examens: U3 vocabulair (zomer) Flashcards

(297 cards)

1
Q

ontspannen

A

décompresser

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

prestaties

A

perfomances

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

endorfines

A

endorphines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

een foto

A

une image

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

diagnotiseren

A

diagnostiquer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoogspringen

A

le saut en hauteur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

boogschieten

A

le tir à l’arc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

athletiek

A

l’athlétisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ski

A

le ski

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

judo

A

le judo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

bronze/zilvere/goude medaille

A

le medaille bronze/d’argent/d’or

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ijshockey

A

le hockey sur glace

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

motorcross

A

le motocross

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

bmx

A

le bmx

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

schermen (sport)

A

l’escrime

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

paalspringen

A

le saut à la perche

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

hockey

A

le hockey sur la gazon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

verspringen

A

le saut en longueur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

speerwerpen

A

le lancement du javelot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

de omgeving

A

l’entourage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

samen binnnekomen

A

entourer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

synoniem: accompagner

A

entourer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

la compagnie = (de accompagnanten)

A

les assistents

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

het milieu

A

l’environnement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
een coach
un entraîneur
26
een kinétherapeute
un kiné
27
kinétherapie
la kinésithérapie
28
een dokter
un medecin (généraliste/spécialiste)
29
een dietist
un nutrionniste/ un(e) diététicien(ne)
30
een manager
un manager
31
de fans
les supporters
32
keeper
un gardien du but
33
verdediging
un défenseur
34
de winst
le gain
35
het verlies
la perte
36
het overwinnen
la victoire
37
het verslagen
la défaite
38
een prijs
un prix
39
een trofee
un trophée
40
triomfen behalen
remporter des triomphes
41
glorie behalen
remporter la gloire
42
de nederlaag wreken
venger la défaite
43
wraak
venger
44
moraal behouden
garder le moral
45
opgeven
baisser les bras
46
terug moed krijgen
reprendre courage
47
moed verliezen
perdre courage
48
een daad van moed
un acte de courage
49
aanmoedigen
encourager/stimuler/subtenir
50
een rolstoel
une chaisse roulante
51
een kampioen(e)
un champion(ne)
52
een kampioenschap
un championnat
53
een val
une chute
54
een omstandigheid
un circonstance
55
de vastberadenheid
la détermination
56
een discipline
une discipline
57
een training
un entraînement
58
een waaier
un éventail
59
de soepelheid
la flexibilité
60
een icoon
une icône
61
de Olympische Spelen
Les Jeux olympiques
62
de beweeglijkheid
la mobilité
63
de verlamming
la paralysie
64
een gepassioneerde fan
un passionné(e)
65
de volharding
la persévérance
66
de levenswil
la volonté de vivre
67
amateur
amateur
68
erg wreed, onnatuurlijk
atroce
69
gunstig
bénéfique
70
chronisch
chronique
71
ondernemend
entreprenant(e)
72
paarden-
hippique
73
onweerlegbaar
incontestable
74
(in)valide
(in)valide
75
gespierd
musclé,musclée
76
spier-
musculaire
77
zich overgeven aan
s'adonner à
78
bereiken
atteindre
79
zelfvertrouwen hebben
avoir confiance en soi
80
iemand vertrouwen
faire confiance à quelqu'un
81
een impact hebben op
avoir un effet sur
82
ondersteboven keren
bouleverser
83
zich afreageren
se défouter
84
het slachtoffer zijn van
être victime de
85
trainen
s'entraîner
86
de nood voelen
ressentir le besoin de
87
minder en minder
de moins en moins
88
meer en meer
de plus en plus
89
tot elke prijs, koste wat het kost
coûte que coûte
90
de tol is zwaar
le bilan est lourd
91
ontmoedigd zijn, down zijn
avoir le moral dans les chaussettes
92
de keerzijde van de medaille
la revers de la medaille
93
lichaam
le corps
94
het hoofd
la tête
95
het gezicht
le visage
96
ogen, oog
l'oeil, les yeux
97
de wenkbrauw
le sourcil
98
de wimper
le cil
99
de neus
le nez
100
de mond
la bouche
101
de lip
la lèvre
102
het tand
la dent
103
tanden
les dents
104
de tong
la langue
105
de wang
la joue
106
de huid
la peau
107
de schedel
la creine
108
de hersenen
le cerveau
109
de kin
le manton
110
de borsten
les sein
111
de borsten
les seine
112
de oor
l'oreille
113
de ledenmaten
les membres
114
de arm
le bras
115
de elleboog
le coude
116
de hand
le main
117
de vinger
le doigt
118
de nagel
l'ongle
119
de spier
le muscle
120
de ader
la veine
121
de slagader
l'artère
122
de kuit
le mollet
123
de voet
le pied
124
de enkel
le cheville
125
de wreef
le cou-de-pied
126
de teen
l'orteil
127
de bloedvat
le vaisseau sanguin
128
het been
la jambe
129
de knie
la cuisse
130
de schouder
le genou
131
de gewrichten
l'articulation
132
