzaam lateraal: 1 corpus langer
- normaal tot bovengemiddelde penisstreklengte
Vul aan:
De streklengte van een penis is gemiddeld [ ] cm, en dat is [ ] cm langer dan in rust
Gemiddeld 13 cm
4 cm langer (1-7cm)
1+3=4
In de dd van congenitale curvatuur staan … (noem er 2)
- Fibrose na trauma/fractuur
- Hypospadie (curvatuur bij chorda)
Seksuele anamnese bij congenitale curvatuur, noem drie essentiele onderdelen
- sexarche en idee van “afwijking”
- ervaringen, ontwikkeling en schaamte
- psychologische last, relationele/seksuele problemen en overtuigingen
Start, Ontwikkelingen, Hinder
Congenitale curvatuur
Naast lichamelijk onderzoek is [ ] afdoende aanvullend onderzoek
Een foto in erectie
(je meet de curvatuur).
Echografie alleen na trauma.
Drie chirurgische opties voor congenitale kromstandcorrectie zijn:
- Cavernoplicatie
- Stage procedure (kleine incisies)
- Klassieke Nesbitt elipsen
Noem de twee nadelige gevolgen van penischirurgie
- verkorting
- tijdelijk sensibiliteitsverlies glans
(palpabele/pijnlijke hechtingen alleen als je een kneus bent)
Waarvan krijgen mannen pijn na penischirurgie? En hoe is dat te voorkomen?
Het in reefhechting insluiten van zenuwtakjes in de fascie van Buck.
Dus
- buck openen en sluiten
- oplosbare soepele draad gebruiken (PDS of goretex)
- knoopjes begraven
Toetsvraag
Realiseer je waar Buck’s fascie loopt
Goed zo
Peyronie
Typische patient is in de 50 en heeft geleidelijke verkorting van de penis.
De atypische patient in deze analogie is …
is <40 en heeft een plotse vormverandering van de penis.
Peyronie
Bij eerste consult is essentieel counselen
- verkorting hoort bij ziektebeeld
- seksuele dysfunctie en emotionele/depressieve gevoelens normaliseren
Peyronie
Bij eerste consult is essentieel lichamelijk onderzoek
- Streklengte (alle penispathologie)
- Hoek meten (gradenboog)
Ook plaque palperen en vormveranderingen beschrijven
Peyronie
Koppel aan elkaar:
1) Erectiele dysf. 2) seksuele dysfunctie
3) emotionele kl. 4) depressieve klachten
a) 81% b) 30-70% c) 100% d) 48%
ED bij peyronie tgv psychoseksuele last EN associatie met neurovasculair
1B: 30-70% ED
2C: 100% seks. dysf.
3A: 81% emotionele klachten
4D: 48% depressieve klachten
Toetsvraag
Pathofysiologie van Peyronie.
Juist of onjuist?
Peyronie ontstaat als direct gevolg van microtraumata van de tunica albuginea
Onjuist.
Het ontstaat als gevolg van een gestoorde fibroblastreactie na microtraumata.
Pathofysiologie van Peyronie.
Vul aan:
Een genetische aanleg speelt zeker een rol. xx tot xx % van de patiënten heeft simultaan Dupuytren
8-39 %
Ook Ledderhosen komt voor.
Pathofysiologie van Peyronie
Noem naast genetische factoren nog vier risicofactoren voor de ziekte van Peyronie.
- Relatieve ischemie bij DM
- Dyslipidemie
- Hypertensie
- Kleine bekken chirurgie (prostatectomie!)
Ezelsbrug: metabool syndroom + prostatectomie
Peyronie
In de actieve fase zie je zowel progressie (xx-xx%) als verbetering (max. xx%)
Progressie 21-47%
Verbetering max. 13%
Behandeling act. fase: counselen, zwellen, strekken. Evt ESWT bij pijn.
RestoreX tractietherapie geeft enige verbetering. Noem een drietal cijfers van de studie.
- N=110
- 3 maanden strekken
- dagelijks 31 minuten
- 9 maanden follow-up
- 18-20gr curvatuurreductie,
- +1,7-2cm lengte
Peyronie
Noem de indicatie en twee voorwaarden voor chirurgische behandeling van Peyronie
Coitus niet mogelijk, wel wenselijk voor patient en partner
- stabiele fase, na 1 jaar / >3 m stabiel
- Rigiditeit >70-80%, evt met PDE5i of vacuumpomp
Peyronie
Noem de vier contra-indicaties voor cavernoplicatie
- streklengte < 10cm
- streklengte 10-12 cm met fors verschil binnen/buitenbocht
- curvatuur > 60gr
- zandloperfiguur
Peyronie
Nazorg cavernoplastiek behelst
- Goed strekken (evt vacuumpomp)
- Goede erecties (PDE5i 1 maand)
- CAD + drukverband 2d ter preventie hematoom
Peyronie
De kans op erectiele dysfunctie na cavernoplicaties is
a) 0-80%
b) 3-10%
c) 5-20%
d) 10-12%
b. 3-10%.
a: 0-80% = lengtebehoud na cavernoplastiek.
c: erectiele dysfunctie na cavernoplastiek
d: 10-12 cm met forse kromming is contra-indicatie plicatie
Peyronie
Cavernoplastiek geeft geen/minder lengteverlies maar wordt toch niet standaard gedaan. Waarom?
- meer risico’s (ED, bijna altijd ejaculatiestoornis, hematoom)
- intensievere nazorg