etiologie stoornissen Flashcards

(70 cards)

1
Q

PTSS - factoren

A

1) traumatische gebeurtenis
2) ontwikkelingsgebonden factoren
3) Neurobiologie
4) cognitieve en emotionele mechanisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

PTSS - traumatische ervaring

A
  • blootstelling dreigende dood
  • horen, zien, zelf ondergaan
  • herhaaldelijke blootstelling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

PTSS - ontwikkelingsgebonden factoren

A
  • leeftijdsspecifieke factoren
  • complex trauma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

PTSS - neurobiologie

A
  • verhoogde HPA-as
  • limbisch systeem overactief
  • PFC onderactief
  • kwetsbaren hersenontwikkeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

PTSS - cognitieve en emotionele mechanismen

A
  • negatief zelfbeeld
  • dissociatie
  • emotionele disregulatie
  • hechtingsstijl
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Etiologie PTSS

A

1) traumatische gebeurtenis
- blootstelling dreigende dood
- horen, zien, zelf ondergaan
- herhaaldelijke blootstelling

2) ontwikkelingsgebonden factoren
- leeftijdsspecifieke factoren
-complex trauma

3) neurobiologie
-verhoogde HPA-as
-limbisch systeem overactief
-PFC onderactief
-kwetsbaren hersenontwikkeling

4) cognitieve en emotionele mechanisme
- negatief zelfbeeld
-dissociatie
-emotionele disregulatie
-hechtingsstijl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ASS - factoren

A
  • genen
  • omgeving
  • nood aan fenotypisch oz
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ASS -genen

A

-erfelijkheid best hoog
- leeftijd ouders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ASS - omgeving

A

-prenatale (schildklierproblemen moeder)
-perinatale
- sociale modelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ASS -fenotypisch onderzoek

A
  • TOM
  • executieve functies
  • sociale ontwikkeling
  • sociale cohesie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ASS - etiologie

A

gen
-erfelijkheid best hoog
- leeftijd ouders

omgeving
-prenatale (schildklierproblemen moeder)
-perinatale
- sociale modelling

nood enofenotype onderzoek
- TOM
-executieve functies
-sociale ontwikkeling
- sociale cohesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Angststoornissen - etiologie

A
  • temperament kind
  • ontwikkelings en psychiatrische stoornissen
  • schoolervaringen
  • school situatie
  • school gerelateerde oorzaken
  • gezin
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Gedragsstoornissen - factoren

A

1) Pre- en perinatale factoren
2) Temperament
3) Genen x omgeving
4) Neurobiologie
5) Sociale omgeving/factoren
6) Emoties
7) Psychosociale factoren
8) Gezinsfactoren/ouders
9) sociale factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Gedragsstoornissen - psychosociale factoren

A

1 Verwerking van negatieve en positieve signalen verloopt anders
2 Cognitieve controle
3 Belemmering in sociaal leren (Dodge)
4 Lage IQ en vertraagde taalontwikkeling zijn risicofactoren
5 sociale cognitie
6 emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Gedragsstoornissen - gezinsfactoren/ouders

A

Structureel vs procesmatig

  1. structureel:
    1 ouder gezin
    scheiding
    Psychische problematiek bij ouders
  2. procesmatig:
    Kindermishandeling
    Getuige zijn van gezinsgeweld
    Gebrek aan monitoring
    Coërcitieve interactie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Gedragsstoornissen - sociale factoren

A
  • opvoeding
    -weinig regels etc
  • leeftijdgenoten
    -school en buurt
    -geweld media en games
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Etiologie - gedragsstoornissen

A

1Pre- en perinatale factoren
2Temperament
3Genen x omgeving
4Neurobiologie
5Sociale omgeving/factoren
6Emoties

psychologische factoren

1 Verwerking van negatieve en positieve signalen verloopt anders
2Cognitieve controle
3 Belemmering in sociaal leren (Dodge)
4 Lage IQ en vertraagde taalontwikkeling zijn risicofactoren
5 sociale cognitie
6 emoties

gezinsfactoren/ ouders
1 Structureel
-1 ouder gezin
- scheiding
-Psychische problematiek bij ouders

