SC H6: Actie in het sc Flashcards
(49 cards)
Wat is actie
Actie is iedere vorm van een veranderingsgerichte activiteit/ handeling/ beïnvloeding van de social caseworker met als uiteindelijke doelstelling de cliënt op weg te helpen in het realiseren van de vooropgestelde gewenste verandering. Essentieel aan actie is de doelgerichtheid.
→ link met spiraalvormig karakter van het EDDA-model: actie gaat over iedere vorm van actie/ handeling of beïnvloeding, ook wanneer deze een explorerend of diagnosticerend doel voor ogen heeft.
Gesprekken voeren is ook actie
Actie voeren doe je al van in het begin, van bij het exploreren
Het is altijd vanuit het doel om die gewenste uitkomst te bekomen.
Benoem de 8 uitgangspunten van actie.
- Actie is gericht op de persoon-situatie configuratie
- Actie is emancipatorisch en empowerend
- Actie steunt op het principe van kettingreactie
- Actie is gericht op erkende problemen
- Het moratorium als actie
- Actie en werkrelatie
- De timing van actie
- Ethische inschatting van de actie
Uitgangspunt 1: Actie is gericht op de persoon-situatie configuratie.
Eigen aan actie is dat de social caseworker aandacht besteedt aan de persoon-situatie-configuratie. Dit betekent dat de social caseworker bij iedere handeling rekening houdt met:
- De cliënt of het cliëntsysteem zelf
- De specifieke situatie waarin de cliënt zich bevindt
- De wisselwerking tussen de cliënt en de situatie
Soms zal de actie zich expliciet richten op één van deze drie vlakken, soms op een combinatie van alle drie
Uitgangspunt 1: Actie is gericht op de persoon-situatie configuratie. Voorbeeld
Voorbeeld: Rick is een jongeman (20 jaar) met een licht mentale handicap. Hij wil graag alleen gaan wonen. Zijn ouders vrezen dat hij alleen wonen niet zal aankunnen en dat Rick bv al zijn spaargeld er snel zal doorjagen omdat hij geen besef heeft van de waarde van het geld.
Als social caseworker dien je niet alleen rekening te houden met Rick maar ook met zijn ouders. Je dient ook rekening te houden met de specifieke situatie van Rick: met de mentale handicap, met zijn werk bij de beschutte werkplaats, met het beheer van zijn financiën. De handeling die er gesteld wordt heeft een invloed op de cliënt, maar ook op zijn situatie. Bv. wanneer Rick alleen gaat wonen heeft dit gevolgen voor hem, maar ook voor zijn ouders die voorlopige bewindvoerder worden over zijn rekening. Ook de situatie verandert: doordat Rick alleen gaat wonen moet er thuisbegeleiding opgestart worden, hierdoor moet Rick bepaalde afspraken naleven, etc…. Belangrijk dat er op voorhand goed nagedacht wordt over mogelijke gevolgen voor een bepaalde keuze in handeling men stelt.
Uitgangspunt 2: Actie is emancipatorisch en empowerend
Emancipatorisch handelen is gericht op het bevorderen van het autonoom functioneren van mensen en het versterken van hun eigen kracht. Het gaat uit van de opvatting dat mensen (meer) greep kunnen krijgen op hun eigen bestaan. Via emancipatorisch handelen beoogt de social caseworker dat de cliënt zelf impact heeft op de realisatie van de voorpgestelde doelstelling en zijn autonomie vergroot
Empowerment is een paradigma dat naast een waarde en een ideologie ook een bepaalde doelstelling vooropstelt en een proces veronderstelt. Dit proces is gericht op het sterker én vaardiger maken van mensen, zodat ze een volwaardigeplaats in de samenleving kunnen innemen en weer greep kunnen krijgen op hun eigen leven.
Uitgangspunt 3: Actie steunt op het principe van kettingreactie
De social caseworker gelooft in het effect van een positieve kettingreactie:
Een kleine, succesvolle interventie kan onverwacht grote verbeteringen teweegbrengen op andere levensdomeinen. Dialogisch diagnosticeren laat soms een negatieve spiraal zien, waarbij problemen elkaar versterken en uitzichtloosheid ontstaat. Door cliënten bewust te maken van deze dynamieken en in te zetten op één afgebakend probleem, ontstaat hoop en perspectief. Dit versterkt het engagement van zowel cliënt als hulpverlener.
