H9 pt 2 Flashcards
(48 cards)
Laterale Geniculate Nucleus beschrijf:
Bestaat uit 6 lagen die verschillende soorten visuele informatie verwerken.
De input van de verschillende soorten RGCs komen in andere lagen aan.
- Laag 3-6: Parvocellulair (kleur/vorm)
- Laag 1 en 2: Magnocellulair (beweging)
- Laag 2,3,5 ipsilateraal
- Laag 1,4,6 contralateraal
Wanneer informatie van de LGN naar de Primaire Visuele Cortex gaat, …
Dan blijft de informatie gescheiden. Het scheiden van verschillende aspecten van visuele informatie heet spatiële codering.
Laag … van het LGN (Laterale Geniculate Lichaam) zijn ipsilateraal.
Laag … zijn contralateraal.
Ipsilateraal: 2, 3 en 5
Contralateraal: 1,4 en 6
Ipsilateraal: input van dezelfde kant.
Contralateraal: input van de andere kant.
Laag … van de LGN Laterale Geniculate Nucleus zijn Parvocellulair
En Laag … zijn Magnocellulair
Laag 3-6: Parvocellulair (kleur/vorm)
Laag 1 en 2: Magnocellulair (beweging)
Wanneer beschreven wordt wat je ziet, gebruik je het …
1. Geniculostrate systeem
2. Tectopulvinaire systeem
3. Tractus retino-hypothalamicus
Geniculostrate systeem. Dit is verantwoordelijk voor de verwerking van parvo- (kegeltjes: kleur/vorm) en magno-cellulaire (staafjes: beweging) informatie.
Het … omzeilt de primaire visuele cortex, waardoor we niet bewust zijn van informatie via deze route.
1. Geniculostrate systeem
2. Tectopulvinaire systeem
3. Tractus retino-hypothalamicus
Tectopulvinaire systeem
Tectopulvinaire systeem : beschrijf
Sturen van snelle oogbewegingen (het waar-systeem).
- Retina
- → Colluculi Superior
- → Pulvinar Nucleus in Thalamus
- → Andere visuele gebieden
Tractus retino-hypothalamicus: richting
- Lichtgevoelige RGCs
- → Suprachiasmatische Nucleus (Thalamus)
Occipitale cortex bestaat uit minstens … GEBIEDEN.
6 gebieden, niet alleen lagen. Primaire heet V1 bij dieren en Brodmann area 17 bij mensen = Striate Cortex.
De overige gebieden (v2, v3, v4 etc) van de occipitale cortex heten …
Extrastriate cortex.
Verschillende aspecten van visuele informatie blijven gescheiden. Dit is een voorbeeld van…
Spatiële codering: Verschillende aspecten worden op hun eigen plek verwerkt. B.v. V1 verwerkt kleur, V2 beweging door strepen. (hoef je niet te onthouden)
Hoe … (vroeger/later) de cel in de verwerkingsstroom, hoe groter het receptieve veld.
Later
Hoe … (vroeger/later) de cel in de verwerkingsstroom, hoe kleiner het receptieve veld.
Vroeger.
Sensorische gebieden met een … corticale representatie bieden een meer gedetailleerde (re)constructie van de externe wereld (bijvoorbeeld …)
Grotere. Bijvoorbeeld de Fovea. Met Corticale Representatie wordt bedoeld de grootte van de breinmassa die gehecht is aan het betreffende visuele veld.
Informatie op het receptieve veld van de retina komt op … (dezelfde/mirrored) in de LGN
en informatie op de LGN komt … (hetzelfde/mirrored) op het inferieure-anterieure deel van de V1.
Hetzelfde, en hetzelfde. Het is alleen mirrored van het visuele veld naar de retina, en dan de tegenovergestelde breinhelft.
Vorm waarneming: Beschrijf
RGCs reageren niet op vormen, maar op luminantie contrast.
Dus ze reageren op de aanwezigheid of afwezigheid van licht. Dit zijn de ronde ganglioncellen van Functieleer, met middenpunt en buitenrand die reageren op licht (sneller/trager vuren op basis van hoeveelheid)
ON-center OFF-surround RCGs (retinale ganglioncellen) vormen het sterkst actiepotentialen wanneer op de fotoreceptoren van de ganglioncel valt …
a. Licht in het midden, schaduw op de buitenring
b. Licht in de buitenring, schaduw in het midden
c. Gedeeltelijk licht, gedeeltelijk schaduw over het midden en de buitenring
d. Licht over de hele cel
e. Schaduw over de hele cel
A
OFF-center ON-surround RCGs (retinale ganglioncellen) vormen het sterkst actiepotentialen bij wanneer op de fotoreceptoren van de gangioncel valt …
a. Licht in het midden, schaduw op de buitenring
b. Licht in de buitenring, schaduw in het midden
c. Gedeeltelijk licht, gedeeltelijk schaduw over het midden en de buitenring
d. Licht over de hele cel
e. Schaduw over de hele cel
B
Wanneer ON-center RCGs volledig zijn opgelicht, dan is de frequentie van actiepotnetialen..
Iets boven de baseline. Dit komt omdat het center sterker is
Wanneer OFF-center RCGs volledig zijn opgelicht, dan is de frequentie van actiepotnetialen …
Iets ONDER de baseline. Dit komt omdat het center sterker is
Cellen in de V1 reageren niet op stippen, maar op …
Lijnsegmenten.
V1 cellen zijn Oriëntatie Detectoren. Wat betekent dit?
Ze reageren op lijnsegmenten door een (vierkante) groep RCGs. Een subset van de RCGs vormt een bepaalde lijnhoek (e.g. 45 graden), en wanneer deze gestimuleerd wordt activeert de cel het sterkst.
Oriëntatie Kolommen V1:
kolommen van neuronen die reageren op lijnsegmenten met DEZELFDE oriëntatie. Samen geven ze dus informatie die je nodig hebt voor objectherkenning, ook als het beweegt.
Oculaire Dominantie Kolommen:
ontvangen input van linker of rechter oog. Dit is weer een voorbeeld van Spatiële Codering – de verschillende aspecten van visuele verwerking blijven gescheiden