H9: opvoeden in de migratiecontext Flashcards

(47 cards)

1
Q
  • Wat zijn redenen voor opvoedingsonmacht bij allochtone ouders?
A

De impact van migratie op de opvoeding is groot door:
 Omschakeling van platteland naar stad
 Omschakeling van een laagontwikkelde economie naar een hoogontwikkelde economie
 Wonen vaker in stedelijke gebieden en in wijken met een naar etniciteit sterk gemengde samenstelling

Dit leidt tot gevoelens van onzekerheid en opvoedingsonmacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  • Welke 3 factoren hangen samen met migratie en opvoedingsonmacht?
A
  1. Specifieke achterstanden, zoals gebrekkige kennis van het Nederlands, weinig inzicht in de Vlaamse cultuur, onbekendheid met de Vlaamse instellingen en hun manier van werken.
  2. Culturele verschillen, qua visie op opvoeding en wijze van communiceren.
  3. Het verkeren in een minderheidspositie, met als gevolg vooroordelen en discriminatie, het gevoel niet voor vol te worden aangezien en de druk tot eenzijdige aanpassing.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  • Wat is een groot gezin (uitgebreid gezin en of extended familie)?
A

In een grootgezin wonen drie generaties samen onder één dak. In dit gezin is het makkelijk om tradities door te geven. Wanneer het gaat over een matrilineaire verwantschap verloopt de afstammingslijn via de vrouwen en bestaat de extended family uit gezinnen van verwante vrouwen. In het geval van een patrilineaire verwantschap verloopt de lijn van afstamming via de mannen en worden de gezinnen van de mannen opgenomen in de extended family.

In deze gezinnen bestaat er een duidelijke hiërarchie, hoe hoger je staat hoe meer macht en verantwoordelijkheid je hebt binnen het gezin. In deze gezinnen gaat het niet enkel over bloedverwantschappen, maar heel het relationeel netwerk van het gezin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  • Wat is het systeem van sociaal ouderschap binnen het grootgezin?
A

Er is sociale controle en bijsturing van het gedrag door de informele kring en de gemeenschap binnen het gezin. Verschillende personen kunnen de rol van de ouders op zich nemen. Traditioneel was zelfs de gehele gemeenschap betrokken bij de opvoeding van een kind, iedere volwassene kon een kind begeleiden en terechtwijzen.
Grootouders: leren het kind veel door verhalen te vertellen.
De oom: tussen de oom en de kinderen van zijn zus of broer bestaat er speciale relatie. in veel gemeenschappen heeft de oom evenveel of meer gezag over de kinderen dan de biologische vader.
Het oudste kind: neemt vaak dezelfde houding aan tegenover de jongere kinderen als de volwassen familieleden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  • Wat is een kerngezin of twee generatiegezin?
A

Het kerngezin bestaat uit vader, moeder en ongehuwde kinderen. De ouders zijn getrouwd of wonen samen. Kerngezinnen kunnen egalitair zijn (beide ouders staan aan de top) of hiërarchisch (vader of moeder staan aan de top).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  • Wat is een eenoudergezin?
A

Een eenoudergezin bestaat uit een vader of een moeder met een of meer kinderen jonger als 18 jaar. De ouder en de kinderen leven samen in het gezin en de ouder heeft de zorg voor de kinderen. Eenoudergezinnen kunnen op drie manieren ontstaan: door echtscheiding, door overlijden of door ongehuwd ouderschap. Vaak gaat het over alleenstaande moeders, alleen staande vaders komen in migrantengezinnen weinig voor. De opvoeding wordt dan gedeeld of ze hertrouwen snel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  • Wat is een nieuw-samengesteld gezin?
A

Je hebt 2 soorten van een nieuw-samengesteld gezin:
Blended family: dit is een gezin die kinderen bevat van één of van beide partners
Mikado gezin: dit is een gezin waarbij de ouders ook kinderen hebben uit vorige relaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  • Wat is het verschil tussen intentioneel opvoeden en functioneel opvoeden?
A

