SC H6: Actie in het sc Flashcards

(49 cards)

1
Q

Wat is actie

A

Actie is iedere vorm van een veranderingsgerichte activiteit/ handeling/ beïnvloeding van de social caseworker met als uiteindelijke doelstelling de cliënt op weg te helpen in het realiseren van de vooropgestelde gewenste verandering. Essentieel aan actie is de doelgerichtheid.

→ link met spiraalvormig karakter van het EDDA-model: actie gaat over iedere vorm van actie/ handeling of beïnvloeding, ook wanneer deze een explorerend of diagnosticerend doel voor ogen heeft.

Gesprekken voeren is ook actie
Actie voeren doe je al van in het begin, van bij het exploreren
Het is altijd vanuit het doel om die gewenste uitkomst te bekomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Benoem de 8 uitgangspunten van actie.

A
  1. Actie is gericht op de persoon-situatie configuratie
  2. Actie is emancipatorisch en empowerend
  3. Actie steunt op het principe van kettingreactie
  4. Actie is gericht op erkende problemen
  5. Het moratorium als actie
  6. Actie en werkrelatie
  7. De timing van actie
  8. Ethische inschatting van de actie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Uitgangspunt 1: Actie is gericht op de persoon-situatie configuratie.

A

Eigen aan actie is dat de social caseworker aandacht besteedt aan de persoon-situatie-configuratie. Dit betekent dat de social caseworker bij iedere handeling rekening houdt met:

  • De cliënt of het cliëntsysteem zelf
  • De specifieke situatie waarin de cliënt zich bevindt
  • De wisselwerking tussen de cliënt en de situatie

Soms zal de actie zich expliciet richten op één van deze drie vlakken, soms op een combinatie van alle drie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Uitgangspunt 1: Actie is gericht op de persoon-situatie configuratie. Voorbeeld

A

Voorbeeld: Rick is een jongeman (20 jaar) met een licht mentale handicap. Hij wil graag alleen gaan wonen. Zijn ouders vrezen dat hij alleen wonen niet zal aankunnen en dat Rick bv al zijn spaargeld er snel zal doorjagen omdat hij geen besef heeft van de waarde van het geld.

Als social caseworker dien je niet alleen rekening te houden met Rick maar ook met zijn ouders. Je dient ook rekening te houden met de specifieke situatie van Rick: met de mentale handicap, met zijn werk bij de beschutte werkplaats, met het beheer van zijn financiën. De handeling die er gesteld wordt heeft een invloed op de cliënt, maar ook op zijn situatie. Bv. wanneer Rick alleen gaat wonen heeft dit gevolgen voor hem, maar ook voor zijn ouders die voorlopige bewindvoerder worden over zijn rekening. Ook de situatie verandert: doordat Rick alleen gaat wonen moet er thuisbegeleiding opgestart worden, hierdoor moet Rick bepaalde afspraken naleven, etc…. Belangrijk dat er op voorhand goed nagedacht wordt over mogelijke gevolgen voor een bepaalde keuze in handeling men stelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Uitgangspunt 2: Actie is emancipatorisch en empowerend

A

Emancipatorisch handelen is gericht op het bevorderen van het autonoom functioneren van mensen en het versterken van hun eigen kracht. Het gaat uit van de opvatting dat mensen (meer) greep kunnen krijgen op hun eigen bestaan. Via emancipatorisch handelen beoogt de social caseworker dat de cliënt zelf impact heeft op de realisatie van de voorpgestelde doelstelling en zijn autonomie vergroot

Empowerment is een paradigma dat naast een waarde en een ideologie ook een bepaalde doelstelling vooropstelt en een proces veronderstelt. Dit proces is gericht op het sterker én vaardiger maken van mensen, zodat ze een volwaardigeplaats in de samenleving kunnen innemen en weer greep kunnen krijgen op hun eigen leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Uitgangspunt 3: Actie steunt op het principe van kettingreactie

A

De social caseworker gelooft in het effect van een positieve kettingreactie:

