Eten & Drinken Flashcards

1
Q

Hoe werkt vasopressine?

A

Als vasopressine circuleert in bloedbaan, kan het koppelen aan zijn receptoren en wordt het geactiveerd. In cel treedt activatie van G-eiwit op, wat leidt tot activatie van adenylyl cyclase (produceert ATP) en proteïne kinase A. Dat heeft tot gevolg dat er waterkanalen (aquaporines) worden geïncorporeerd in de bloedbaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem de functies van vasopressine

A
  • Resorptie van water in distale tubulus en verzamelbuis in nieren.
  • Osmolariteit van urine verhogen en dat van bloed verlagen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe wordt de afgifte van ADH gereguleerd?

A

Door osmotische receptoren in hypothalamus en bloeddrukreceptoren in het hart, longvaten, sinus caroticus en door aanwezigheid van angiotensine II.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Functies van oxytocine

A
  • Speelt belangrijke rol bij voortplanting.
  • Vermindert stress door beïnvloeding van prolactine en ACTH-niveaus.
  • Remt activiteit in deel hersenen betrokken bij emotionele reacties.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Negatieve feedback van vasopressine

A
  • Onder normale omstandigheden verantwoordelijk voor regelen van normale hoeveelheden water dat gereabsorbeerd wordt.
  • Cellen die vasopressine produceren liggen in hypothalamus en kunnen niet alle feedback stoffen zien door bloed-hersenbarrière.
  • Circumventriculaire organen zijn in staat zijn perifere signalen te meten en deze door te geven aan hersenen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Rol van vasopressine in optimale osmolariteit van bloedplasma

A
  • Stijgende osmolariteit gemeten door circumventriculaire orgaantjes.
  • Circumventriculaire organen geven informatie door naar vasopressine producerende cellen in hypothalamus.
  • Cellen geven meer vasopressine af, wat nieren stimuleert tot reabsorptie water in bloedbaan, waardoor osmolariteit daalt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Rol van vasopressine in bloeddruk

A
  • Dalende bloeddruk gemeten door bloeddrukreceptoren in aortaboog/halsslagader.
  • Neuronaal signaal gaat via hersenstam naar hypothalamus, wat leidt tot verhoogde afgifte vasopressine, reabsorptie water in bloedbaan en verhoging bloeddruk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Rol van vasopressine in stroomsnelheid bloed

A
  • Stroomsnelheid bloed gemeten in kapsel van Bowman door middel van juxtaglomerulaire cellen.
  • Renine afgegeven aan bloedbaan en is voorloperstof voor angiotensine I.
  • ACE afgegeven in bloedbaan en zet angiotensine I om in angiotensine II.
  • Angiotensine II stimuleert afgifte van vasopressine, wat zorgt voor verhoogd bloedvolume en snellere stroomsnelheid.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houdt diabetes insipidus in?

A

Nieren houden niet goed vocht vast, waardoor iemand veel en vaak moet plassen, en constant dorst heeft. Dit komt doordat er tekort is aan vasopressine of doordat lichaam er niet op reageert. Het wordt behandeld met synthetische vasopressine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Twee typen van diabetes insipidus

A

Centrale (neurogene) diabetes insipidus: onvermogen van magnocellulaire neuronen in hypofyse om vasopressine af te geven.
- Genetisch defect van het vasopressine gen.
- Vernietiging van magnocellulaire neuronen door tumoren.

Perifere (nefrogene) diabetes insipidus: onvermogen van collecting duct cellen om te reageren op vasopressine.
- Genetisch defect van het vasopressine V2 receptor gen.
- Onvermogen om voldoende aquaporinekanalen te synthetiseren of in te brengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Regulatie van eetgedrag op korte termijn

A
  • Door minder van hormoon ghreline te produceren, vermindert maag ons verlangen om te eten.
  • De nucleus van solitaire tractus (NST) ontvangt remmende verzadigingssignalen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Aandoeningen van korte termijn controle van eten

A
  • Bij boulimia wisselen diëten, eetbuien en braken of laxeren elkaar af. Tijdens eetbui eet je in korte tijd overmatig veel, om je hierna vaak schuldig te voelen.
  • Bij eetbuistoornis ook meerdere malen per week ongecontroleerde eetbuien. Na eetbui braak of laxeer je echter niet. Het gevolg is dat je flink kunt aankomen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Lange termijn controle van eten

A

Hormoon leptine wordt afgegeven door vetcellen en speelt rol bij regulatie van verzadiging. Het bereikt via bloed de hersenen en stimuleert na actieve passage van bloed-hersenbarrière het verzadigingscentrum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Signalen die bijdragen tot korte-termijn controle

A

CKK, PYY en GLP-1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Centrale verwerking van eetsignalen

A
  • Inhibitie van eetlust, anorexigene route, gebeurt via co-expressie van specifieke neuropeptiden (POMC & CART).
  • De stimulatie van voedselopname, orexigene route, wordt gekenmerkt door expressie van neuropeptide Y (NPY) en AgRP.
  • Nucleus van solitaire tract krijgt inputs, wat uiteindelijk ons voedselinname gedrag reguleert.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Rol van leptine in Humane Obesitas

A
  • Obesitas is geassocieerd met genetische defecten in leptinereceptor, leptine-signaalweg en leptine transport over bloed-hersenbarrière.
  • Leptineresistentie kan komen door hoge leptine niveaus die leptine receptor niveaus onderdrukken, of doordat hoge leptine niveaus de transportcapaciteit van bloed-hersenbarrière overschrijden.
  • Hoge leptine levels kunnen receptor niveaus onderdrukken. Minder respons is ook minder signaal dat wordt doorgegeven, waardoor er niet adequaat gereageerd kan worden op verhoogde leptine niveaus.
17
Q

Behandelingen voor Humane Obesitas

A
  • NPY-receptor antagonisten
  • Orexin receptor antagonisten
  • CART-receptorantagonisten
  • Melanocortin Receptor Antagonisten
  • CRH receptor agonisten
  • Ciliary neurotrophic factor (CNTF)
  • Gastric bypass: maag verkleind en dunne darm aangesloten op voormaag. Verteringssappen omgeleid en ingenomen voedsel niet volledig verteerd. Maagzwelling treedt eerder op wat leidt tot snellere hormoonafgifte.
18
Q

Wat houdt Anorexia in?

A
  • Pathologisch gewichtsverlies door abnormale lage inname van voedsel.
  • Psychologische factoren: vervormde waarneming van lichaamsbeeld en angst voor eten.
  • In HPA-as worden stresshormonen geproduceerd. Hormoon CRH stimuleert anorexigene route, waardoor voedselinname wordt geremd.