Uitgangspunt 4: Actie is gericht op erkende problemen
De social caseworker kiest samen met de cliënt een ingangspoort of invalshoek die op dat moment de meest logische, meest haalbare, meest doelgerichte of minst ingrijpende lijkt te zijn. Het taakgericht casework benadrukt dit in principe en spreekt over (door de cliënt) ‘erkende problemen’ in plaats van toegeschreven problemen of taken.
Uitgangspunt 5: Het moratorium als actie
Actie is handelen, beïnvloeding, interventie, beweging, evolutie, iets doen, maar actie is ook – hoe tegenstrijdig dit misschien lijkt – bewust kiezen om niet (of nog niet) tot actie over te gaan. In dit geval is er sprake van ‘moratorium’.
Dit betekent dat de social caseworker nadrukkelijk en gefundeerd kiest om een probleemaspect of kwestie ‘nog’ niet te exploreren, ‘nog’ niet te diagnosticeren of ‘nog’ niet aan te pakken vanuit de overtuiging dat de omstandigheden of condities van de hulpvrager of de situatie dit nog niet toelaten.
Uitgangspunt 6: Actie en werkrelatie
Een betrouwbare werkrelatie tussen de cliënt en de social caseworker is tijdens het gehele EDDA-proces essentieel.
Wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van hulpverlening, leert dat een goede werkrelatie meer impact heeft dan de methode.
De relationele verstandhouding tussen de social caseworker en de cliënt bepaalt welke acties wanneer en op welke wijze acceptabel zijn voor de cliënt. Tegelijkertijd zal deze werkrelatie zich tijdens en juist doorheen de actie ontwikkelen en verdiepen. Als de cliënt zich bijvoorbeeld begrepen en ondersteund voelt door de social caseworker, staat hij/zij misschien meer open voor feedback. Dit motiveert hem/haar om mee te werken aan acties of taken
Uitgangspunt 7: De timing van actie
Het resultaat en de slaagkracht van de actiegerichte interventies van de social caseworker worden bepaald door de timing. Het kiezen van het goede moment voor de interventie.
Een alerte diagnostische inschatting van de mogelijkheden van de cliënt, het netwerk, van de fase van een verwerkingsproces is een noodzakelijke competentie. De social caseworker beheerst zijn veranderingsdrift en-drang.
Uitgangspunt 8: Ethische inschatting van de actie
Werken met mensen en werken aan het verbeteren, optimaliseren of behouden van de kwaliteit van hun leven, impliceert dat de social caseworker checkt of de effecten van de actiegerichte interventies ethisch verantwoord zijn.
Een eerlijke intentie biedt niet altijd de garantie tot verantwoord handelen en het is niet altijd zo makkelijk realiseerbaar om elkeen zijn persoonlijke vrijheid te garanderen zonder daarbij de vrijheid van anderen te begrenzen.
Lang niet altijd wordt de ethische dimensie van hulpverlening geëxpliciteerd. Ze wordt meestal pas zichtbaar wanneer men voor bepaalde keuzes of lastige dilemma’s komt te staan.
EDDA-actoren in het actieproces
- De social caseworker als actor in actie
- De hulpverlenende organisatie als actor in actie
- De cliënt en diens omgeving als actor in actie
- De verwijzer als actor in actie
- De maatschappelijke context als actor in actie
De social caseworker als actor in actie
Doelgerichtheid binnen het proces => keuzes maken.
Strategie bepalen
De stijl en de persoonlijkheid van de social caseworker.
De hulpverlenende organisatie als actor in actie
Organisatie bepaalt de condities waarbinnen de social caseworker tot actie kan overgaan.
Bv. duidelijk afgebakende taken of niet, huisbezoeken mogelijk of enkel bureelgesprekken, …
De cliënt en diens omgeving als actor in actie
Hoofdrolspelers!
Aansluiten bij de theory of change van de cliënt en diens omgeving (De Vries, 2008).
