H11: cultuurbewust handelen Flashcards

(36 cards)

1
Q
  • Wanneer is een hulpverlener cultuurbewust?
A

Een cultuurbewuste hulpverlener is iemand die:
1. ambiguïteit kan tolereren
2. een open, betrokken en respectvolle houding heeft
3. reflectief kan handelen
4. kan aansluiten bij leefwereld cliënt
5. de hypothese van het beste hanteert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  • waarom hebben hulpverleners weinig zekerheiden binnen de interculturele context?
A

In interculturele contexten zijn er meer dingen ‘niet gekend’. Hierdoor hebben hulpverleners weinig zekerheden. Door het ontbreken van specifieke kennis moeten ze al doende leren en aan de hand van reacties van cliënten hun aanpak bijstellen. Er is vaak veel onduidelijkheid. Denk maar aan beleefdheid. Een gepaste beleefdheid tonen in ontmoetingen met mensen uit andere culturen is niet makkelijk. Dat komt omdat er in elke cultuur andere waarden en normen zijn omtrent beleefdheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  • Hoe ga je dan met die ambiguïteit om?
A

Het is belangrijk dat je een nieuwsgierige basishouding aanneemt. Je toont oprechte interesse en verwondering naar de ander toe. Mensen staan erg open voor bevragingen. Maar enige kennis van culturele scripts kunnen helpend zijn om de ambiguïteit weg te werken.
 Fouten maken mag maar je moet ze herstellen door stil te staan bij effecten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ambiguïteit

A

Dubbelzinnigheid, meerduidigheid of veelzinnigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  • Welke elementen zijn belangrijk om tot een goede hulpverleningsrelatie te komen?
A

oprechte betrokkenheid, een actief luisteren en respectvolle houding, zijn belangrijk om tot een goede hulpverleningsrelatie te komen. Vanuit een open, reflectieve houding is men voorbereid op verschillen en daardoor op misverstanden in de communicatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  • Wat gebeurd er bij confrontaties met andere culturele referentiekaders?
A

Onze eigen evidenties, zekerheden,… worden ter discussie gesteld. We moeten ons professioneel handelen dan verantwoorden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  • Hoe gaan we ons professioneel handelen verantwoorden?
A

Men wordt uitgenodigd om de manier waarop men de werkelijkheid waarneemt te kaderen. Hierdoor wordt men bewust van hoe men naar dingen kijkt, betekenis geeft en reageert. Je gaat reflecteren op je gedachten en handelen en redenen geven over waarom je zo geoordeeld en gehandeld hebt. Wanneer dit niet rechtvaardig is stelt men het gedrag bij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  • Hoe gaan we dan ons denken en handelen herkaderen?
A

Men wordt uitgenodigd om de manier waarop men de werkelijkheid waarneemt te kaderen. Hierdoor wordt men bewust van hoe men naar dingen kijkt, betekenis geeft en reageert. Je gaat reflecteren op je gedachten en handelen en redenen geven over waarom je zo geoordeeld en gehandeld hebt. Wanneer dit niet rechtvaardig is stelt men het gedrag bij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  • Hoe gaan we dan ons denken en handelen herkaderen?
A

door dieper te analyseren gaan we anders kijken naar zaken en vinden we nieuwe mogelijkheden om zaken te benaderen en anders te reageren. Dit heet transformatief leren. Er zijn 2 soorten:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

1) Objectieve herkadering: kritische reflectie op aannames andere:

A

Men gaat proberen inzicht te krijgen op het referentiekader van de ander. Dit vraagt om uit je eigen referentiekader te stappen en de situatie te analyseren vanuit het kader van de ander.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

2) Subjectieve herkadering: kritische reflectie op eigen aannames:

A

Men reflecteert men op een diepere laag door de principes en waarden te onderzoeken van de betekenisgevingen. Men gaat kritisch kijken naar de juistheid en de oorsprong van de aannames. Dit verhoogt transformatief leren en adequaat reageren op het moment zelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  • Hoe gaan we ons aansluiten bij iemand zijn leefwereld?
A

Men gaat zich proberen te verplaatsen in de leefwereld van de ander. Dit doen we door erkennend door te vragen (hoe hoort het volgens iemand, hoe zien zijn culturele scripts eruit?), actief te luisteren, observeren met alle zintuigen en empathisch te luisteren. we gaan de ander echt leren kennen en ons aansluiten bij de leefwereld van de ander is onze verantwoordelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  • Wat is de geldigheidsaanspraak?
A

aanspraak op geldigheid van zijn gevoel of mening, en als gevolg daarvan verwacht dat anderen zijn opvattingen erkennen en bij voorkeur bevestigen. We streven naar erkenning voor onze kijk op de werkelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  • Wat is de aanname van de hypothese van het beste en hoe doen we dit?
A