2Procesmatig
-Kindermishandeling
-Getuige zijn van gezinsgeweld
-Gebrek aan monitoring
-Coërcitieve interactie

sociale factoren
- opvoeding
-weinig regels etc
- leeftijdgenoten
-school en buurt
-geweld media en games

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Onveilige gehechtheid - factoren

A

1) te kort aan sensitiviteit
2) fysieke ontoegankelijke opvoeder
3) instabiele opvoedingsarrangementen
4) schuldindicerende/angstaanjagende controle technieken
5) omkering hechtingsrelatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Onveilige gehechtheid- te kort aan sensitiviteit

A
  • negeren nood troost/bescherming
  • nood exploratie tegenwerken
  • inconsistent sensitief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Etiologie - onveilige gehechtheid

A

1Tekort aan sensitiviteit
- negeren nood troost/bescherming
-nood exploratie tegenwerken
- inconsistent sensitief

2 fysieke ontoegankelijkheid opvoeder

3instabiele opvoedingsarrangementen

4 enge controletechnieken

5 omkering hechtingsrelatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

factoren ontremd sociale contactstoornis

A
  • kind
  • ouder
  • omgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

kindfactoren - ontremde sociale contactstoornis

A
  • opvallende gebreken kind
  • ongewents kind
  • prematuur kind
  • aangeboren stoornis
  • moeilijk temperament
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

ouderfactoren - ontremde sociale contactstoornis

A
  • ouders zelf onveilig gehecht
  • mishandleing /verwaarlozing
  • psycho problemen ouders
  • conflicten gezin
  • gezinsgeweld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