Intentioneel opvoeden verwijst naar de reflectie van ouders of opvoedingsverantwoordelijken op hun handelen en functioneel opvoeden verwijst naar de vanzelfsprekende dagelijkse omgang met kinderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  • wat is socialisatie binnen het opvoeden?
A

Dit gaat over opvoeden waarbij ze aandacht hebben voor de invloed die de omgeving van het gezin en de wijder maatschappelijke context heeft op het opgroeiend kind. Dit is de ecologische benadering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  • Op welke opvoedingswaarden gaan verschillen in etnische afkomst zich concentreren?
A

Autonomie: zelfbepaling, zelfstandigheid, voor jezelf opkomen en verantwoordelijkheidsgevoel hebben
Conformiteit: aanpassing aan de eisen die de omgeving stelt, weten welk gedrag van je wordt verwacht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  • Wat is het belang van collectief-belang in niet westerse-landen?
A

Er is een sterke afhankelijkheid van familie. de thuislanden kennen (of kenden) geen verzorgingsstaat. Het conformisme duiden we ook wel aan met collectivisme: het belang van het collectief, de eigen gemeenschap en eigen familie staan centraal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  • Hoe zien we bij migrantenouders een duidelijke individualisering plaatsvinden?
A

Jonge migrantenouders kiezen voor de opvoeding die past bij de westerse migratiesituatie, Maar ze behouden wel de waardevolle en eigen elementen. De Westerse samenleving vraagt dus voor assertieve burgers, waarbij kinderen meer voor zichzelf opkomen.
Twee-generatieouders willen meer praten met hun kinderen, ze gaan naast hun staan en eisen geen onvoorwaardelijke gehoorzaamheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  • Wat is de contextuele variatie van waarden?
A

Elk kind moet leren omgaan met verschillende eisen en verwachtingen vanuit het gezin en andere kringen. Dit is het individuatieproces.
 De 1ste individuatie is die van het kind ten opzichte van zijn moeder.
 De 2de individuatie is die van de adolescent ten opzichte van zijn gezin van herkomst.
 de 3de individuatie bij migranten is dit de individuatie ten opzichte van de eigen culturele groep en achtergrond als gevolg van het vertrek uit het land van herkomst. Ze moeten de verschillende werelden en culturen waarin ze zijn opgegroeid verenigen tot één.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  • Wat is de alternatie strategie bij allochtone jongeren?
A

Jongeren hechten meer belang aan het behoud van de traditionele waarden binnen de gezinscontext dan daarbuiten. Binnen deze strategie lijkt de dubbele loyaliteit een goed effect te hebben op schoolprestaties en op aspecten van de psychosociale ontwikkelingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  • Wat gebeurd er als de verschillen in waarden tussen het gezin en de omgeving te groot is?
A

Hoe groter het verschil in waarden tussen de contexten, hoe hoger de score op agressie. Er is ook een kans dat jongeren op school en onder peers relatief sterk geneigd zijn tot assertiviteit. Tenslotte laten ze thuis een andere en rustigere kant van hun zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
  • Waarom zitten kinderen tijdens hun opvoeding tussen 2 vuren?
A

allochtone jongeren zitten voortdurend tussen verschillende loyaliteiten. Denk aan religie, ouders, de samenleving,… jongeren zijn flexibel en in staat om meerdere identiteiten te ontwikkelen ALS de omgeving elkaars wereld niet zwart maakt. Het is dus niet de ambivalentie die het probleem is maar het feit dat de ambivalentie door de omgeving niet wordt geaccepteerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q
  • Hoe komt het dat die ambivalentie niet door de omgeving wordt geaccepteerd?
A
  1. Er wordt negatief om gegaan met de weide omgeving. Denk aan discriminatie of pestgedrag. Er is dus duidelijk een verband tussen het ervaren van discriminatie en emotionele gedragsproblemen. Hierdoor gaat men zich terugtrekken in de etnische identiteit.
  2. Allochtone ouders hebben een besmettingsangst voor de ‘westerse cultuur’ en wantrouwen wegens de westerse samenleving.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q
  • Waarom hebben allochtone ouders een besmettingsangst voor de ‘westerse cultuur’ en wantrouwen wegens de westerse samenleving?
A
  1. Soms zijn er strategieën van racial socialization, zoals een nadruk op culturele overdracht en trots, een voorbereiding op negatieve beeldvorming of het aanwakkeren van etnisch of religieus wantrouwen
  2. Er is een gebrek aan sociale steun in condities van armoede en dit kan aanleiding geven tot wantrouwen in hulpverleners/professionals en onderzoekers.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q
  • Wat is een onderhandelingshuishouding bij de autochtone ouders?
A