de beenderen
l'ossature
133
de skelet
le squelette
134
contraire: le mal-être
le bien-être
135
contraire: l'intérêt
le désintérêt
136
contraire: la chance
la malchance
137
contraire: un avantage
un désavantage
138
goedhumeurd zijn
avoir un moral d'acier
139
volgens
d'après
140
uithoudingsvermogen
l'endurance
141
misvorming
la malformation
142
doelen stellen
se fixer des buts
143
de longen
les poumons
144
vooruitgang
le progrès
145
regelmatig
régulier
146
vasculair
vasculaire
147
het verouderingsproces
les processus de vieillissement
148
opgelucht
soulagé
149
prestaties
les performances
150
hydratatie
hydratation
151
honger
faim
152
rassen
races
153
belasting
charge
154
adviseren
conseiller
155
veroorzaken
causer
156
hechting
l'adhérence
157
een uitweg
une échappatoire
158
een valstrik
un piège
159
tijdelijkheid
la temporalité
160
geavanceerd
sophistiqué
161
bedreigend
menaçant
162
een gilde
une guilde
163
onbeduidend
anodin
164
een cocon
un cocon
165
afhankelijkheid
la dépendance
166
een verbinding -, verbinden
une connexion, se connecter
167
omleiden
détourner
168
een verslaving
une addiction
169
vergelijkbaar
semblables
170
fictie
la fiction
171
fases
phases
172
zich verenigen
s'allier
173
geïsoleerd
isolé(e)
174
het oosten
l'Orient
175
het westen
l'Est
176
ziekelijk
maladif
177
de fascinatie
la fascination
178
inconsistent
incohérents
179
een hospitalisatie
une hospitalisation
180
variatie
la variation (varient)
181
verhalen
narratifs
182
een springplank
un tremplin
183
een toegang
un accès
184
een zakencijfer
un chiffre d'affaires
185
een ontwenningskuur
une cure de désintoxication
186
een scherm
un écran
187
een online spel
un jeu en ligne
188
de heropvoeding
la rééducation
189
de spanning
le suspense
190
digitaal
numérique
191
westers
occidental, occidentale
192
oosters
oriental, orientale
193
televisie-
télévisé, télévisée
194
therapeutisch
thérapeutique
195
virtueel
virtuel, virtuelle
196
omslaan
basculer
197
vechten
combattre
198
afhouden
détourner
199
ontsnappen
échapper
200
zijn toevlucht nemen tot
recourirà
201
zich baseren op
s'appuyer sur
202
zich concentreren op
se concentrer sur
203
evenveel als
autant que
204
een wending geven aan
donner un tournant à
205
verslaafd zijn aan
être accro à
206
als paddenstoelen uit de grond schieten
pousser comme des champignons
207
de spanning opwekken
susciter le suspense
208
tot stand komen
voir le jour
209
een alternatief
une alternative
210
de behoefte
le besoin
211
het afval
les déchets
212
de ecologie
l'écologie
213
een ecologist
un écologiste
214
de elektronica
l'électronique
215
de ontginning
l'extraction
216
een fabrikant
un fabricant
217
de grondstoffen
les matières premières
218
een golf
une onde
219
het gewicht
le poids
220
een producent
un producteur
221
een product
un produit
222
de recyclage
le recyclage
223
biologisch afbreekbaar
biodégradable
224
chemisch
chimique
225
elektromagnetisch
électromagnétique
226
energetisch
énergétique
227
milieu-
environnemental, environnementale
228
ethisch
éthique
229
onweerlegbaar
indéniable
230
inferieur, ondergeschikt
inférieur(e)
231
vervuilend
polluant(e)
232
recycleerbaar
recyclable
233
superieur, meerwaardig
supérieur(e)
234
schadelijk
toxique
235
versleten
usé(e)
236
de juiste keuze maken
faire le bon choix
237
produceren
fabriquer/produire
238
vervuilen
polluer
239
vooruitgaan
progresser
240
veroorzaken
causer/provoquer
241
bovendien
de surcroît
242
succes hebben
avoir la cote
243
een druppel op een hete plaat zijn
être une goutte d'eau dans l'océan
244
op de markt brengen, commerialiseren
lancer sur le marché
245
in gevaar brengen
mettre en danger
246
rechttrekken
rectifier le tir
247
de alarmbel luiden
tirer la sonnette d'alarme
248
een bondgenoot
un allié
249
een zonneboiler
un chauffé-eau solaire
250
een boiler
une chaudière
251
fossiele brandstoffen
des combustibles fossiles
252
een elektrische onderbreking
une coupure d'électricité
253
een decade
une décade
254
het broeikaseffect
l'effet de serre
255
een uitstoot
une émission
256
biomassa energie
l'énergie biomasse
257
een windmolen
une éolienne
258
een oplichting
une escroquerie
259
het functioneren
le fonctionnement
260
de Verenigde Naties
l'ONU
261
een zonnepaneel
un panneau solaire
262
de planeet
la planète
263
de vervuiling
la pollution
264
de opwarming
le réchauffement
265
een remedie
un remède
266
het stockeren
le stockage
267
de spitstechonologie
la technologie de pointe
268
de overgang
la transition
269
consumptie-
consumériste
270
teugelloos, ongebreideld
débridé
271
duurzaam
durable
272
hydroelektrisch
hydroélectrique
273
onuitputtelijk
inépuisable
274
onomkeerbaar
irréversible
275
meteorologisch, weers-
météorologique
276
publiek
public, publique
277
hernieuwbaar
renouvlable
278
zonne-
solaire
279
geluids-
sonore
280
visueel
visuel(le)
281
leefbaar
vivable
282
toekennen aan
accorder à
283
bijdragen aan
contribuer à
284
ontmantelen
démanteler
285
beschikken over
disposer de
286
opnemen
enregister
287
inplanten
implanter
288
investeren in
investir dans
289
vechten tegen
lutter contre
290
opsmukken
se parer de
291
pleiten voor
plaider pour
292
een probleem stellen
poser problème
293
stabiliseren
se stabiliser
294
veranderen in
transformer en
295
een ecologische voetafdruk
une empreinte écologique
296
in een oogwerk
en un clin d'oeil
297
realiseren
mettre en oevre