H11 pt 1 Flashcards

(35 cards)

1
Q

Initiëren van beweging, ofwel het plan hoe en om wel of niet te bewegen gebeurt door …
1. Grote hersenen
2. Cerebellum
3. Hersenstam
4. Ruggenmerg
5. Basale Ganglia

A

1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Soort-specifieke bewegingen, of bewegingen kenmerkend voor een bepaalde diersoort, worden geregeld door …
1. Grote hersenen
2. Cerebellum
3. Hersenstam
4. Ruggenmerg
5. Basale Ganglia

A

3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De … regelt het uitvoeren van bewegingen door verbindingen met de ledenmaten
1. Grote hersenen
2. Cerebellum
3. Hersenstam
4. Ruggenmerg
5. Basale Ganglia

A

4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De … is een van de belangrijkste motor-ondersteunende hersengebieden door timing en accuratesse te regelen.
1. Grote hersenen
2. Cerebellum
3. Hersenstam
4. Ruggenmerg
5. Basale Ganglia

A

2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De … is een van de belangrijkste motor-ondersteunende hersengebieden door de kracht van bewegingen te reguleren. Een soort ‘volumeknop’
1. Grote hersenen
2. Cerebellum
3. Hersenstam
4. Ruggenmerg
5. Basale Ganglia

A

5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

3 stadia van uitvoeren van bewegingen

A
  1. Planning: Prefrontale cortex (PFC). Hier wordt het doel gevormd en besluit of we de beweging gaan uitvoeren.
  2. Organisatie: Premotorische cortex. Motor-sequenties bedenken. Dit zijn voorgeprogrammeerde bewegingen. Uit te voeren acties worden in de juiste geplaatst, bewegingen worden georganiseerd.
  3. Uitvoering: Primaire motorische cortex (M1). Vertalen van motor-sequenties naar motor-opdrachten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De primaire motorische cortex M1 is vooral gespecialiseerd in …

A

Focale bewegingen (b.v. armen, handen, mond bewegen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar ligt de premotorische cortex vergeleken met de motorische cortex?

A

Er voor (meer anterieur).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe complexer de actie, hoe … (meer/minder) hersengebieden erbij betrokken zijn.

A

Meer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bij simpele (individuele) bewegingen is er activatie in de …

M1
S1
Dorsaal Premotorische Cortex
PFC (doel)
Temporaalkwab (wat)
Pariëtaalkwab (hoe)

A

M1, S1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bij een reeks van simpele bewegingen is er activatie in de …

M1
S1
Dorsaal Premotorische Cortex
PFC (doel)
Temporaalkwab (wat)
Pariëtaalkwab (hoe)

A

M1, S1, Dorsaal premotorische cortex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bij complexe bewegingen is er activatie in de …

M1
S1
Dorsaal Premotorische Cortex
PFC (doel)
Temporaalkwab (wat)
Pariëtaalkwab (hoe)

A

M1, S1, Dorsale premotorische cortex, PFC (doel), Temporaal (wat), Pariëtaal (hoe)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De Dorsale premotorische cortex heet ook wel…

A

Supplementaire motor cortex.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Voer je 1 beweging tegelijk uit, of meerdere?

A

Er is een mate van hiërarchie, maar het kan ook parallel. Mix van de twee.

  1. Hiërarchisch: Bewegingen in een bepaalde volgorde. (Prefrontaal –> Premotor –> Primaire motor cortex)
  2. Parallel: Meerdere bewegingen tegelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Motorische bewegingen zijn … gecodeerd

A

spatiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Zonder … kun je ook niet bewegen.

A

Sensorische verwerking

16
Q

Somatotopische organisatie Beweging:

A

Er is een plek voor ieder lichaamsdeel in de motor en somatosensorische cortex.

Corticale representatie van lichaamsonderdelen is disproportioneel.

17
Q

Bevat de motorische cortex specifieke spierbewegingen, of een repertoire van fundamentele bewegingscategorieën?

A

Een repertoire.

18
Q

Wat betekent het dat de somatotopische organisatie van motoriek Discontinu zijn?

A

Corticale volgorde van lichaamsonderdelen verschilt van de volgorde op het lichaam. Dus de handen liggen b.v. boven het hoofd.

19
Q

Grove bewegingen worden aangestuurd door … en precieze bewegingen door …

  1. Primaire motorische cortex (M1)
  2. Premotorische cortex
  3. Primaire sensorische cortex (S1)
A

Grove bewegingen door premotorische cortex en precieze door M1

20
Q

De M1/S1 ligt anterieur van de andere.

A

M1 ligt anterieur van S1

21
Q

M1 gebieden voor de handen, vingers, lippen en tong zijn relatief … (klein/groot)

22
Q

Als een patiënt bewegingen op de verkeerde volgorde uitvoert, dan is er iets mis met de …

A

Organisatie van de beweging, dus de Premotorische cortex.

23
Q

De centrale sulcus ligt tussen de … en de …

A

Tussen motorische cortex en pariëtaalkwab

24
De somatotopische organisatie van motorische cortex is flexibel. Leg uit adhv. Constraint-induced therapy.
Neurale plasticiteit faciliteert motorisch leren, schade-herstel. Constraint-induced therapy stimuleert plasticiteit door intensief gebruik van het beschadigde ledemaat snel na het ongeval.
25
Tractus corticospinalis:
Snelweg die motor-commandos van motorische cortex via ruggenmerg stuurt naar ledenmaten. = Piramidebaan
26
Kruisen de axonen van de Tractus Corticospinalis?
Gedeeltelijk. Lateralis kruist in de Medulla.
27
In welke hoorn van het ruggenmerg eindigd de Tractus Corticospinalis?
Anterieure (ventrale) hoorn
28
Tractus Corticospinalis is betrokken met laag ... van de motorische cortex
Laag V motorische cortex.
29
Tractus Corticospinalis ... kruist in de Medulla. Lateralis/Ventralis
Lateralis
30
Tractus Corticospinalis ... heeft 90% van de zenuwvezels. Lateralis/Ventralis
Lateralis
31
Tractus Corticospinalis ... kruist en eindigt contralateraal. Lateralis/Ventralis
Lateralis
32
...% van de vezels van de Tractus Corticospinalis kruisen niet.
10% (Ventralis)
33
Loop van Tractus Corticospinalis Lateralis
- Kruist in contralaterale zijde (90% van vezels gaan naar de andere kant bij de medulla) - Na kruising eindigen in laterale zijde van contralaterale anterieure hoorn - Distale musculatuur (buitenkant van lichaam: ledenmaten, vingers…)
34
Loop van Tractus Corticospinalis Ventralis
- Blijft ipsilateraal (10% vezels kruist niet) - Eindigt in de mediale zijde van ipsilaterale anterieure hoorn - Proximale musculatuur (romp)