Autochtone ouders hanteren een meer toegefelijke opvoedingsstijl. Dit huishouden is gericht op de individuele ontwikkeling van het kind waarbij mondigheid, onafhankelijkheid en overleg tussen ouders en kind een belangrijke waarden is.

20
Q
  • Wat is een bevelshuishouding bij sommige allochtone ouders?
A

Dit is een autoritair opvoedingspatroon waarbij gehoorzaamheid aan en respect voor ouders een belangrijke waarden is. Kinderen leren zich houden aan de regels die door de ouders worden opgesteld. De kinderen hebben weinig zeggenschap.

21
Q
  • wat is de autoritaire en de autoritatieve benadering binnen de opvoeding?
A

Autoritaire benadering:
Er is controle van de ouders. Er is een beperkte bewegingsvrijheid en kinderen worden buitenhuis letterlijk gevolgd door de ouders.
Autoritatieve benadering:
Er is toezicht op afstand door uitwisseling van informatie. Dit vereist een open houding en communicatie tussen ouders en kinderen.

22
Q
  • Wat is dan een positieve relatie tussen de autoritaire controle en steun van de ouders?
A

Een autoritaire opvoedingsstijl kan gepaard gaan met liefdevolle ondersteuning. Als die liefdevolle steun ontbreekt, dan leidt dit tot problemen in de ontwikkeling van het kind.

23
Q
  • Wat zijn verschillen in opvoeding van meisjes in Turkse, Marokkaanse en islamitische gezinnen?
A

Meisjes krijgen meer zorgtaken die hen voorbereiden op de rol van vrouw en moeder. Ze hebben een beperkte bewegingsvrijheid omwille van het eerbaarheidsprincipe. Wel wordt er meer aandacht besteed aan de opleiding van meisjes, maar in islamitische gezinnen wordt de opleiding doorkruist omdat de voorbereiding op huwelijk en moederschap belangrijker is.

24
Q
  • Welke strategie gebruiken meisjes dan om meer bewegingsvrijheid te krijgen?
A

Ze gaan zich houden aan de gedragscodes. Hierdoor winnen ze het vertrouwen van de ouders, waardoor ze meer vrijheid krijgen. De Islam kan hier als bondgenoot dienen om te onderhandelen met de ouders. Soms is er een te grote druk om zich te conformeren en kan dit leiden tot gedwongen huwelijk. Meisjes zoeken soms de oplossing in het weglopen van huis en soms leiden problemen tot psychosociale klachten.

