H7 toepassing Flashcards
(53 cards)
… meet veranderingen in bloedstroom (BOLD-signaal) als indirecte maat voor hersenactiviteit.
- PET
- CT
- fNIRS
- fMRI
- MRI
- EEG
- MEG
fMRI (Functional magnetic resonance imaging)
… gebruikt röntgenstralen om een gedetailleerd beeld van de hersenstructuur te maken.
- PET
- CT
- fNIRS
- fMRI
- MRI
- EEG
- MEG
CT (Computertomografie)
… meet elektrische activiteit in de hersenen via elektroden op de hoofdhuid.
- PET
- CT
- fNIRS
- fMRI
- MRI
- EEG
- MEG
EEG (Elektro-encefalografie)
… meet magnetische velden gegenereerd door neurale activiteit.
- PET
- CT
- fNIRS
- fMRI
- MRI
- EEG
- MEG
MEG (Magneto-encefalografie)
… meet metabole activiteit van de hersenen met radioactieve tracers.
- PET
- CT
- fNIRS
- fMRI
- MRI
- EEG
- MEG
PET (Positron Emissie Tomografie)
… laat zien hoe snel hersenen reageren op stimuli, maar heeft een lage ruimtelijke resolutie.
- PET
- CT
- fNIRS
- fMRI
- MRI
- EEG
- MEG
EEG
Dit meet namelijk ERP’s (Event-Related Potentials) die worden gebruikt om sensorische verwerking, aandacht en taalverwerking te onderzoeken.
Welke is beter in het lokaliseren van hersenactiviteit dankzij de hogere spatiële resolutie?
- EEG
- MEG
- fNIRS
MEG.
MEG: taalverwerking, sensorische integratie & auditieve perceptie.
… kan verschillen in hersenactiviteit tonen tussen autisme en neurotypische verwerking.
- PET
- CT
- fNIRS
- fMRI
- MRI
- EEG
- MEG
MEG
… detecteert hersenbeschadiging (bv. na een beroerte of trauma) die cognitieve functies beïnvloedt.
- PET
- CT
- fNIRS
- fMRI
- MRI
- EEG
- MEG
CT
… kan structurele afwijkingen in verband brengen met geheugenverlies of taalstoornissen.
- PET
- CT
- fNIRS
- fMRI
- MRI
- EEG
- MEG
CT
… identificeert structurele verschillen tussen individuen, bijvoorbeeld bij neurodegeneratieve aandoeningen zoals Alzheimer.
- PET
- CT
- fNIRS
- fMRI
- MRI
- EEG
- MEG
MRI
Vergelijkt hersenvolumes van verschillende groepen, bv. hippocampusgrootte bij depressie.
__________
CT kan ook structurele verschillen in de hersenen detecteren, maar heeft een lagere resolutie dan MRI en wordt minder vaak gebruikt voor neurodegeneratieve ziekten. Het is echter nuttig bij acute hersenschade, zoals bloedingen of tumoren.
PET wordt soms gebruikt bij Alzheimer-onderzoek, maar richt zich vooral op functionele verschillen, zoals veranderingen in glucosemetabolisme en amyloïde-opstapeling, in plaats van structurele verschillen.
De andere technieken (fNIRS, fMRI, EEG en MEG) meten voornamelijk hersenactiviteit en niet primair structurele verschillen.
Amygdala-activiteit bij emotionele prikkels kan het beste gemeten worden met …
- PET
- CT
- fNIRS
- fMRI
- MRI
- EEG
- MEG
fMRI.
Aangezien prikkels toegediend worden is een functionele techniek handig.
fNIRS dringt niet diep genoeg door in het brein om de amygdala goed te meten.
Welke beeldvormingstechniek wordt voornamelijk gebruikt om structurele verschillen in de hersenen te identificeren, zoals bij neurodegeneratieve aandoeningen?
a) fMRI
b) EEG
c) MRI
d) fNIRS
C
Welke techniek heeft de hoogste temporele resolutie en wordt vaak gebruikt om snelle veranderingen in hersenactiviteit te meten?
a) PET
b) fMRI
c) EEG
d) CT
C
Wat is een voordeel van MEG ten opzichte van EEG?
a) MEG heeft een betere ruimtelijke resolutie omdat magnetische velden niet worden verstoord door de schedel.
b) MEG meet direct de zuurstofconcentratie in de hersenen.
c) MEG maakt gebruik van radioactieve tracers om neuronale activiteit te meten.
d) MEG heeft een hogere temporele resolutie dan EEG.a
A
Welke techniek maakt gebruik van infrarood licht om veranderingen in zuurstofverzadiging van het bloed te meten?
a) PET
b) fNIRS
c) EEG
d) MRI
B
Welke techniek wordt vaak gebruikt om metabolische activiteit in de hersenen te meten met behulp van radioactieve tracers?
a) fMRI
b) PET
c) EEG
d) MEG
B
Welke techniek wordt het meest gebruikt om activatiepatronen bij spraakverwerking en visuele waarneming te meten?
a) CT
b) EEG/MEG
c) fMRI
d) PET
B
Welke techniek heeft een zeer hoge ruimtelijke resolutie, maar een relatief lage temporele resolutie?
a) EEG
b) MEG
c) fMRI
d) CT
C
Welke techniek wordt het meest gebruikt voor het detecteren van hersenbloedingen en botbreuken?
a) MRI
b) CT
c) fMRI
d) PET
B
Wat is een belangrijk nadeel van PET-scans?
a) Ze hebben een lage temporele resolutie.
b) Ze gebruiken ioniserende straling, wat schadelijk kan zijn.
c) Ze hebben een zeer lage ruimtelijke resolutie.
d) Ze kunnen geen metabole activiteit meten.
B
Welke techniek wordt het meest gebruikt om veranderingen in bloedoxygenatie te meten als indirecte maat voor hersenactiviteit?
a) EEG
b) fMRI
c) MEG
d) CT
B
Welke beeldvormingstechniek is het meest geschikt voor het bestuderen van diepgelegen hersenstructuren, zoals de hippocampus?
a) EEG
b) MEG
c) MRI
d) fNIRS
C
Welke techniek wordt vaak gebruikt bij baby’s en jonge kinderen, omdat deze weinig beperkingen heeft qua beweging en geen schadelijke straling gebruikt?
a) CT
b) fNIRS
c) EEG
d) PET
B