Voortplanting & Seksuele Ontwikkeling Flashcards

1
Q

Hoe werkt de HPG-as?

A
  • Begint met afgifte van GnRH die hypofysevoorkwab stimuleert tot afgifte van FSH en LH.
  • Deze hormonen stimuleren geslachtsorgaan tot afgifte van geslachtssteroïden: oestrogeen, progesteron en testosteron.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de functie van FSH en LH?

A
  • FSH stimuleert follikelrijping (eerste fase cyclus = dag 1-14) en folliculaire oestrogeenproductie.
  • LH stimuleert corpus luteum (tweede fase = dag 14-28) om progesteron te produceren. De oestrogeenproductie wordt later overgenomen door corpus luteum.
  • Het corpus luteum is hormoonproducerend weefsel en wordt in stand wordt gehouden door LH.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat doen oestrogenen en progesteron, en wat is het effect?

A
  • Stimuleren groei van somatisch weefsel (oestrogenen) en cyclische veranderingen in borstklieren en voortplantingsorganen.
  • Groei melkweefselklieren (primair) en heupgroei dat onder invloed staat van geslachtshormoon (secundair).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe werkt het feedbacksysteem in HPG-as bij vrouwen?

A
  • 28-daagse cyclus is afhankelijk van verschillende soorten feedback.
  • Lage concentratie oestrogeen en inhibine zorgt voor negatieve feedback in systeem, waardoor FSH en LH worden geremd.
  • Hoge oestrogeenconcentraties zorgen voor positieve feedback in systeem, waardoor er enorme piek in afgifte FSH en LH ontstaat (eisprong). Na piek weer negatieve feedback door progesteron.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe werkt steroïde feedback?

A
  • In vroege fase kan oestrogeen in lage concentraties dopamine neuronen stimuleren in hypothalamus, die afgifte van GnRH remmen.
  • Hoge concentratie oestrogeen remmen bepaalde GABA-erge neuronen en stimuleren noradrenerge neuronen, waardoor piek van GnRH ontstaat.
  • Om de boel te herstellen, stimuleert progesteron in laatste fase beta endorfine wat de boel weer remt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe werkt de HPG-as bij mannen?

A
  • Begint met afgifte van GnRH die hypofysevoorkwab stimuleert tot afgifte van FSH en LH.
  • FSH stimuleert zaadcelmaturatie (spermatogenese), waarbij Sertoli cellen betrokken zijn.
  • LH stimuleert ander celtype (Leydig cellen) die testosteron produceren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het effect van testosteron?

A
  • Geeft negatieve feedback richting hypothalamus en remt GnRH afgifte, waarmee het ook LH/FSH afgifte remt.
  • Zorgt voor ontwikkeling van mannelijke geslachtsorganen (primair) en voor spiergroei/lichaamsbeharing (secundair).
  • Regulatie van spermaproductie en gedragsveranderingen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurt er met de HPG-as gedurende het leven?

A
  • Vroeg in het leven is er geen activiteit van HPG-as tot ongeveer puberteit, waarbij kinderen geslachtelijk rijk beginnen te worden.
  • Remming van GABA-neuronen, waardoor HPG-as in werking treedt hangt samen met metabole signalen in lichaam. Lichaamsgewicht speelt een rol hierbij.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe werkt seksuele differentiatie in de hersenen?

A
  • Stukje op chromosoom (SRY-gen) verantwoordelijk voor geslacht.
  • Testosteron worden omgezet in oestrogeen, wat zorgt voor mannelijke brein seksualiteit (masculinisatie).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Soorten seksuele differentiatiestoornissen

A

Aangeboren bijnierhyperplasie (CAH): overproductie van testosteron door bijnierafwijking in cortisol- en aldosteron metabolisme.

Androgeenongevoeligheid of testiculair feminisatiesyndroom (AIS): mutaties in testosteronreceptor-gen.
- Mild AIS: normale mannen met verminderde vruchtbaarheid.
- Volledige AIS: fenotypische vrouwen met een korte vagina en inwendige testikels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kenmerken van oxytocine

A
  • Doelwitcellen in melkklierweefsel en doelwitorgaan is baarmoeder.
  • Heeft invloed op baarmoedercontracties en gladde spiercellen die betrokken zijn bij melkuitscheiding (door samentrekken melkklier).
  • G-eiwit gekoppelde receptoren.
  • Feedbacksysteem via zenuwstelsel gemedieerd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Rol van oxytocine in seksueel en sociaal gedrag

A
  • Neuronen projecteren naar limbische structuren in hersenen die verschillende reproductie-geassocieerde gedragingen induceren.
  • Afgifte van oxytocine geconditioneerd in langdurige seksuele relaties met dezelfde partner (verslaving) en door aanwezigheid eigen kinderen.
  • Verhoogde oxytocinespiegels spelen rol bij overwinnen van vermijding van nabijheid (‘knuffelhormoon’).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly