Groepswerk: Groepswerk in het sociaal werk Flashcards
(22 cards)
Methode sociaal werk op mesoniveau: groepswerk
“Groepswerk geldt naast social casework en community development als een van de drie ‘klassieke’ methoden van het sociaal werk.”
Groepswerk van bij de oorsprong. Wie is Jane Addams en wat deed ze?
Eén van de founding mothers (naast Mary Richmond (casework)) van het sociaal werk: Jane Addams
- Hull House (opgericht door Jane Addams) in Chicago
- In 1889 in de Near West Side, een wijk met Europese immigranten, het eerste Amerikaanse settlement house: Hull House.
- Dat groeide snel uit tot een echt actiecentrum, met veel aandacht voor kinderen, vorming voor volwassenen, cultuureducatie, gericht op sociale en maatschappelijke strijd.
- Ze was hiermee de voorloper van het social groupwork, die methode kende vanaf jaren 1930 een grote opgang in het Amerikaanse social work
Sinds eind jaren 1990 merken we in het sociaal werk 2 evoluties die bepalend zijn voor SW, met invloed op groepsgericht werken (nu nog steeds zeer actueel):
Eén loket gedachte (Integrale hulpverlening)
- Tegengaan van versnippering van sociaal werk
- Men probeert om zo snel mogelijk te zorgen dat je bij één plaats terecht kan
Vraaggerichte hulpverlening (→ behoeftegericht)
Aanbodgestuurd werken
Jij als organisatie biedt iets aan en de mensen kunnen daarop afkomen
Vraaggestuurd
concrete vragen bereiken jou en jij gaat daar mee aan de slag
Behoeftegericht werken
door actief in dialoog te gaan met de cliënt ondervindt je wat de vraag is en gaat daarmee aan de slag
We zien voor het ontstaan van groepswerk binnen het sociaal werk bij ons, drie brongebieden:
Vormingswerk en sociaal-cultureel werk
- De groep hanteren als een middel tot vorming en educatie waarbij de leervraag van de betrokkene centraal staat.
Jeugdhulpverlening
- De leefgroep en behandelgroepen.
Geestelijke gezondheidszorg
- Therapeutische groepen.
We zien dat ook groepswerk zelf evolueert van:
- Van een eenzijdige aanpak om de groep als middel in te zetten om individuen te ontwikkelen.
- Naar een bredere aanpak waarbij groepswerk ook een middel tot participatie in de samenleving voor burgers is geworden.
Bij dat laatste is het Amerikaanse social groupwork onze inspiratiebron.
Groepswerk valt op te delen in twee stromingen:
- correctie-model
- wisselwerking-model
Correctie-model
Als preventieve en revaliderende methode waarbij vooral de sociaal werker zal bepalen wat er valt te gebeuren. Alle interventies zijn hier gericht op de individuele ontwikkeling (vertrekt vanuit individueel-psychologisch denken).
Wisselwerking-model
Ook wel de interactionele benadering genoemd. De groepswerker treedt hier minder sturend op en focust ook op de groepsprocessen, noden betrokkenen en breder maatschappelijk perspectief.
Meerwaarde groepswerk in sociaal werk
- Je bent méér dan ‘cliënt’ alleen ( er wordt appel gedaan op ‘nodig zijn’).: Als deelnemer ben je helper en geholpene tegelijk. Voor een ander iets betekenen is ook heel helpend in de eigen problematiek. Belang van gelijkwaardigheid (cliënt/hulpverlener)
- Leermoment: door feedback, ervaringen, informatie van anderen
- Empowerment, emanciperend werken, politiserend karakter: Persoonlijk falen maakt plaats voor de gedachte dat de maatschappij niet om kan met bepaalde zaken/tekorten/beperkingen/anders zijn… Emanciperen: de sociale mobiliteit stimuleren. Mensen die onderaan de lader staan omhoog helpen. We willen ze een betere plaats in de maatschappij geven. Politiserend werken: een individueel probleem uit de groep trekken en je maakt het een onderwerp in publiek of politiek debat.
- Veilig klimaat voor experiment met nieuw gedrag.: In het begin van de groep ziet men vaak een afspiegeling van het gebruikelijke gedrag van de deelnemersdoor interpersoonlijke feedback, informatie, interactie, bespreken van ervaringen en gerichte oefeningen kan men in de groep ‘experimenteren’ met nieuw gedrag
- Informatieoverdracht: Voor de organisatie kan dit ook veel efficiënter en effectiever zijn ,maar ook bij cliënten leidt groepsgewijze informatieoverdracht eerder tot een groepsbesef.
- Preventieve werking: Van het werken met groepen kan een belangrijke preventieve werking uitgaan. Uit ervaring weet men dat mensen niet zo diep in de problemen raken als ze tijdig een adequate groep aangeboden krijgen. Een groep kan ook zeer destructief zijn Bv: LEJO opscheppen strafbare feiten, ex-gedetineerde z’n verhaal laten doen.
