HC duitsland quizlet Flashcards

(56 cards)

1
Q

Waarom verliep WO I niet goed voor Duitsland in 1918?

A
  1. Geallieerde zeeblokade zorgt voor voedselschaarste
  2. Duitsland verliest terrein, VS eisen democratische hervormingen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat deed Wilhelm II voor zijn vertrek?

A

1918: keizer Wilhelm II stelt een nieuwe regering aan die vredesonderhandelingen moet starten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe ontstaat de Republiek Duitsland in 1918?

A

Duitse matrozen weigeren bevel om aan te vallen -> opstand -> nieuwe sociaaldemocratische regering -> Wilhelm II treedt af -> Republiek Duitsland wordt uitgeroepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat was het plan van de sociaaldemocratische regering en waarom lukte het niet?

A

Ze wilden een parlementaire democratie opbouwen, maar het volk had geen vertrouwen na de wapenstilstand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat deed de communistische KPD in reactie op de nieuwe regering?

A

Ze probeerden de macht te grijpen in Berlijn om een communistische staat te stichten. Opstand mislukt -> regering verhuist naar Weimar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wie waren tegenstanders van de parlementaire democratie in 1918?

A
  1. Conservatieve elite (wilde terug naar keizerrijk)
  2. Extreemrechtse groepen (vonden dat nieuwe regering Duitsland verraden had).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de dolkstootlegende?

A

(Onwaar) verhaal dat Duitsland WO I verloor door de sociaal-democratische regering die de wapenstilstand tekende.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem vier bepalingen van het Verdrag van Versailles (1919)

A
  1. Duitsland schuld aan WO I
  2. Herstelbetalingen
  3. Verlies grondgebied en koloniën
  4. Klein leger toegestaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurde er in het Ruhrgebied in 1923?

A

Duitsland liep achter met betalingen -> Frankrijk & België bezetten Ruhrgebied -> staking -> geld bijdrukken -> hyperinflatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat was het Dawesplan?

A

Plan van VS in 1924 om Duitse economie te ondersteunen met leningen. Leidde tot economisch herstel en stabiliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat hield de verzoeningspolitiek in vanaf 1924?

A

Duitsland accepteert grenzen met Frankrijk en België, treedt toe tot Volkenbond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom werd Duitsland zwaar getroffen door de crisis van 1929?

A

Internationale handel viel stil en VS wilde leningen (Dawesplan) terug.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Gevolgen van de economische wereldcrisis voor Duitsland?

A

Veel regeringswissels, parlementaire democratie verliest vertrouwen, opkomst NSDAP en KPD.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom groeide NSDAP uit tot massapartij?

A
  1. Hitlers toespraken
  2. Propaganda
  3. SA machtsvertoon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat beloofde Hitler?

A
  1. Economisch herstel
  2. Verwerping Verdrag van Versailles
  3. Sterk leiderschap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat gebeurde er bij de Rijksdagbrand?

A

Brand in het parlementsgebouw in 1933, gebruikt om communisten te vervolgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de machtigingswet?

A

Regering mag wetten maken zonder Rijksdag. Wetten mogen afwijken van grondwet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat betekent nazificatie en hoe werd het uitgevoerd?

A

Samenleving organiseren volgens nationaalsocialisme (1933):
1. Terreur
2. Censuur
3. Propaganda

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de Volksgemeinschaft?

A

Ideale, raszuivere samenleving zonder klassentegenstellingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Waarom steunden veel Duitsers Hitler?

A

Snelle economische groei, daling werkloosheid door wereldhandel en overheidsinvesteringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de buitenlandse politiek van Hitler tot 1939?

A

Creëren van Lebensraum, aansluiting Duitstalige gebieden zoals Oostenrijk en Tsjechië.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Reactie Groot-Brittannië op Hitlers expansie?

A

Appeasementpolitiek: toegeven om oorlog te voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat gebeurde er bij de Conferentie van München en met het Molotov-pact?

A

1938: Hitler mag Sudetenland innemen. SU niet uitgenodigd -> Molotov-pact: Duitsland en SU vallen elkaar niet aan, geheime verdeling Polen.

24
Q

Buitenlandse politiek van Hitler vanaf 1939?

A

Overheersing Arische ras in Europa.

