h7- vormingsvraagstuk: samenlevingsvormen Flashcards
(33 cards)
Wat is institutionalisering?
Het proces waarbij een complex van waarden en min of meer geformaliseerde regels wordt vastgelegd in standaard gedragspatronen die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties reguleren.
Welke twee soorten instituties zijn er?
- Sociale instituties
- Politieke instituties
Wat is het doel van institutionalisering?
Toename van regels zorgt voor zekerheid, stabiliteit en begrip voor anderen.
Wat gebeurde er met het passief kiesrecht bij de grondwetswijziging van 1917?
Het passief kiesrecht (het recht om gekozen te worden) werd ingevoerd voor zowel mannen als vrouwen.
Wat gebeurde er met het actief kiesrecht in 1919?
Het actief kiesrecht (het recht om te stemmen) werd na Suze Groeneweg voor alle vrouwen mogelijk.
Hoe is institutionalisering toegepast op het kiesrecht?
De waarde gelijkheid tussen man en vrouw werd vastgelegd in geformaliseerde regels. Die werden standaard gedragspatronen, waardoor vrouwen actief stemrecht konden uitoefenen en gedrag gereguleerd werd.
Wat is een verzuilde samenleving?
Een samenleving die is opgedeeld in levensbeschouwelijke en sociaaleconomische groepen.
Wat is een kostwinnersgezin?
Een gezin waarin de vader (kostwinner) zorgt voor het inkomen en de moeder voor het huishouden en de kinderen.
Wat voor soort huishouding is een kostwinnersgezin?
Een bevelshuishouding, waarin de machtsafstand tussen ouders en kinderen groot is.
Wat zijn voordelen van institutionalisering?
- Het gedrag van mensen wordt voorspelbaar
- Mensen hoeven handelingen niet steeds opnieuw uit te vinden
- Mensen weten hoe en waartoe ze moeten handelen
Wat zijn nadelen van institutionalisering?
- Minder gevoel van vrijheid
- Risico op inflexibiliteit en te veel procedures
- Mensen gaan redeneren vanuit regels in plaats van dialoog
Wat is democratisering?
Het proces waarbij machts- en gezagsverhoudingen veranderen door meer inspraak en medezeggenschap voor mensen met minder macht.
Welke soorten rechten hebben burgers?
- Klassieke vrijheidsrechten
- Politieke grondrechten
- Sociale grondrechten
Wat betekent democratisering in enge zin?
Burgers krijgen meer deelname aan politieke besluitvorming.
Wat betekent democratisering in brede zin?
Machtsverhoudingen veranderen ook in andere samenlevingsvormen ten gunste van mensen met minder macht.
Wat is een individualistische ideologie?
Een ideologie die uitgaat van inspraak en medezeggenschap voor ieder individu, zodat mensen hun leven kunnen verbeteren.
Wat zijn de twee democratiseringsgolven?
- Uitbouw van de rechtsstaat
- Ontstaan van volksvertegenwoordiging
Wat is een onderhandelingshuishouden?
Een gezin met kleinere machtsafstand, waarin over gedrag, taken en rollen wordt overlegd. Kinderen krijgen meer inspraak.
Wat is individualisering?
Het proces waarbij individuen hun zelfstandigheid op verschillende gebieden vergroten.
Wat is een traditionele samenleving?
Een samenleving waarin het individu zich moet aanpassen aan de dominante norm.
Wat is een moderne samenleving?
Een samenleving waarin het individu zelf zijn of haar leven mag plannen en inrichten.
Wat is een positief gevolg van individualisering?
Meer persoonlijke vrijheid en sociale mobiliteit.
Wat is een negatief gevolg van individualisering?
Afname van sociale cohesie en toename van egoïsme en eenzaamheid.
Wat is een verzorgingsstaat?
Een samenleving waarin solidariteit wordt gereguleerd en mensen bereid zijn voor elkaars welzijn te zorgen en risico’s te delen.