- Anonimiteit: De groep is neutraler, er zijn geen persoonlijk dossiers, geen één op één relatie, vaak geen individuele intake.
- Groepscohesie: In de groep voelen groepsleden zich geaccepteerd, ze horen erbij, hebben een plek, zijn opgenomen en voelen zich niet alleen.
- Bondgenootschap: Soms ook lot genootschap genoemd, maar niet hetzelfde. Bondgenootschap is dat je samen voor iets gaat opkomen en lot genootschap is dat je in het zelfde bootje zit.
- Ontwikkelen van een eigen netwerk
- Aanwezigheid van groepswerk: meer differentiatie in het hulpaanbod: methodische verfijning en verrijking, meer differentiatie mogelijk, in het belang van de doelgroep
Hoeveel impact kan een groep hebben?
Voorbeelden uit de sociale psychologie. De kracht van een groep (is immens)
- Constructief: positief, opbouwend
- Destructief: negatief, ervoor zorgen dat het zelfbeeld naar beneden gaat
Stanford experiment
Stanford gevangenis: de rol die je speelt, beïnvloedt je gedrag!
In 1971 startte wetenschapper Philip Zimbardo met collega’s een experiment dat tegenwoordig nog grote bekendheid geniet (of liever gezegd, beruchtheid). Ze onderzochten het gedrag van mensen in relatie tot rollen die men op zich neemt, en nodigden voor hun experiment gezonde jonge mannen uit om mee te doen aan een ‘onderzoek naar gevangenisleven’. Ze zouden 15 dollar per dag hiermee verdienen, vergeleken met de huidige standaard voor vergoedingen zeer laag. De helft van de deelnemers werd in een groep ‘gedetineerden’ gestopt, de andere helft in een groep ‘bewakers’. Alles werd zo realistisch mogelijk gespeeld, dus de gedetineerden werden ook als échte misdadigers behandeld (ontluist, en vernederd). De eerste dag verliep alles goed, maar de tweede dag startten de gedetineerden een staking, ze luisterden niet meer naar de bewakers. Dit zagen de laatsten als een dreiging, en zij namen wraak door de gevangenen van elkaar af te zonderen, en te vernederen of eenzaam op te sluiten.
In slechts een paar dagen veranderden deze normale studenten in sadistische bewakers, en hoewel het experiment twee weken had moeten duren, werd het na vijf dagen al stopgezet. Inmiddels waren reeds twee gevangenen het experiment uit ‘gedwongen’. Zimbardo zelf is overigens een van de meest succesvolle gedragspsychologen geworden in de laatste decennia en won in 2012 een Gouden Medaille voor Voortgang in Psychologie!
Rovershol experiment
Muzafer Sherif is een van de meest bekende psychologen van de afgelopen decennia, en dit vroege experiment uit 1954 is een van zijn meest bekende ‘producten’. Hij nodigde jongens vóór hun pubertijd uit op een zomerkamp en deelde ze daar op in twee groepen. Zijn team probeerde daar de groepsdynamiek te beïnvloedden door bijvoorbeeld een constante competitie tussen deze twee teams te stimuleren. Dit viel absoluut niet tegen, en binnen enkele dagen al stonden de twee groepen lijnrecht tegenover elkaar en haatten elkaar met een intensiteit die niet gezond was voor zulke jonge kinderen.
Echter, Sherif en zijn team wisten die stemming óók de andere kant op te draaien, door de beide groepen jongeren te confronteren met problemen (zoals lekke leidingen) die ze alleen tezamen konden overwinnen. Na een paar van dat soort uitdagingen, waren de twee groepen nagenoeg totaal geïntegreerd! Toch is dit experiment, door gebrek aan toestemming vragen, ondenkbaar in de tegenwoordige tijd!
Dit experiment is bekend als het “Robbers Cave Experiment” en valt onder de “Realistic conflict theory”.
Asch experiment
Comformiteit: “als anderen dat denken, wie ben ik dan om het er niet mee eens te zijn. “
In 1951 deed Solomon Asch een experiment naar de conformiteit, of overeenstemming, dat men toont als hun eigen mening tegenover andermans mening staat. Een deelnemer kwam in een groep van andere ‘deelnemers’ terecht, niet wetende dat deze anderen allemaal stiekem medewerkers van Solomon waren. Hun taak was om van drie lijntjes de langste of de kortste te identificeren. Een zeer simpele taak! En toch, soms hadden andere deelnemers het fout, kozen gewoon de foute lijn. Echter, een groot deel van de echte deelnemers (37 van de 50 in totaal, 74%) conformeerden één keer of vaker met die ‘foute’ optie als de groepsleden vóór hem die lijn aanwezen. Achteraf bleek dat mensen niet écht overtuigd waren dat hun eigen antwoord juist was, maar dat ze slechts met de groep meegingen omdat ze niet zeker waren. Zo sterk kan groepsdruk dus zijn!