Alertheid hebben voor de inzetbare vaardigheden en mogelijkheden van de cliënt.
De verwijzer als actor in actie
Indien de verwijzer een medehulpverlener is in het hulpverleningsproces, bv. coördinerende of toezichthoudende rol: de verwijzer wordt dan op de hoogte gehouden of actief betrokken in de uitvoering van bepaalde taken.
De maatschappelijke context als actor in actie
Via reacties op de keuzes die in een hulpverleningsproces worden gemaakt
Welke actiemiddelen beschikbaar, toegankelijk en betaalbaar zijn.
Investeert de samenleving bv in opnamebedden of in meer voorzieningen voor thuiszorg.
Bv: vanuit een CBJ wordt, in overleg met ouders en de jongere, gekozen voor een tijdelijke plaatsing van de jongere in een pleeggezin. De mate waarin dit door de buitenwereld, de maatschappelijke context, beschouwd wordt als helpend, vanzelfsprekend of als onaanvaardbaar zal merkbaar zijn in (ver)oordelende, waarderende of bedreigende reacties van de breder omgeving of via de media.
Definieer het begrip strategie
Anticipatie op waarschijnlijke actie en reactie van bondgenoten en/of tegenstanders bij het nastreven van een doel. Een planmatige en houvast biedende planning van uiteenlopende acties.
Strategie en doelstelling zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
De drie basisstrategieën van actie.
- Saneren
- Stabiliseren
- Emanciperen
Een combinatie van strategieën is mogelijk!
Saneren
- Rechtstreeks richten op het oplossen of aanpakken van het probleem.
- Herstellen, terug gezond maken.
We gaan het probleem direct gaan aanpakken waardoor je meteen verandering zal zien. Hangt er vanaf welke soort vraag het is.
Bv. Iemand met financiële problemen kan je rechtstreeks, doorverwijzen naar schuldbemiddeling. Dan ga je daar meteen resultaat van zien omdat je het kan aanpakken vanuit de kern.
Stabiliseren
- Gericht naar het milieu van de cliënt.
- Evenwicht brengen en behouden in relatie met en voor de omgeving.
Gaan zoeken naar een evenwicht. Waar situeert het probleem zich? Gaan kijken op welke levensgebieden er iets aan de hand is. De persoon terug in evenwicht brengen met zijn netwerk/omgeving
Bv: Naast het overzichtelijker maken van de financiële situatie wil deze cliënt werken aan het verbeteren van de partnerrelatie. Dit impliceert dat hij minder met eigen vrienden op café gaat, meer thuis is, leert genieten van het samenzijn met zijn gezin, de contacten met gezamenlijke vrienden weer opneemt.
Emanciperen
- Richt zich op de persoon van de cliënt.
- Ontwikkelingsgerichte aanpak, aansluitend bij de mogelijkheden en de sterktes van de hulpvrager.
De persoon terug gaan versterken. Waar kan iemand zelf zijn kracht / energie gaan gebruiken, uit halen om er in de toekomst zelf mee aan de slag te gaan? Wat wordt er hier nu verwacht van de persoon? Mensen erbij betrekken. Eigenaar maken van hun problemen. Wat kan die persoon nog en hoe kunnen we die vaardigheden gaan versterken?
Bv: Naast de financiële problemen, is er een probleem met de tewerkstelling. De man wil al geruime tijd van werk veranderen. Hij wenst een beter loon en wil niet langer in een ploegenstelsel werken. Het volgen van een bijkomende opleiding of een herscholing lijkt onvermijdelijk. daar ziet hij tegen op.
Social casework maakt een onderscheid tussen:
- Werken met de cliënt en het cliëntsysteem zelf.
- Werken met de omgeving van de cliënt.
- Werken aan de wisselwerking tussen cliënt en omgeving.
→ Doorheen de geschiedenis lag het accent eerder op de persoon dan op de omgeving en omgekeerd.
Historische en actuele ontwikkelingen van social casework
- Wisselwerking tussen cliënt en omgeving steeds meer methodiekaandacht.
- Systeemdenken
- Outreachend werken
- Proactief werken
- Strengths-benadering (bv Eigen-Kracht conferenties)