omgevingsfactoren - ontremde sociale contactstoornis

A
  • geen steunend netwerk
  • slechte woonomgeving
  • lage SES
  • recente migratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
etiologie ontremde sociale contactstoornis
1 kind - opvallende gebreken kind - ongewents kind -prematuur kind -aangeboren stoornis - moeilijk temperament 2 ouder - ouders zelf onveilig gehecht -mishandleing /verwaarlozing - psycho problemen ouders -conflicten gezin -gezinsgeweld 3 omgeving - geen steunend netwerk -slechte woonomgeving -lage SES -recente migratie
26
ADHD factoren
- Genetische factoren - omgevingsfactoren - neurobiologische evidentie
27
Adhd - omgevingsfactoren
- pre en perinatale factoren - schadelijke stoffen omgeving - voedingsinvloeden - psychosociale adversity
28
ADHD neurobiologische evidentie
- genetisch DAT I, DRD4 - neurochemisch - elektrofysiologisch hogere theta, lager beta - structureel en functioneel nucleus caudatus/basale ganglia, amygdala, totaal hersenvolume, cerebellum
29
etiologie ADHD
1 Genetische factoren 2 Omgevingsfactoren - pre/perinatale -omgevingsfactoren toxic - dieet factoren -psychosociale adversity 3neurobiologische evidentie - neurochemische - genetische dopamine - elektrofysio: lagere beta - sturcturele en functionele beeldvorming => verschillen in brein : - kleiner brein - kleiner cerebellum - kleinere basale ganglia
30
factoren OCD
- biologische invalshoek - cognitieve invalshoek - leertheoretische verklaring - invloed van opvoeding en omgeving
31
biologische invalshoek OCD
- erfelijkhied - neurobiologie
32
Cognitieve invalshoek OCD
cognitieve modellen - opgeblazen verantwoordelijkheidsgevoel - metacognitieve model - Thoughts action fusion
33
leertheoretische invalshoek OCD
- klassieke conditionering - operante conditionering
34
etiologie OCD
1. Biologische invalshoek: - erfelijkhied - neurobiologie 2. Cognitieve invalshoek: cognitieve modellen - Opgeblazen verantwoordelijkheidsgevoel - Metacognitieve model - Thought-action fusion (TAF) 3. Leertheoretische verklaring - klassieke conditionering - operante conditionering 4. Invloed van opvoeding en omgeving
35
Etiologie ticstoornissen
* genetisch: erfelijkheid * pre en perinatale factoren * auto-immuun verschijnsel
36
zelfverwondendgedrag factoren
1 identiteitsdiffusie 2 emotie-regulatie 3 interpersoonlijke stress 4 triggers
37
Zelfverwondendgedrag - identiteitsdifussie
= Moeilijkheden met het ontwikkelen van een samenhangend en stabiel zelfbeeld
38
Zelfverwonendgedrag - intrapersoonlijke stress
- sociale media - negatieve cognitieve biases - fysiologische onrust
39
zelfverwondendgedrag - triggers
- levensingrijpende gebeurtenissen - aantal events - vroege trauma - hyperactieve trauma
40
etiologie zelfverwonend gedrag
1 identiteitsdiffusie -Moeilijkheden met het ontwikkelen van een samenhangend en stabiel zelfbeeld 2 emotie-regulatie 3 interpersoonlijke stress - sociale media -negatieve cognitieve biases - fysiologische onrust 4 triggers -levensingrijpende gebeurtenissen -aantal events -vroege trauma -hyperactieve trauma
41
etiologie - Somatische symptoom en aanverwante stoornissen
1 multifactorieel 2 persoonlijkheid en coping mechanismen 3 onveilige gehechtheid 4 genetica 5 temperament 6 stressvolle/trauma gebeurtenissen 7 aangeleerd gedrag 8 doormaken lichamelijke ziekte 9 discrepantie schools niveau en capaciteiten
42
eetstoornissen factoren
1. persoonlijke factoren 2. omgevingsfactoren 3. biologische factoren
43
Eetstoornissen - persoonlijke factoren
- negatief zelfbeeld -perfectionisme -moeilijke affectregulatie - trauma’s
44
eetstoornissen omgevingsfactoren
- sociale druk lichaamsvormen - contexten focus slankheid - gezin disfunctioneel eetpatroon
45
Eetstoornissen - biologische factoren
-genetische kwetsbaarheid -invloed puberteit en hormonen
46
etiologie eetstoornissen
1. persoonlijke factoren - negatief zelfbeeld -perfectionisme -moeilijke affectregulatie - traum’s 2. omgevingsfactoren - sociale druk lichaamsvormen -contexten focus slankheid -gezin disfunctioneel eetpatroon 3. biologische factoren -genetische kwetsbaarheid -invloed puberteit en hormonen
47
Middelenmisbruik en verslavingen - factoren
1. biologische factoren 2. adolescentie 3. psychologische factoren 4. sociale en omgevingsfactoren 5. MMM-model