Het vertrouwen dat er achter elk gedrag van een persoon hoe (cultureel) anders, vreemd of negatief ook, een positieve intentie zit. Bij een vreemdheidservaring ter gevolg van een verschil gaan we oordeel opschorsen en niet direct conclusies trekken. We gaan ervan uit dat de ander goede redenen heeft waarom zij of hij zo handelt, denkt en voelt. Deze aanname helpt om in balans te blijven en niet direct geraakt te worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  • Hoe gaan we bij de geldigheidsaanspraak erkenning bieden?
A

We gaan mensen in hun waarde laten en respect tonen. We gaan de ander oprecht zien door erkennend door te vragen. Hierdoor voelt de ander zich waargenomen en ervaart bestaansrecht. De ander zal zich gemakkelijker openstellen voor andere ideeën, zienswijze en gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  • Waarom gaan we sommige dingen tolereren?
A

 Morele reden
 pragmatische reden
 voortkomen uit onverschilligheid.

Je hoeft het gedrag niet te respecteren om het te tolereren

16
Q
  • welke vorm van communicatie past het beste bij het pluralisme?
A

De vorm van communicatie en uitwisseling die het best past bij het pluralisme is de dialoog. Een dialoog houdt in dat deelnemers bereid zijn voorbij hun meningen en vooronderstellingen te gaan en zowel de eigen zienswijzen als die van de ander uit te dagen. Het doel van de dialoog is om te begrijpen en begrepen te worden en diepere achtergronden en meningen te achterhalen.

17
Q
  • Hoe gaan we dialogisch samenwerken?
A

We moeten vertrekken vanuit de basis aanname dat niemand die gehele waarheid heeft en dat een gesprek met iemand anders een gelegenheid is om een breder beeld van de realiteit te krijgen.

17
Q
  • Waarom gaan we onze mening opschorten?
A

We gaan onze mening over ideeën en acties van anderen op schorten tot we een dieper begrip over een thema krijgen. het doel is om ruimte te scheppen tussen personen en hun mening. We willen voorkomen dat mensen stoppen met luisteren en onderzoeken van nieuwe mogelijkheden.

18
Q
  • Wat is handelingsvrees?
A

1) Bang zijn de cliënt niet te kunnen helpen omdat je die als ‘anders’ ervaart of de taalbarrière bedreigend is.
2) Andere twijfelen aan hun professionaliteit en vergeten dat ze over passende kennis en vaardigheden beschikken, die ze ook voor deze mensen kunnen inzetten.
3) angst om een cliënt van andere herkomst onbewust te kwetsen door hem of haar onbewust te discrimineren en is bang om voor racist te worden aangezien.

19
Q
  • Wat zijn de beperkingen in een dialoog?
A

 Tijdsdruk
 Machtsongelijkheid tussen communicatiepartners
- Dit kan in de weg staan van een gelijkwaardige en veilige uitwisseling van perspectieven, motivaties en belangen.

Het is een uitdaging om de minder machtige perspectieven de ruimte te geven en gehoord te laten worden.

20
Q
  • Wat is de voorwaarde om opvattingen, emoties en waarden uit te wisselen?
A

Men moet een respectvolle en gelijkwaardige of vertrouwensrelatie hebben. je moet ook beseffen dat er verschillen en misverstanden zijn in elke communicatie. Als je dit beseft voorkom je irritatie en verwijten aan de ander. Je moet vertrouwen op de eigen inzet, integriteit en kwaliteiten.

21
Q
  • Wat is culturele matching?
A

het matchen van hulpvrager en hulpverlener met eenzelfde culturele achtergrond.
Culturele matching heeft een aantal voordelen:
1) Onderzoek: ongeveer de helft van allochtone cliënten verwacht dat een allochtone hulpverlener hen beter begrijpt
2) Communicatiestoornissen nemen af: partijen spreken dezelfde taal
3) Risico op negatieve overdracht en tegenoverdracht op grond van racistische vooroordelen verkleind
4) ‘Thuisgevoel’: voor vooral asielzoekers, vluchtelingen, en migranten van de eerste generatie

22
Q
  • Wat zijn de nadelen van culturele matching?
A

1) Het is niet altijd te realiseren.
2) Sommige allochtone cliënten hebben de voorkeur voor autochtone hulpverleners omdat:
- Er angst kan zijn voor roddels als de hulpverlener uit dezelfde cultuur komt.
- Voor allochtonen die langer in België verblijven kan de matching hen opsluiten in een gezamenlijke subcultuur. De kans op ontmoeting tussen verschillende culturen is klein.