Een kleine, succesvolle interventie kan onverwacht grote verbeteringen teweegbrengen op andere levensdomeinen. Dialogisch diagnosticeren laat soms een negatieve spiraal zien, waarbij problemen elkaar versterken en uitzichtloosheid ontstaat. Door cliënten bewust te maken van deze dynamieken en in te zetten op één afgebakend probleem, ontstaat hoop en perspectief. Dit versterkt het engagement van zowel cliënt als hulpverlener.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Uitgangspunt 4: Actie is gericht op erkende problemen

A

De social caseworker kiest samen met de cliënt een ingangspoort of invalshoek die op dat moment de meest logische, meest haalbare, meest doelgerichte of minst ingrijpende lijkt te zijn. Het taakgericht casework benadrukt dit in principe en spreekt over (door de cliënt) ‘erkende problemen’ in plaats van toegeschreven problemen of taken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Uitgangspunt 5: Het moratorium als actie

A

Actie is handelen, beïnvloeding, interventie, beweging, evolutie, iets doen, maar actie is ook – hoe tegenstrijdig dit misschien lijkt – bewust kiezen om niet (of nog niet) tot actie over te gaan. In dit geval is er sprake van ‘moratorium’.

Dit betekent dat de social caseworker nadrukkelijk en gefundeerd kiest om een probleemaspect of kwestie ‘nog’ niet te exploreren, ‘nog’ niet te diagnosticeren of ‘nog’ niet aan te pakken vanuit de overtuiging dat de omstandigheden of condities van de hulpvrager of de situatie dit nog niet toelaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Uitgangspunt 6: Actie en werkrelatie

A

Een betrouwbare werkrelatie tussen de cliënt en de social caseworker is tijdens het gehele EDDA-proces essentieel.

Wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van hulpverlening, leert dat een goede werkrelatie meer impact heeft dan de methode.

De relationele verstandhouding tussen de social caseworker en de cliënt bepaalt welke acties wanneer en op welke wijze acceptabel zijn voor de cliënt. Tegelijkertijd zal deze werkrelatie zich tijdens en juist doorheen de actie ontwikkelen en verdiepen. Als de cliënt zich bijvoorbeeld begrepen en ondersteund voelt door de social caseworker, staat hij/zij misschien meer open voor feedback. Dit motiveert hem/haar om mee te werken aan acties of taken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Uitgangspunt 7: De timing van actie

A

Het resultaat en de slaagkracht van de actiegerichte interventies van de social caseworker worden bepaald door de timing. Het kiezen van het goede moment voor de interventie.

Een alerte diagnostische inschatting van de mogelijkheden van de cliënt, het netwerk, van de fase van een verwerkingsproces is een noodzakelijke competentie. De social caseworker beheerst zijn veranderingsdrift en-drang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Uitgangspunt 8: Ethische inschatting van de actie

A

Werken met mensen en werken aan het verbeteren, optimaliseren of behouden van de kwaliteit van hun leven, impliceert dat de social caseworker checkt of de effecten van de actiegerichte interventies ethisch verantwoord zijn.

Een eerlijke intentie biedt niet altijd de garantie tot verantwoord handelen en het is niet altijd zo makkelijk realiseerbaar om elkeen zijn persoonlijke vrijheid te garanderen zonder daarbij de vrijheid van anderen te begrenzen.

Lang niet altijd wordt de ethische dimensie van hulpverlening geëxpliciteerd. Ze wordt meestal pas zichtbaar wanneer men voor bepaalde keuzes of lastige dilemma’s komt te staan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

EDDA-actoren in het actieproces

A
  • De social caseworker als actor in actie
  • De hulpverlenende organisatie als actor in actie
  • De cliënt en diens omgeving als actor in actie
  • De verwijzer als actor in actie
  • De maatschappelijke context als actor in actie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De social caseworker als actor in actie

A

Doelgerichtheid binnen het proces => keuzes maken.

Strategie bepalen

De stijl en de persoonlijkheid van de social caseworker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De hulpverlenende organisatie als actor in actie

A

Organisatie bepaalt de condities waarbinnen de social caseworker tot actie kan overgaan.