48
biologische factoren - middelengebruik & verslaving
- genetische kwetsbaarheid - beloningssysteem :dopamine verhoging - gevoeligheid stresssystemen - lichamelijke tolerantie
49
adolescentie - middelengebruik & verslaving
-verhoogde kwetsbaarheid
50
psychologische factoren - middelengebruik & verslaving
- temperament - gedragsmodellen - operante conditionering (bekrachtiging) - klassieke conditionering - opponent process theory ( positief effect gevoldg door negatief) - cognitieve disfunctie
51
sociale en omgevingsfactoren - middelengebruik & verslaving
* peer pressure (modelling) * slechte ouder monitoring * normalisering middelgebruik * enabling systems : omgeving die middelen onbeuwst faciliteert * stressvolle levensgebeurteniss
52
MMM- model middelengebruik & verslaving
mens middel milieu
53
Etiologie middelenmisbruik en verslaving
1) biologische factoren - genetische kwetsbaarheid - beloningssysteem :dopamine verhoging -gevoeligheid stresssystemen -lichamelijke tolerantie 2) adolescentie -verhoogde kwetsbaarheid 3) psychologische factore -temperament -gedragsmodellen -operante conditionering (bekrachtiging) -klassieke conditionering -opponent process theory ( positief effect gevoldg door negatief) -cognitieve disfunctie 4) socciale en omgevingsfactoren -peer pressure (modelling) - slechte ouder monitoring -normalisering middelgebruik -enabling systems : omgeving die middelen onbeuwst faciliteert -stressvolle levensgebeurteniss 5) MMM-model
54
Trauma factoren
- persoonsgebonden - omgevingsfactoren - neurobiologie
55
trauma - persoonsgebonden factoren
* leeftijd * type hechting * negatief zelfbeeld * temperament * eerdere trauma
56
Trauma - omgevingsfactoren
- onveilige thuissituatie - getuige van geweld - slechte ouderlijke monitorin - armoede, uitsluiting
57
Trauma - neurobiologie
- hyperactief stressysteem - hypoactiviteit PFC - dissociatie - kans versoorde hersenontwikkeling
58
Trauma - etiologie
1) persoonsgebonden - leeftijd -type hechting -negatief zelfbeeld -temperament -eerdere trauma 2) omgevingsfactoren - onveilige thuissituatie -getuige van geweld -slechte ouderlijke monitorin -armoede, uitsluiting 3) neurobiologie - hyperactief stressysteem -hypoactiviteit PFC - dissociatie - kans versoorde hersenontwikkeling
59
Bipolaire stoornis - factoren
- biologische factoren - psychologische factoren - omgevingsfactoren - kindkenmerken
60
bipolaire stoornis - biologische factoren
- erfelijkheid - verhoogd risico als ouder heeft - afwijkingen hersenstructuur
61
Bipolaire stoornis - psychologische factoren
- stemmingsgevoeligheid - impulsiviteit - slechte coping - negatief zelfbeeld
62
Bipolaire stoornis - omgevingsfactoren
- stressvolle levensgebeurtenissen - verstoorde hechting - middelgebruik
63
Bipolaire stoornis - kindkenmerken
- slaapstoornissen - snelle stemmingswisselingen
64
Bipolaire stoornis - etiologie
1) biologishce factoren -erfelijkhei d - verhoogd risico als oude rheeft - afwijkingen hersenstructuur 2) psychologische factoren -stemmingsgevoeligheid -impulsiviteit -slechte coping -negatief zelfbeeld 3) omgevingsfactoren -stressvolle levensgebeurtenissne -verstoorde hechting -middelgebruik 4) kindkenmerken -slaapstoornissen -snelle stemmingswisselingen
65
Psychose kenmerken
- biologische factoren - psychologische factoren - omgevingsfactoren
66
psychose - biologische factoren
* genetische kwetsbaarheidd * neurobiologische factoren: 1. overactiviteit dopamine 2. afwijking hersenen * ontwikkelingsstoornis * pre en perinatale factoren
67
Psychose - psychologische factoren
- verminderde stress tolernatie - moeite affectregulatie - trauma - hechtingsstoornis
68
Psychose - omgevingsfactoren
* stressvolle levensgebeurtenissen * urbanisatie * middelengebruik * psychosociale stress
69
Psychose etiologie
1) biologische factoren - genetische kwetsbaarheidd -neurobiologische factoren - overactiviteit dopamine -afwijking hersenen -ontwikkelingsstoornis -pre en perinatale factoren 2) psychologische factoren - verminderde stress tolernatie - moeite affectregulatie -trauma -hechtingsstoornis 3) omgevingsfactoren - stressvolle levensgebeurtenissen -urbanisatie -middelengebruik -psychosociale stress
70
Etiologie - dyslexie
- Genetische factoren - Beeldvormend onderzoek, neurologisch - Omgevingsfactoren