23
* Uit welke elementen bestaat de definitie van interculturele communicatie?
1. Intercultureel bewustzijn (IB) 2. Dubbel Perspectief (DP) 3. Drie stappen methode (DSM)
24
* Wat is her intercultureel bewustzijn?
bewust zijn dat er culturele verschillen zijn en dat deze onze gedachten, gevoelens en gedrag beïnvloeden.
25
* wat is het dubbelperspectief?
Dit wil zeggen dat je alle situaties van twee kanten moet bekijken. Zowel vanuit de eigen normen en waarden als die van de andere persoon. Wanneer een persoon begrijpt waarom mensen uit andere culturen op een bepaalde manier handelen is er minder irritatie en meer begrip.
26
* wat doet het dubbelperspectief of DP?
Het DP maakt het mogelijk om op een andere manier met culturen om te gaan. Zo kan cultuur A of B domineren. Er kan ook een nieuwe cultuur met eigen waarden en normen gevormd worden (= cultuur C). een andere optie is dat beide culturen iets van zichzelf inleveren om zo tot betere communicatie te bekomen. Daarnaast kunnen ook beide culturen hun eigen normen en waarden behouden en iets toevoegen van de andere cultuur.
27
* Wat is de drie stappen methode (DSM)?
Wanneer de waarden en normen te sterk verschillen en de DP niet voldoet, kunnen we de derde stap van DSM toepassen. Het doel van de DSM is om affectiviteit rationeel te maken. Hierbij moet een boodschap dezelfde emoties oproepen bij alle partijen. Onbekendheid met de emotionele betekenis kan voor problemen zorgen bij interculturele communicatie. De derde stap zorgt ervoor dat de eigen culturele normen en waarden in gedachte blijven en niet ontkennen.
28
* Hoe gaan aan de slag met stap 1 - het leren kennen van de eigen (cultuurgebonden) normen en waarden?
1. we gaan de actie omschrijven (wat heb ik gedaan en waarom): Hierdoor kunnen we de eigen waarden, normen en overtuigingen herkennen en onderzoeken welke normen en waarden invloed op ons perspectief. = subjectief herkaderen 2. emoties onderzoeken: boosheid en frustratie zijn tekens dat je niet voldoende informatie hebt. Schiet dus niet in actie.
29
* Wat zijn de 3 stappen bij de DSM?
Stap 1: Inzicht in eigen waarden, normen, vanzelfsprekendheden, referentiekaders… Stap 2: Inzicht in waarden, normen, vanzelfsprekendheden, referentiekaders van anderen Stap 3: Spreken en handelen in overstemming met ieders grenzen en marges
30
* Hoe gaan we aan de slag met stap 2 – het leren kennen van (cultuurgebonden) normen, waarden en gedragscodes van de ander?
1. Feiten onderscheiden van interpretaties: We moeten streven naar een objectieve beschrijving van de situatie. (bv: “ik raakte geïrriteerd omdat ik geen antwoord op mijn vraag kreeg”). 2. Onbekende en missende informatie opzoeken: Ga opzoek naar ervaringen, onderzoeken en of gesprekken. We gaan objectief herkaderen. Dit doen we aan de hand van deductieve kennis aan de hand van boeken, internet,… Maar ook inductieve kennis door het raadplegen van de persoon zelf. Check ook jou veronderstellingen en stel vragen zoals “klopt dat? Hoe is dat voor jou?
31
* Hoe gaan we aan de slag met stap 3 – vaststellen hoe men in de gegeven situatie met de gecontacteerde verschillen in normen en waarden omgaat?
We moeten vaststellen waar onze eigen grenzen liggen tot acceptatie van de ander. Maar ook onze grenzen duidelijk maken aan de ander op een manier die aangepast is aan de culturele communicatiecodes van de luisteraar. Ook moeten we openstaan voor de waarde van de ander.
31
* Wat is een noodzakelijke randvoorwaarde bij stap 3?
Een positieve houding bij ontvankelijkheid voor het anders zijn, gekoppeld aan een systematische aanpak. = de hypothese van het beste hanteren en and< k:y,nbrhecflere geldigheidsaanspraken erkennen.
32
* Wat is een nieuw perspectief binnen stap 3?
Dit kan je vergelijken met het pluralisme. Bij nieuwe perspectief (NP) stelt men zich open voor anderen, met diens normen, waarden en gedragingen zonder daarmee meteen afstand te nemen van de eigen normen en waarden.
33
* Waartoe kan een nieuw perspectief leiden binnen stap 3?
1) Een NP kan leiden tot een consensus met een gemeenschappelijke waarheid. (Bv: omtrent opvoeding van kinderen, andere opvoedingstechnieken gebruiken i.p.v. slaan). 2) Maar het kan ook leiden tot compromis waarbij elke persoon zijn waarheid heeft. (Bv: omtrent opvoeding van kinderen, waarden die worden meegegeven zijn cultureel bepaald)