Bv. duidelijk afgebakende taken of niet, huisbezoeken mogelijk of enkel bureelgesprekken, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De cliënt en diens omgeving als actor in actie

A

Hoofdrolspelers!

Aansluiten bij de theory of change van de cliënt en diens omgeving (De Vries, 2008).

Alertheid hebben voor de inzetbare vaardigheden en mogelijkheden van de cliënt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De verwijzer als actor in actie

A

Indien de verwijzer een medehulpverlener is in het hulpverleningsproces, bv. coördinerende of toezichthoudende rol: de verwijzer wordt dan op de hoogte gehouden of actief betrokken in de uitvoering van bepaalde taken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

De maatschappelijke context als actor in actie

A

Via reacties op de keuzes die in een hulpverleningsproces worden gemaakt

Welke actiemiddelen beschikbaar, toegankelijk en betaalbaar zijn.

Investeert de samenleving bv in opnamebedden of in meer voorzieningen voor thuiszorg.

Bv: vanuit een CBJ wordt, in overleg met ouders en de jongere, gekozen voor een tijdelijke plaatsing van de jongere in een pleeggezin. De mate waarin dit door de buitenwereld, de maatschappelijke context, beschouwd wordt als helpend, vanzelfsprekend of als onaanvaardbaar zal merkbaar zijn in (ver)oordelende, waarderende of bedreigende reacties van de breder omgeving of via de media.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Definieer het begrip strategie

A

Anticipatie op waarschijnlijke actie en reactie van bondgenoten en/of tegenstanders bij het nastreven van een doel. Een planmatige en houvast biedende planning van uiteenlopende acties.

Strategie en doelstelling zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

De drie basisstrategieën van actie.

A
  • Saneren
  • Stabiliseren
  • Emanciperen

Een combinatie van strategieën is mogelijk!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Saneren

A
  • Rechtstreeks richten op het oplossen of aanpakken van het probleem.
  • Herstellen, terug gezond maken.

We gaan het probleem direct gaan aanpakken waardoor je meteen verandering zal zien. Hangt er vanaf welke soort vraag het is.

Bv. Iemand met financiële problemen kan je rechtstreeks, doorverwijzen naar schuldbemiddeling. Dan ga je daar meteen resultaat van zien omdat je het kan aanpakken vanuit de kern.

21
Q

Stabiliseren

A
  • Gericht naar het milieu van de cliënt.
  • Evenwicht brengen en behouden in relatie met en voor de omgeving.

Gaan zoeken naar een evenwicht. Waar situeert het probleem zich? Gaan kijken op welke levensgebieden er iets aan de hand is. De persoon terug in evenwicht brengen met zijn netwerk/omgeving

Bv: Naast het overzichtelijker maken van de financiële situatie wil deze cliënt werken aan het verbeteren van de partnerrelatie. Dit impliceert dat hij minder met eigen vrienden op café gaat, meer thuis is, leert genieten van het samenzijn met zijn gezin, de contacten met gezamenlijke vrienden weer opneemt.

22
Q

Emanciperen

A
  • Richt zich op de persoon van de cliënt.
  • Ontwikkelingsgerichte aanpak, aansluitend bij de mogelijkheden en de sterktes van de hulpvrager.

De persoon terug gaan versterken. Waar kan iemand zelf zijn kracht / energie gaan gebruiken, uit halen om er in de toekomst zelf mee aan de slag te gaan? Wat wordt er hier nu verwacht van de persoon? Mensen erbij betrekken. Eigenaar maken van hun problemen. Wat kan die persoon nog en hoe kunnen we die vaardigheden gaan versterken?

Bv: Naast de financiële problemen, is er een probleem met de tewerkstelling. De man wil al geruime tijd van werk veranderen. Hij wenst een beter loon en wil niet langer in een ploegenstelsel werken. Het volgen van een bijkomende opleiding of een herscholing lijkt onvermijdelijk. daar ziet hij tegen op.

23
Q

Social casework maakt een onderscheid tussen:

A
  • Werken met de cliënt en het cliëntsysteem zelf.
  • Werken met de omgeving van de cliënt.
  • Werken aan de wisselwerking tussen cliënt en omgeving.