25
* Wat zijn verschillen in opvoeding van jongens in een Turks, Marokkaans en islamitische gezin?
Jongens staan er soms in bepaalde opzichten alleen voor. Ze kunnen niet terugvallen op de steun van hun ouders, waardoor ze vanaf de puberteit meer naar leeftijdsgenoten trekken. Ze hebben vaker met externalistische psychische- en gedragsproblemen te maken.
26
* Wat is het sociologisch mechanisme?
iemand gaat zich meer en meer gedragen volgens het racistisch beeld dat anderen van hem hebben. Ze voelen ook dat ze het recht hebben om wraak te nemen voor de pijn die hen is aangedaan:  Tegen de dader zelf, tegen een onschuldige derde of ‘de maatschappij’  Territoriumdrang  Hanteren ‘beschuldiging van racisme’ als wapen
27
* Hoe verloopt de opvoeding van jongens en meisjes van Afro-Caribische oorsprong?
Het sekse-onderscheid is daar minderscherp. Alleenstaande moeders komen ook meer voor en men hecht veel belang aan financiële en emotionele onafhankelijkheid van meisjes. Seksueel ‘los’ gedrag wordt bij jongens deels impliciet of expliciet goedgekeurd.
28
* Hoe verloopt de opvoeding bij gezinnen in het Midden- en Oost Europa?
Soms is er wel een onderscheid. Denk aan Roma–meisjes die voortijding uit het onderwijs gehaald worden vanwege huwelijksverplichtingen op jonge leeftijd.
29
* Hoe verloopt de opvoeding bij Chinese gezinnen?
Binnen deze opvoeding zijn er de minste sekseverschillen. Zowel voor jongens als meisjes geldt in deze gezinnen een grote druk om goed te presteren in het onderwijs en een hoge taaklast.
30
* Hoe verloopt de opvoeding bij allochtone moeders en vaders?
Moeders: Nemen het grootste deel van de opvoeding en verzorging op zich. Moeders zijn vaker ontevreden over de rol van de vader. Zij ervaren een gebrek aan emotionele steun en betrokkenheid bij de kinderen, maar willen de opvoedingsverantwoordelijkheid ook niet volledig delen. Ze nemen ook traditionele opvoedingstaken van de vader, zoals controle en onderhouden van externe contacten en dit zorgt voor spanningen binnen de relatie. Vaders: Nemen externe gezinstaken op en leveren een bijdrage aan de morele opvoeding. Ook staan zij in voor de correctie of straffen van de kinderen. Ze willen enerzijds hun kinderen meer aandacht geven, meer open zijn en minder streng optreden en anderzijds willen ze traditionele waarden doorgeven zoals respect voor ouders
31
* Hoe verloopt de opvoeding bij Marokkaanse moeders en vaders?
Vaders: Ze hechten sterke waarden aan hun kostwinnersrol. Jongere en hoger opgeleide vaders neigen meer tot de autoritatieve autochtone ouders. Ze gaan voornamelijk teksten uit de Islam interpreteren. Werkloze vaders houden zich afzijdig omdat hun traditionele rol aan erosie onderhevig is. Moeders: Moeders hebben een dubbele houding. Enerzijds zijn zij de motor voor verandering binnen de opvoeding en anderzijds staat het uit handen geven van de regie de sterkte moederschapsideologie in de weg.
32
confessionelen
leven de religieuze regels tot op alle details na;
33
gelovigen
Accepteren de islam als een religieus, socio-politiek en ethisch stelsel en identificeren zich als moslim maar leven de voorschriften slechts deels en op wisselende tijdstippen op.
34
liberalen
dit zijn gelovigen die een kritische houding hebben ten aanzien van de voorschriften en de socio-economische en etische vraagstukken. Het niet benadrukken van hun religieuze identiteit is bewust, wisselend en contextueel bepaald
35
agnosten
hebben een atheïstische levenshouding
36
* Wat is het effect van het belang van toename van religie binnen opvoeding?
Ouders voelen zich onzeker en onkundig doordat de adequate hulpbronnen ontbreken. Denk aan de behoefte van informatie, informele steun en weinig religieuze kennis door migratie. De mate van orthodoxie onder Turkse en Marokkaanse jongeren is wel sterk toegenomen.
37
* Waarom is er opvoedingsverlegenheid bij ouders in gezinnen?
Er is opvoedingsverlegenheid in gezinnen waarbij jongeren orthodoxer zijn dan hun ouders. De ouders missen hierdoor de competentie om hun kinderen te helpen bij het omzetten van religieuze tradities aan de eisen en verwachtingen van de huidige tijd en omstandigheden. Hoger opgeleiden hebben minder moeite om geloof en participatie in de samenleving te combineren.
