Motivatie & Attentie Flashcards

1
Q

Wat is motivatie?

A

Gedrag wat je tentoonstelt om bepaald doel te bereiken; dit kan zowel intern als extern gedreven zijn door stimulus (incentive).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat wordt er verstaan onder leren?

A

Ervaring die gedrag blijvend verandert, en kan onderverdeeld worden in non-associatief (herhaalde stimulus) en associatief leren (experimentele verantwoordelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt reinforcement (bekrachtiging) in?

A

Reinforcement is manier om gedrag te veranderen of aan te leren.
- Positief: toediening van stimulus leidt tot toenemen van gedrag. Geef wat individuen lekker vinden als ze het gewenste gedrag hebben uitgevoerd.
- Negatief: wegnemen van stimulus leidt tot toenemen van gedrag. Bijvoorbeeld druk op het been tijdens het paardrijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt punisment (bestraffing) in?

A

Punishment (bestraffing) kan zowel negatief als positief zijn om bepaald ongewenst gedrag te stoppen. Het bestraffen van slechte prestaties verbetert prestaties zonder tevredenheid te beïnvloeden. Willekeurige bestraffing leidt tot slechte prestaties en ontevredenheid
- Positief: negatieve consequentie hangen aan iets (tik geven).
- Negatief: iets goeds weghalen (snoep weghalen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is extinction?

A

Het vervagen van aangeleerde associatie. Dit kan opnieuw worden opgeroepen bij juiste stimulans.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer is er sprake van een drugsverslaving?

A
  • Wekt karakteristiek ontwenningssyndroom op of gebruikt om ontwenningsverschijnselen te vermijden of onder controle te houden.
  • Herhaalde pogingen om te minderen of te stoppen met drugsgebruik.
  • Toxiciteit op ongepaste momenten / ontwenningsverschijnselen verstoren het dagelijks functioneren ten gunste van drugsgebruik.
  • Voortgezet drugsgebruik ondanks vermindering van sociale, beroepsmatige of recreatieve activiteiten of van sociale, emotionele of fysieke problemen in verband met drugsgebruik.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is sensitisatie?

A

Een vorm van niet-associatief leren waarbij versterking van reflex op prikkels plaatsvindt. Bijvoorbeeld het gevoelig maken van lichaam voor bepaalde lichaamsvreemde stof (drug), zodat het lichaam sneller kan reageren, wanneer het hier voor tweede maal mee in contact komt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Uit welke drie routes bestaat het dopaminerge systeem?

A
  • Nigrostriatale route: komt uit substantia nigra en gaat naar striatum.
  • Mesolimbische route (plezier): vanuit VTA projecteert het naar hele limbische en corticale systeem, waarbij het motivatie en emotie geeft.
  • Mesocorticale route (motivatie): VTA naar prefrontale/orbitofrontale cortex.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Drie soorten aandacht

A
  • Selective attention (selectieve aandacht): selectief focussen op target stimuli terwijl je non-target stimuli negeert.
  • Divided attention (verdeelde aandacht): vermogen om meer dan één taak tegelijkertijd doen.
  • Sustained attention (aanhoudende aandacht): aandacht over langere periode behouden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de functie van de prefrontale cortex en basale ganglia in aandacht?

A

Prefrontale cortex verantwoordelijk voor remming van aandacht, planning, ontremming gedragsreacties, werkgeheugen.

Basale ganglia voegt info van frontale cortex samen tot motorische respons.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly