H4 pt 2 Flashcards
De rustpotentiaal is … mV.
-70 mV
De intracellulaire lading van een axon is … lager/hoger dan de extracellulaire lading.
Intracellulaire lading is lager (-70mV) omdat er meer A- (eiwit) en K+ (kalium) ionen zijn.
Is er intracellulair van de axon meer A- of K+?
Meer A-, omdat een deel van de K+ naar buiten wordt getrokken vanwege de hoge extracellulaire populatie K+ .
A- en K+ zijn relatief veelvoorkomender … binnen/buiten het axon, en Na+ en CI- zijn veelvoorkomender … binnen/buiten het axon.
A- en K+ meer binnen, Na+ en CI- meer buiten.
Welke 2 ionen in het axon zijn het belangrijkst voor neurale communicatie? A-, K+, Na+, CI-?
K+ en Na+ zijn het sterkst betrokken bij neurale communicatie (omdat ze energie afgeven?).
Wat betekenen: Na+, K+, CI-, A-?
Na+ = natrium (sodium)
K+ = kalium
CI- = Chloride
A- = eiwit
Zijn CI- en A- kationen of anionen?
Anionen, want ze zijn negatief geladen.
Kanionen / Anionen
Kanionen = positief geladen
Anionen = negatief geladen
Wat zijn influx en efflux?
Influx = naar intracellulair
Efflux = naar extracellulair.
Wat voorkomen poorten bij Na+?
Voorkomen de influx van Na+.
Wanneer gaat een spanningspoortje open?
Wanneer de spanning een bepaald punt bereikt, bijvoorbeeld kleiner dan -70mV
Na+/K+ pomp pompt … Na+/K+ uit de cel en … Na+/K+ in de cel, met een verhouding van … wat energie verbruikt in de vorm van …
Na+/K+ pomp pompt Na+ uit de cel en K+ in de cel, met een verhouding van 3:2 wat energie verbruikt in de vorm van ATP.
3:2 verhouding = 3 Na+ naar buiten 2 K+ naar binnen .
Wanneer komt de Na+/K+ in actie?
Na+ ionen kunnen niet makkelijk door het celmembraan, maar dit gebeurt toch regelmatig. Wanneer dit gebeurt komt de Na/K pomp in actie.
Wanneer de Na+/K+ pomp in actie komt, hoeveel Na+ en K+ ionen pompt deze tegelijkertijd?
3 Na+ naar buiten en 2 K+ naar binnen.
Hierdoor is er altijd meer positieve lading BUITEN de cel.
De buitenkant van de cel is vergeleken met de binnenkant van de cel bij de rustpotentiaal…
70mV, omdat de buitenkant 70mV hoger is.
Diffusie:
passief proces waarbij ionen van hoge naar lage concentratie stromen. Dit gebeurt totdat de lading gelijk is. Denk aan oplossen van zout in water.
Concentratie gradiënt:
verschil in concentratie ionen tussen intra- en extracellulaire vloeistof. Dit verschil heet de concentratiegradiënt. Hierdoor is er een potentiaalverschil ‘over’ het membraan, en tussen de binnen/buitenkant.
Voltage gradiënt:
verschil in elektrische lading tussen intra- en extracellulaire vloeistof. Spanningsverschil binnen en buitenkant cel, deze lading heet voltage gradiënt. Omdat er een spanningsverschil is, kun je door de weg te openen processen van start zetten.
Inhiberen =
negatieve lading toedienen. Leidt tot hyperpolarisatie = Positieve ionen efflux en negatieve ionen influx (b.v. efflux K+ en influx CI-).
Bij inhibitie wordt het potentiaalverschil..
Potentiaalverschil wordt groter (b.v. -70mV naar -73mV)
Exciteren =
positieve lading toedienen. Leidt tot depolarisatie Positieve ionen influx.
Bij excitatie wordt het potentiaalverschil …
Potentiaalverschil wordt kleiner (b.v. van -70mV naar -65mV)
… (graduele/actie) potentialen kunnen bij elkaar opgeteld worden en doven uit over het celmembraan.
Graduele potentialen
Actiepotentiaal:
kortdurende alles-of-niets potentiaal die die polariteit van het celmembraan tijdelijk omkeert. (-rustpotentiaal naar (+)30mV naar -100mV naar rustpotentaal)