38
* Waarom is er een kloof tussen onderwijs en allochtone gezinnen?
1. Er is een taalbarrière 2. Er is onbekendheid met het onderwijssysteem 3. De eisen van de school in termen van houding, kennis en vaardigheden aan kinderen en ouders 4. Er zijn verschillen in toegankelijkheid bij scholen 5. Er is opvoedingsonzekerheid bij ouders: (Wat houdt betrokkenheid bij school in?)
39
* Hoe hebben krijgen jongeren onderwijsondersteuning?
Enerzijds is er weinig instructieve inmenging van de ouders en het succes in het onderwijs. Dit zorgt voor een minder goede band met de ouders. Een hogere opleiding vergroot de kloof met de milieu van herkomst. Anderzijds er is wel voldoende emotionele ondersteuning.
40
* Wat zijn de verwachtingen van de ouders naar de school toe?
Ouders hebben veel verwachtingen naar de school. Vooral naar de rol van leerkracht als steunbron voor de opvoeding. Tegelijkertijd is er veel ontevredenheid over de wijze van opvoeden binnen de school. Ouders voelen zich niet altijd gehoord door de school zelf.
41
* Welke vormen van onderwijsondersteuning zijn er binnen allochtone gezinnen?
1. De prestatiedoelen en verwachtingen ten aanzien onderwijsloopbaan liggen hoog 2. Er is controle op huiswerk 3. Ze hameren op hard werken 4. Er is een tekort aan kennis van onderwijssysteem 5. Vaak is er steun uit de ruimere familiekring (nichten, neven, tante, ..)
42
* Hoe ontstaat probleemgedrag in de pedagogische context?
Vooral in gezinnen van de eerste generatie en lager opgeleide ouders is er een gebrek aan sociaal en cultureel kapitaal. Deze bemoeilijkt de ondersteuning van kinderen doorheen het onderwijs. De hogere mate van autoritaire controle zorgt voor een eenrichtingsverkeer in de communicatie en leidt tot minder responsieve steun. Dit uit zich in probleemgedrag of een grotere gevoeligheid voor groepsdruk bij jongeren. Vooral meisjes hebben een verhoogde kans op internaliserende problemen en zelfs suïcide. Dit is het gevolg van een sterkte druk vanuit hun gezin en de gemeenschap om zich te conformeren en de grotere beperking aan hun onderhandelings- en bewegingsruimte.
43
* wat is een pedagogisch vacuüm als risicosituatie?
in laaggeschoolde gezinnen van oudere generatie zijn vaders vanaf de puberteit vaak nog weinig actief betrokken bij de opvoeding van en het toezicht op hun zonen. Ook socialisatie op straat verhoogt risico op criminaliteit. Moeders van Antilliaanse afkomst blijken door het soms niet systematisch afkeuren van crimineel gedrag de drempel voor dat type gedrag te verlagen
44
* hoe ontstaan problemen bij marginaliserende Marokkaanse en Antilliaanse jongens?
1. vaders harde hand of diens afwezigheid; 2. moeders die het vaderlijk gezag soms verder ondermijnen, 3. de socialisatie van mannelijkheid, van huis uit of op straat.
45
* Hoe zorgt geweld in het gezin voor een risicosituatie?
De negatieve impact van geweld op de opvoeding is groot. Geweld, en het zwijgen daarover, brengt kinderen die toch al kwetsbaar zijn door het ontbreken van de nodige zorg en aandacht in een geïsoleerde positie. We moeten dus letten op het risico van kindermishandeling bij migrantenkinderen uit de verschillende groepen.
46
* Hoe zorgt een negatieve, conflictueuze relaties tussen ouders en jongeren voor risicosituaties?
Door het verschil in acculturatietempo tussen de generaties kunnen ouders uit angst voor respectverlies en culturele vervreemding van hun kinderen verstarren in de opvoeding. De combinatie van gebrek aan steun en repressie of juist afzijdigheid vormt een belangrijke factor in de marginalisering van jongens.
47
* Hoe zorgt de migratieachtergrond, de gezinsgrootte, stiefouderschap, sociaaleconomische status of één-ouderschap voor risicosituaties?
Een-ouderschap vormt een risicofactor. Dit komt minder voor bij Caraïbische groepen omdat de vrouwen veel steun hebben uit hun netwerk en het eenoudergezin is hier een stigma. Daarnaast worden vrouwen voorbereid op alleenstaand moederschap. Maar er kunnen wel problemen ontstaan door de verzwaring van opvoedingstaken bij een-ouderschap. Denk aan Turkse, Marokkaanse, Hindoestaans-Surinaamse vluchtelingengezinnen. Een scheiding betekent hier sociale isolement,…