H13: gezinsonderzoek Flashcards

(25 cards)

1
Q

Wat is het verschil tussen opvoedingsonderzoek en gezinsonderzoek?

A

Opvoeding: focus op kind en opvoeder 1 of focus op kind en opvoeder 2

Gezin: alles wat te maken heeft met de interactie van het hele gezin => multi-directionele interacties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekent curvilineair?

A

Extremen zijn niet functioneel voor de gezinsontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe wordt de gezinssamenstelling en leeffasen gescreend in de praktijk?

A

Via gesprek en observatie

=> belangrijk da je niet uitgaat van eigen denkbeelden maar steeds expliciet gaat ontdekken wat de belevingen van de betrokkenen zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke tool wordt er gebruikt tijdens de gezinssamenstelling?

A

Genogram

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de basisscreening van het gezinsfunctioneren?

A

Het is een basisscreening van de draaglast vanuit het gezinsfunctioneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke tests kunnen gedaan worden binnen het gezinsonderzoek?

A
  • GVL: gezinsvragenlijst
  • VGFO: vragenlijst gezinsfunctioneren voor ouders
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kan de kindbeleving in het gezin worden onderzocht?

A

Via de Familie Relatie Test (niet-gestandaardiseerd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat meet de Familie Relatie Test? (FRT)

A

FRT meet de positieve en negatieve belevingen van het kind tegenover ieder van de gezinsleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat bekom je met de FRT? Wat is het resultaat na de test te hebben afgenomen?

A

Je bekomt een gevoelensprofiel van het kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Er zijn 2 soorten tekeningen dat gemaakt kunnen worden bij de uitwerking van de kind beleving, dewelke?

A

1) vrije gezinstekening
2) dynamische gezinstekening: kind tekent het gezin in actie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe ziet het evalueren van de bredere omgeving eruit binnen het gezinsonderzoek?

A

Evalueren van de leefomstandigheden en de levensgebeurtenissen van het gezin in 3 stappen:
1) inventariseren van hun aantal en aard
2) hoe beleven de gezinsleden deze en hoe gaan ze er mee om, wat zijn de subjectieve effecten?
3) cumulatieve of cascade effecten van stressbalans van het kind en het gezin analyseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke test wordt er gebruikt om de bredere omgeving te screenen?

A

VMG: vragenlijst meegemaakte gebeurtenissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de gezinstheorie?

A

Geheel van concepten over het functioneren en de dynamiek van het gezin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een subsysteem van een gezin?

A

Een subgroep in het gezin, met eigen dynamiek en afgrenzing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn gezinsgrenzen?

A

De afbakening van het gezin of mate waarin het informatie uitwisselt, intern en met de omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat betekent coalitie binnen het gezin?

A

Een subsysteem van twee of meer gezinsleden dat de anderen uitsluit

17
Q

Wat is triangulatie?

A

Twee gezinsleden die onbewust een derde inschakelen om onderlinge spanningen op te lossen

18
Q

Wat is een kluwengezin?

A

Een gezin waarin overmatige emotionele controle en rigide cognitieve organisatie heerst

19
Q

Wat is gezinstaboe?

A

Een onderwerp dat in het gezin actief of passief niet bespreekbaar is

20
Q

Wat is het genogram?

A

Een visuele voorstelling in een boomstructuur van wie tot het gezin behoort

21
Q

Wat is een los-zand gezin?

A

Een gezin waarin een gebrek aan emotionele betrokkenheid en cognitieve organisatie heerst

22
Q

Wat is het gezin van oorsprong?

A

Het gezin waarin de opvoeder zelf opgroeide

23
Q

Wat is parentificatie?

A

Rolomkering waarbij het kind opvoedingstaken en gezinsrollen overneemt van een ouder

24
Q

Wat is de transgenerationele gezinsgeschiedenis?

A

Het verloop in de tijd van het gezin over generaties heen

25
Wat is het zondebok fenomeen?
Een gezinslid dat alle gezinsproblemen en spanningen kristalliseert, hierbij wordt het gezinslid de symptoomdrager van het gezin