Hoofdstuk 6: hoe duid je de informatie?

Question 1

Op welke 2 manieren kan je informatie verzamelen?

Answer 1

informeel: gesprek en observatie
formeel: testonderzoek

Question 2

Op welke 2 manieren kan je de informatie duiden?

Answer 2

1) nomothetische duiding
2) ideografische duiding

Question 3

Wat is een nomothetische duiding?

Answer 3

Vergelijking waarbij het kind of gezin wordt vergeleken met demografisch gelijksoortige kinderen of gezinnen

= vergelijkend interpreteren

Question 4

Wat is een ideografische duiding?

Answer 4

Informatie over het functioneren en de dynamiek van het kind, de opvoeding en het gezin binnen de eigen context duiden

= signbenadering/ipsatieve benadering

Question 5

Wat zijn de grenzen van een ideografische duiding?

Answer 5

• geen vergelijkingsgroep
• vaak impliciete persoonlijke vergelijkingen zonder deze bewust en doelgericht met vakkennis te beargumenteren

Question 6

Wat is empirie?

Answer 6

Verzameling van groepsinformatie

Question 7

Wat is hermeneutiek?

Answer 7

Het zoeken naar interne consistente verklaringen

Question 8

Wat betekent ipsatief?

Answer 8

Maatstaf waarin het individu in zijn omgeving centraal staat