→ Doorheen de geschiedenis lag het accent eerder op de persoon dan op de omgeving en omgekeerd.

24
Q

Historische en actuele ontwikkelingen van social casework

A
  • Wisselwerking tussen cliënt en omgeving steeds meer methodiekaandacht.
  • Systeemdenken
  • Outreachend werken
  • Proactief werken
  • Strengths-benadering (bv Eigen-Kracht conferenties)
25
Probleemoplossend werken met cliënt(systeem)
Gebeurt vooral wanneer het dialogisch diagnosticeren uitwees dat een verbetering van de situatie mogelijk is door op een directe wijze de cliënt of het cliëntsysteem zelf te beïnvloeden of de cliënt tot handelen te kunnen activeren. Bv: Een man met een alcoholprobleem kan in hulpverleningsgesprekken met de social caseworker nagaan welke verschillende beïnvloedende factoren meespelen in zijn overmatig drankgebruik. er kan hierbij aandacht worden besteed aan het doorbreken van bepaalde gedragspatronen, het verwerven van inzichten in voor hem moeilijke situaties die aanleiding geven tot overmatig alcoholgebruik, het zoeken naar vervangende activiteiten voor zijn cafébezoeken.
26
Werken met de omgeving
Omgeving = Micro – meso –macro niveau Gebruik van een ecogram: wie is er aanwezig in het netwerk en kan van betekenis of ondersteuning zijn voor de cliënt? Soms afwezig, ontbrekend of beschadigd netwerk: hoe kan dit hersteld worden?
27
Wisselwerking tussen cliënt en omgeving
De specifieke interactie tussen persoon en omgeving = onderwerp van actie Bv. wisselwerking tussen jongere en ouders, tussen partners, tussen jongere en leerkracht(en),... Interactiepatronen worden bevraagd door social caseworker.
28
Leg uit wat er bedoeld wordt met “actie is een proces dat balanceert tussen autonomie en verbondenheid”.
Twee fundamentele behoeften - de zorg voor zichzelf (autonomie) - de zorg voor de ander (verbondenheid)
29
Twee fundamentele behoeften: autonomie
De zorg voor zichzelf (autonomie) De behoefte aan zelfverzorging, zelfbescherming en zelfhandhaving. Het vormt de drang om te overleven. Het streven bij mensen om situaties te beheersen, om competent en effectief om te kunnen gaan met wat zich voordoet, heeft duidelijk met deze zorg voor zichzelf te maken.
30
Twee fundamentele behoeften: verbondenheid
De zorg voor de ander kan omschreven worden als de behoefte om: - van waarde te zijn voor de ander - hulpvaardig en dienstvaardig zijn voor de ander - coöperatief zijn en samenwerken - met de ander een eenheid vormen
31
Actie als vaardigheid
- Mensen aanzetten tot handelen en zelf handelen vergt heel wat vaardigheden van de sociaal werker. - Basishouding - Basis(gespreks)vaardigheden - Juiste timing! - Doel van de hulpverlening => welke actie(s) is/zijn nodig? = strategie! Prioriteiten stellen/ flexibel zijn.
32
Wat zijn de verschillende vaardigheden die vereist worden van de social caseworker binnen “actie”?
- Ondersteunende vaardigheden - Direct beïnvloedende vaardigheden - Beschrijvende en ventilerende vaardigheden - Inzicht bijbrengende of reflectieve vaardigheden - Signalerende vaardigheden - Managementvaardigheden - Creatieve vaardigheden
33
Vaardigheden van een sw'er tijdens actie: Ondersteunende vaardigheden
Zorgen ervoor dat cliënt(system) zich gehoord en erkend voelt, waardoor er vertrouwen instaat. Hierbij is de basishouding van de sw’er de kern. Tijdens ieder gesprek!
34
Vaardigheden van een sw'er tijdens actie: Direct beïnvloedende vaardigheden
Hulpverleningsgesprek wordt doelbewust gestuurd. Social caseworker bepaalt de richting van het gesprek/ de hulpverlening, wanneer de social caseworker zeker weet dat de cliënt met deze interventies is gebaat. Schema handboek, p. 196:
35
Direct beïnvloedende technieken:
Onderstrepen of sterk benadrukken. Bv. cliënt vertelt dat hij al 2 dagen geen alcohol gedronken heeft. Dit gaan benadrukken en beklemtonen dat hij al 2 dagen sober is, in de hoop dat hij het volhoudt. Suggereren. Bv. social caseworker suggereert dat via antabuse en begeleiding de weg naar volledige onthouding van alcohol ondersteund wordt. De SC hoopt dat de cliënt dit ziet als een uitnodiging om hiermee aan de slag te gaan. Adviseren. Bv. SC adviseert de cliënt om zich ambulant te laten begeleiden inzake de alcoholproblematiek. Het is een duidelijk voorstel waarbij de cliënt beslist hier al dan niet op in te gaan. Advocating. Bv. De SC bepleit in een rapport dat het voor de cliënt aangewezen is dat hij een ambulante begeleiding volgt inzake de alcoholproblematiek. De cliënt kan dit voorstel al moeilijker naast zich neerleggen. Disciplinerend ingrijpen. De SC grijpt effectief in en gebruikt zijn macht of positie vanuit de zorg voor de cliënt. Bv. de justitieassistent licht de probatiecommissie in van de alcoholproblematiek van de cliënt waardoor de cliënt verplicht wordt een ambulante begeleiding op te starten.
36
Vaardigheden van een sw'er tijdens actie: Beschrijvende en ventilerende vaardigheden
- Doel: verminderen van spanning bij de cliënt. - Beschrijvende vaardigheden - Ventilerende vaardigheden - Evenwicht in zoeken: helpend maar mag niet de doelstelling worden binnen de hulpverlening. - Beschrijvende en ventilerende vaardigheden leiden soms tot kettingreacties: nieuwe inzichten, andere invalshoeken. - Aanmoedigen van het uiten van emoties kan leiden tot onverwachtse reacties zoals agressie! SC dient sterk in de schoenen te staan om allerhande emoties ‘op te vangen’.
37
Beschrijvende en ventilerende technieken.
- Toestemming geven aan de cliënt om emoties te uiten. - Stimuleren tot vertellen. - Aanzetten tot het geven van een incidentbeschrijving (bij trauma’s). - Bewerkstelligen van het ontladen of ontzenuwen van emoties. - Debriefing na een crisissituatie.
38
Vaardigheden van een sw'er tijdens actie: Inzicht bijbrengende of reflectieve vaardigheden
- Doel: inzichten van de cliënt verhogen. - Reflectieve capaciteiten van de cliënt worden aangesproken. - Verworven inzicht => gewijzigd gedrag? = afhankelijk van de leerstijl van de cliënt. - Inzicht bijbrengen op diverse niveaus
39
Inzicht bijbrengen op diverse niveaus: Mbt de leefsituatie of hulpvraag.
Een probleem(situatie) kan vanuit verschillende invalshoeken bekeken worden. Inzicht bijbrengen vereist kennis over deze probleemsituaties, bv. om iemand met opvoedingsproblemen te helpen dien je kennis te hebben over de ontwikkelingspsychologie, opvoedingsvaardigheden, etc. ... Enkele concrete technieken: - Informatie en voorlichting - Psychosociale educatie - Gedachtenparcour in beeld brengen => zelfsaboterende gedachten - .....
40
Inzicht bijbrengen op diverse niveaus: Mbt het effect van beslissingen of gedrag van de cliënt op zijn omgeving.
- Veronderstelt een empathisch vermogen van de cliënt. - 5 axioma’s van Watzlawick (2001) als bruikbare instrumenten. - Voor- en nadelen van keuzes op een rij zetten. - Rollenspel - Videotraining - .....
41
Inzicht bijbrengen op diverse niveaus: Mbt de aanwezige emoties
Exploreren van de belevingswereld en gedachten van de cliënt. Voorzichtigheid van de hulpverlener is hierbij vereist. Gevoelsreflecties
42
