Hoofdstuk 3: hoe handel je professioneel? Flashcards

(32 cards)

1
Q

Wat zijn blinde vlekken?

A

Informatieverwerkingsstrategie waardoor je informatie negeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het leniency-effect?

A

Informatieverwerkingsstrategie waardoor je positiever staat tegenover een cliënt of cliëntsysteem waarmee je overeenkomsten ervaart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is cultuurcentrisme?

A

Overschatting van culturele eigenschappen bij de cliënt of het cliëntsysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn attributiefouten?

A

Bias van het brein wat betreft oorzaak gevolgverbanden, eigen positief handelen attribueer je aan interne kwaliteiten en fouten aan externe omstandigheden (of omgekeerd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het primacy effect?

A

Informatieverwerkingsstrategie waardoor je eerste informatie onthoudt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de intrabeoordelaarsbetrouwbaarheid?

A

Standvastigheid van oordelen in de tijd vanuit de persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is culturele competentie?

A

Vaardigheid om culturele eigenschappen van de cliënt of het cliëntsysteem evenwichtig te benaderen, zonder over- of onderschatting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is heuristiek?

A

De automatische strategieën waarmee het brein informatie verwerkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het halo-effect?

A

Informatieverwerkingsstrategie waardoor één eigenschap van de cliënt of het cliëntsysteem je oordeel overheerst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een logicafout?

A

Denkfout waarbij je niet logisch of coherent redeneert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is impliciete beeldvorming?

A

De onbewuste gevoelens en denkbeelden over het kind en zijn omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is betrouwbare diagnostiek?

A

Diagnostiek waarin je standvastig oordeelt over het kind en zijn omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is cultuurrelativisme?

A

Onderschatting van culturele eigenschappen bij de cliënt of het cliëntsysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is spoordenken?

A

Informatieverwerkingsstrategie waardoor je op eenzelfde denkspoor blijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is ethiek?

A

Maatschappelijk voorgeschreven regels van gedrag, waarden en normen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het recency effect?

A

Informatieverwerkingsstrategie waardoor je de laatste informatie onthoudt

17
Q

Wat is een contrastfout?

A

Informatieverwerkingsstrategie waardoor je negatiever staat tegenover een cliënt of cliëntsysteem waarmee je verschillen ervaart

18
Q

Wat is de hertestbetrouwbaarheid?

A

Standvastigheid van oordelen in de tijd, over verschillende tijdsstippen heen

19
Q

Wat is het availability-effect?

A

Informatieverwerkingsstrategie waardoor het brein spontaan focust op informatie die aansluit bij je kennis

20
Q

Wat zijn stereotypen?

A

Informatieverwerkingsstrategie waardoor het brein sociale informatie over de cliënt of het cliëntsysteem samenvat volgens overwegende, generaliserende kenmerken

21
Q

Wat is de tussenbeoordelaarsbetrouwbaarheid?

A

Standvastigheid van oordelen tussen personen

22
Q

Wat is de aanmelding?

A

De eerste raadpleging in het actuele traject

23
Q

Wat is tunnelvisie?

A

Informatieverwerkingsstrategie waardoor je binnen een bestaand denkbeeld blijft

24
Q

Wat is selffulfilling prophecy?

A

Informatieverwerkingsstrategie waardoor je handelt vanuit een vooraf bestaand denkbeeld, en hierdoor dit denkbeeld waarmaakt

25
EV: Wat is juist over hoe je deze denkenfouten kan aanpakken? a) intervisie voor attributiefouten, leniency en contrast b) intervisie voor primacy en recency c) tijdens de diagnostiek noteren wie wat zegt d) samen met collega's de intake doen
Juist: A
26
EV: Wat is het verband tussen culturele en emotionele competentie? a) culturele overschatting kan je onder controle houden door je eigen gevoelens te erkennen b) culturele overschatting kan je onder controle houden door de gevoelens van het gezin te plaatsen bij de mondelinge rapportage c) culturele overschatting kan je onder controle houden door permanente vorming d) culturele overschatting kan je onder controle houden door de emoties te negeren
Juist: A
27
Op welke 2 niveaus sturen gevoelens het diagnostisch denken en handelen?
- vanuit impliciete beeldvorming over het individuele kind en het gezin - vanuit je persoonlijke verwachtingen over het kind, moeder, vader, opvoeding en gezin
28
Welke basistechniek kan je toepassen om bias sociale druk tegen te gaan?
empirie
29
Welke basistechniek kan je toepassen om bias primacy en recency effecten tegen te gaan?
Noteren
30
Welke basistechniek kan je toepassen om availability bias tegen te gaan?
continue vorming
31
Welke basistechniek kan je gebruiken om bias referentiefouten, attributiefouten en blinde vlekken tegen te gaan?
Gescheiden systematisch registreren en interpreteren
32
Welke basistechniek kan je gebruiken om bias tunnelvisie, spoordenken en selffulfilling prophecy tegen te gaan?
Divergent denken en intervisie en supervise