25
Wat gebeurde er in 1939?
Duitsland valt Polen binnen -> einde appeasement -> begin WOII.
26
Gevolgen voor bevolking van door Hitler veroverde gebieden?
1. Geen burgerrechten meer 2. Arbeidsdienst (dwangarbeid in landbouw/industrie)
27
Gevolgen voor Duitsland na WOII?
1. Politieke, sociale en economische ontwrichting 2. Afstaan grondgebied aan Polen en SU 3. Toestroom Heimatvertriebenen
28
Wat zijn Heimatvertriebenen?
Duitse vluchtelingen uit het oosten die naar naoorlogs Duitsland vluchtten.
29
Wat gebeurt er met Duitsland na WOII?
Verdeeld in vier bezettingszones, vormen economische eenheid.
30
Verschillen tussen geallieerden over Duitsland?
SU: planeconomie, herstelbetalingen VS: vrije verkiezingen, vrije markt Discussie over Duits-Poolse grens
31
Wat is de Trumandoctrine?
VS biedt steun aan landen bedreigd door communisme (containmentpolitiek).
32
Voorbeelden van Trumandoctrine?
1. NAVO 2. Europese eenwording stimuleren (EGKS)
33
Wat is het Marshallplan en waarom weigerde de Sovjet het?
VS bood economische hulp om communisme tegen te gaan. Sovjet weigerde hulp voor Oostbloklanden.
34
Wat gebeurde er in 1948?
Invoering nieuwe munt West-Duitsland -> blokkade Berlijn -> VS maakt luchtbrug -> blokkade mislukt.
35
Wat gebeurde er na blokkade van Berlijn?
1949: Duitsland verdeeld in BRD (democratisch westen) en DDR (communistisch oosten).
36
Situatie in BRD jaren 1950 en redenen?
BRD wordt stabiele democratie. Redenen: beleid Adenauer, snelle integratie westen, Wirtschaftswunder.
37
Wat was het beleid van Adenauer?
1. Afrekenen met naziverleden 2. Democratie opbouwen 3. EGKS/NAVO 4. Opnemen Heimatvertriebenen 5. Duitse hereniging nastreven
38
Wat is het Wirtschaftswunder en wat zijn de gevolgen?
Economisch wonder door lage lonen, Marshallhulp, exportgroei. Gevolgen: stijgende welvaart, betere voorzieningen.
39
Situatie in DDR jaren 1950?
Totalitaire dictatuur o.l.v. Sovjet: 1. Eénpartijstaat 2. Propaganda, censuur 3. Planeconomie
40
Wat gebeurde er in DDR in 1953?
Protest tegen productienormen leidt tot opstand -> neergeslagen met hulp SU -> STASI-controle groeit.
41
Relatie DDR met Sovjet en lidmaatschappen?
DDR afhankelijk van SU. Lid van Warschaupact (militair) en Comecon (economisch).
42
Redenen economische malaise in DDR?
1. Herstelbetalingen aan SU 2. Planeconomie remt groei.
43
Waarom vluchtten veel Oost-Duitsers naar het westen?
Politieke/economische onvrijheid -> vlucht via West-Berlijn -> 1961 bouw Berlijnse Muur.
44
Reactie VS op de Berlijnse Muur?
Accepteren Sovjet-invloedssfeer, grijpen niet in om conflict te vermijden.
45
Wat gebeurde er in jaren 1960?
Cubacrisis 1962 -> angst voor kernoorlog en dure wapenwedloop -> détente.
46
Wat is Ostpolitik?
1969: Brandt (BRD) zoekt betere relatie met DDR en oostblok, terwijl band met westen blijft.
47
Wat gebeurde er in 1972?
BRD en DDR erkennen elkaar als gelijkwaardige staten. BRD wil hereniging, DDR (Honecker) ziet deling als definitief.
48
Wat is de Brezjnevdoctrine?
SU mag ingrijpen in Oostbloklanden bij bedreiging socialisme of uittreden Warschaupact.
49
Problemen SU jaren 70-80 en oplossing?
Achterstand t.o.v. Westen: falende planeconomie, dure wapenwedloop -> Gorbatsjov hervormt.
50
Wie is Gorbatsjov en wat doet hij?
Leider SU vanaf 1985: Glasnost (openheid), Perestrojka (vrije markt), laat Brezjnevdoctrine los.
51
Hoe reageert DDR op Gorbatsjovs hervormingen?
DDR-leiding (Honecker) keert zich ertegen -> angst voor volksopstand.
52
Andere reden ontevredenheid DDR?
TV toont Oost-Duitsers hoe het leven in BRD is.
53
Wat gebeurde er in 1989, 1990 en 1991?
1989: protesten en open grenzen -> val Berlijnse Muur 1990: hereniging Duitsland 1991: val SU en einde communisme.
54
Wie werd eerste leider verenigd Duitsland en met welke problemen?
Kohl. Problemen: integratie DDR (duur, mentaal verschil), immigratiespanning.
55
Waarom kreeg Duitsland meteen een leidende rol in Europa?
1. Centrale ligging 2. Veel inwoners 3. Sterke economie
56
Relatie Duitsland en Frankrijk in EU?
Frankrijk steunt Duitse hereniging en uitbreiding EU. In ruil daarvoor accepteert Duitsland de euro.