Inzicht bijbrengen op diverse niveaus: Mbt de samenwerking tussen de social caseworker en de cliënt.
Interactie en communicatie tussen cliënt en hulpverlener als oefenterrein. .... Als inzicht bijbrengende activiteit Bespreekbaar stellen van weerstand tegen de hulpverlening, hulpverlener,... Vraagt veel van de cliënt én van de hulpverlener.
43
Het bijbrengen van inzichten is niet eenvoudig. Leg uit
Microscopische kijk van de cliënt Persoonlijke levensstijl van de cliënt heeft een doorslaggevende rol maar manifesteert zich niet altijd duidelijk Intellectuele, emotionele mogelijkheden van de cliënt Angst voor verandering…
44
Vaardigheden van een sw'er tijdens actie: Signalerende vaardigheden
= vaardigheden die niet automatisch verbonden worden met hulpverleningsprocessen. Signaleren? = systematisch opsporen, registreren en aandacht vragen voor individu overstijgende componenten in probleemsituaties. Vaak tekorten in regelingen, voorzieningen, wetgeving, functioneren van diensten, etc. Voor examen: de taak kennen, maar niet het stappenplan. Technieken om te signaleren: registreren, categoriseren, opmaken van een dossier,.... = afhankelijk van visie organisatie, procedures, persoonlijke keuzes,....
45
Vaardigheden van een sw'er tijdens actie: Creatieve vaardigheden
- Maatwerk vereist dat de social caseworker buiten de klassieke hulpverleningslijntjes te kleuren: “out of the box” denken - De verborgen kwaliteiten van de cliënt worden geappelleerd en geactiveerd. - Helpt anders om te gaan met tijdsdruk - Helpt bij de planning en timing van verschillende hulpverleningsvaardigheden. - Inspireert de hulpverlener en voorkomt burn out.
46
Beschrijf de werkinstrumenten binnen Actie en onderscheid deze van elkaar. Zie p. 207 en verder en hoofdstuk 8.
- De actiecheklist - Ecogram - Genogram - Huiswerkopdrachten - Creatieve hulpmiddelen en instrumenten
47
Huiswerkopdrachten
= Taken die de cliënt vanuit het hulpverlenend gesprek meekrijgt om uit te voeren in de tijd tussen twee hulpverlenende gesprekken in. Doelstellingen: - Registreren wat er juist is gebeurd: momentopnamen. Bv. bij partnergeweld: hoe is de voorbije week verlopen? Wat is er gebeurd? Hoe vaak ben je agressief geworden? - De cliënt laten oefenen, uitproberen,… bv.: time-outprincipe bij partnergeweld. - De cliënt inzicht laten verwerven in diens specifieke leefsituatie, in de specificiteit van de problematiek. Bv.: teken een life-eventlijn. Reflectieopdracht. Voorbeelden van huiswerkopdrachten: - Schrijven - Lezen - Registreren - Gedragsoefeningen
48
Creatieve hulpmiddelen en instrumenten
Sociaal werkers → praatcultuur. Dit is niet voor iedere cliënt mogelijk. Het gebruik van creatieve hulpmiddelen biedt een alternatief. Blijft een middel op zich, geen doel Voorbeelden: verhalen, symbolen, rituelen, foto’s, klei, gezelschapsspelen, informatieve spelen.
49
Wat is de meerwaarde van creatieve vaardigheden? Beschrijf en toon aan met een voorbeeld.
Communicatie optimaliseren tussen cliënt en HV’er: taal, emoties, inzichtelijke en verbale mogelijkheden. - Technieken gericht op het activeren en erkennen van de intacte mogelijkheden en relationele bekwaamheden bij cliënten. - Technieken gericht op het ventileren, ontladen of uiten van emoties. - Technieken gericht op het bijbrengen van inzichten in de eigen leefsituatie. Bv: home video training - Technieken gericht op het delen van analoge ervaringen met lotgenoten. Bv: kansarmoede-spel - Technieken gericht op het signaleren van tekorten in het sociaal beleid, nieuwe problematieken aankaarten, nieuwe maatschappelijke noden.