Blauwe ogen experiment
- Blauwe ogen, een lesje in discriminatie
- De verdeelde klas
Jane Elliot ontwierp in 1968 een experiment dat bedoeld was om basisschoolkinderen te leren hoe het is om gediscrimineerd te worden. Jane was geen psycholoog, maar een lerares, en ze zag in discriminatie een groot probleem. Derhalve wou ze kinderen laten ervaren hoe het was om aan de verkeerde kant van de maatschappij te leven. Een nobel streven, misschien, hoewel de uitwerking discutabel was.
De kindjes werden aan de hand van hun oogkleur in twee groepen gesplitst en vervolgens las Jane hen ‘neppe’ wetenschappelijke bevindingen op, waarin geconcludeerd werd dat kinderen met blauwe ogen superieur zijn ten opzichte van anders-gekleurden. Zo zouden ze die dag ook worden behandeld, aldus Jane. Het duurde slechts één dag tot de voorgestelde groep blauwogen wreder werden en de anders-gekleurden onzekerder. Hetzelfde effect deed zich voor wanneer de rollen werden omgekeerd.
De twee grootste problemen met dit onderzoek? Ten eerste, deelnemers waren niet gevraagd of ze wilden meedoen of niet, en ten tweede, ze zijn voorgelogen. Beide zijn tegenwoordig absoluut verboden in experimenten (hoewel op het liegen soms uitzonderingen gemaakt kunnen worden).
De kracht van groepen
De kracht van groepen is groot
De kracht van groepen kan constructief zijn
De kracht van groepen kan destructief zijn.
Groepswerk in het werkveld van de keuzetrajecten: maatschappelijk werk
In het maatschappelijk werk, van oudsher eerder individueel gericht, is het werken in groepen steeds een slingerbeweging geweest waarbij het soms eerder naar de achtergrond verdwijnt en in andere tijdsperiodes een prominentere plaats inneemt. (Van Riet, 2006) De laatste decennia zien we in het werkveld van het maatschappelijk werk verschillende groepsprojecten opduiken, meestal als een waardevolle aanvulling op andere (eerder individueel gerichte) methoden.
BV: project Miriam in verschillende OCMW’s, groepswerking ervaringsdeskundigen geestelijke gezondheidszorg vzw cachet,…
Groepswerk in het werkveld van de keuzetrajecten: toegapaste criminologie
Binnen het werkveld TC is het belang van groepswerk groot. Werkend met kwetsbare doelgroepen waarbij (her)integratie in de samenleving niet altijd evident is, kan groepswerk zorgen voor de (h)erkenning van problemen en uitdagingen bij veel individuen. De dynamieken die op gang komen via groepswerk maken deze individuen niet alleen sterker, ze kunnen zodanig empowerend zijn dat ze structurele veranderingen in de samenleving mogelijk maken. Het dwangmatige karakter dat eigen is aan de forensische hulpverlening kan ertoe leiden dat deelnemers niet altijd gemotiveerd zijn om te participeren aan een groepsgebeuren maar zich hiertoe verplicht voelen of verplicht worden. Binnen dit kader is het van belang om oog te hebben voor de groepsdynamische aspecten zodat ‘tegenwerking’ ‘samenwerking’ wordt. (Ostyn en Vanlulle, 2023)
BV: B.LEAVE project PLC Ruiselede, Samenspraak moderator
Groepswerk in het werkveld van de keuzetrajecten: sociaal-juridische advisering
Ook bij SJA kan groepswerk een gehanteerde werkvorm zijn. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting als trajectbegeleider/coach bij de begeleiding van verschillende groepen: laagtaalvaardigen, jongeren, werklozen,… Het doel van deze groepen is om samen met cliënten meer vat te krijgen op hun situatie en hun leven. De focus ligt hierbij vooral op taalwerving en werkoriëntering. Er wordt ingezet op de groepsdynamiek om de doelen te behalen.
Daarnaast gebeurt activisme doorgaans collectief - in groep wordt er gepoogd om maatschappelijke verandering te brengen. Niemand in het beleid kan voorbij aan de macht van het getal. (Cossement, 2023)
Groepswerk in het werkveld van de keuzetrajecten: sociaal-cultureel werk
Groepswerk zit in het DNA van SCW, het is er dikwijls de gehanteerde methode. Daarbij is groepswerk een middel tot persoonlijke groei, het versterken van persoonlijke netwerken, een hefboom tot emancipatie (betere positie in de samenleving verwerven) en het in vraag stellen van het effect van maatschappelijke structuren op de situatie van bepaalde (sub)groepen. Een SCW’er wil immers steeds weer de band tussen mensen, groep en samenleving herstellen en/of versterken. Je ziet groepswerk in veel verschillende vormen terugkeren in het diverse sociaal-cultureel werkveld. (Doise, 2023)
BV: jeugdwelzijnswerk, sociaal-artistieke projecten, jeugdhuizen, vormingswerk,…