Tijdvak 6 CHATGPT Flashcards

(24 cards)

1
Q

Wat wordt bedoeld met handelskapitalisme en hoe ontwikkelde dat zich in de Republiek?

A

Handelskapitalisme = investeren in handel met het doel winst te maken. → In de Republiek bloeit dit op vanaf 1585 door handel via Amsterdam (stapelmarkt). → VOC en WIC zijn voorbeelden van ondernemingen met aandelen en eigen bevoegdheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat was de rol van de VOC in de wereldeconomie?

A

De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) had monopolie op handel in Azië. - Specerijen, zijde, porselein werden verhandeld. - De VOC mocht verdragen sluiten, oorlog voeren en gebieden besturen. → Belangrijk in de opkomst van een wereldwijde handelsstructuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de moedernegotie en waarom was die belangrijk voor de Republiek?

A

De moedernegotie is de handel in graan en hout uit het Oostzeegebied. → Basis voor latere rijkdom van de Republiek, omdat het voedselzekerheid gaf en Amsterdam als stapelmarkt groeide.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom had de Republiek een bijzondere positie op staatkundig gebied?

A
  • Geen koning: bestuur door regenten uit rijke burgerij. - Statenbond van zelfstandige gewesten met eigen macht. - Macht lag bij de Staten-Generaal, niet bij één vorst.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat verklaart de economische bloei van de Republiek in de 17e eeuw?

A
  • Handel via VOC, WIC, moedernegotie. - Ontwikkeling van nijverheid en scheepsbouw. - Amsterdam werd financiële en handelshoofdstad van Europa. → Daarom noemen we dit ook wel de ‘Gouden Eeuw’.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe ontwikkelde de cultuur zich in de Gouden Eeuw?

A
  • Bloei van schilderkunst (Rembrandt, Vermeer), literatuur en wetenschap. - Relatieve tolerantie en gewetensvrijheid stimuleerden debat en onderzoek. → Veel wetenschappers en vluchtelingen kwamen naar de Republiek.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is absolutisme en hoe legitimeerden vorsten dit?

A

Absolutisme = koning heeft alle macht, zonder parlement. → Legitimatie via ‘droit divin’: koning regeert bij de gratie Gods. → Voorbeeld: Lodewijk XIV (‘L’état, c’est moi’).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is mercantilisme en waarom paste dit bij absolutisme?

A

Mercantilisme = economisch beleid gericht op staatsmacht door export te bevorderen. → Vorsten zoals Lodewijk XIV beschermden hun economie tegen buitenlandse handel, o.a. die van de Republiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat was de wetenschappelijke revolutie en hoe ontstond die?

A
  • Kritiek op oude opvattingen van de kerk en klassieke denkers. - Systematisch onderzoek met observatie, experimenten en logica. → Empirie en rationalisme als basis. → Leidde tot nieuwe inzichten in natuur, sterrenkunde, geneeskunde.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat was de rol van Isaac Newton in de wetenschappelijke revolutie?

A
  • Newton formuleerde natuurwetten zoals zwaartekracht. - Combineerde observatie met wiskunde. → Zijn werk symboliseert het hoogtepunt van de wetenschappelijke revolutie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom was de kerk vaak tegen de wetenschappelijke revolutie?

A
  • Veel ontdekkingen (zoals heliocentrisch wereldbeeld) gingen in tegen religieuze dogma’s. → De kerk zag wetenschap als bedreiging voor het gezag van de Bijbel.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een stapelmarkt en waarom was Amsterdam hierin belangrijk?

A

Een stapelmarkt is een plaats waar goederen worden opgeslagen om later verhandeld te worden. → Na de val van Antwerpen werd Amsterdam de belangrijkste stapelmarkt van Europa in de 17e eeuw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat betekent particularisme in de Republiek?

A

Particularisme = gewesten en steden willen hun eigen regels en privileges behouden. → Hielp mee aan het ontbreken van een centrale macht in de Republiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een oligarchie en hoe zag dat eruit in de Republiek?

A

Een oligarchie is een bestuursvorm waarbij een kleine groep rijke burgers de macht heeft. → In de Republiek bestuurden regentenfamilies steden en gewesten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat was de rol van de stadhouder in de Republiek?

A

De stadhouder was oorspronkelijk de plaatsvervanger van de landsheer. → In de Republiek had hij militaire macht en prestige, vooral binnen het huis van Oranje.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de WIC en wat waren haar activiteiten?

A

De West-Indische Compagnie handelde met West-Afrika en Amerika. - Dreef handel in slaven, zilver en plantageproducten. - Organiseerde kaapvaart tegen Spanje. → Had net als de VOC bestuurlijke en militaire bevoegdheden.

17
Q

Wat was het Rampjaar (1672) en wat was het gevolg?

A

In 1672 werd de Republiek van vier kanten aangevallen: door Engeland, Frankrijk, Münster en Keulen. → Grote paniek: ‘Het volk redt het land’. Stadhouder Willem III kreeg veel macht.

18
Q

Wat was het Twaalfjarig Bestand (1609–1621)?

A

Een tijdelijke wapenstilstand tussen de Republiek en Spanje tijdens de Tachtigjarige Oorlog. → Zorgde voor economische bloei, maar ook religieuze spanningen in de Republiek.

19
Q

Waarom past de Republiek niet in het Europese beeld van absolutisme?

A
  • De Republiek kende geen koning en werd bestuurd door regenten. - Politieke macht lag verspreid over gewesten (statenbond). → Uniek in Europa dat toen juist richting centralisatie en absolutisme ging.
20
Q

Hoe beïnvloedde het mercantilisme de relatie tussen Frankrijk en de Republiek?

A
  • Frankrijk probeerde eigen productie te beschermen en import (zoals vanuit de Republiek) te beperken. → Leidde tot handelsconflicten en spanningen, o.a. in het Rampjaar.
21
Q

Waarom was gewetensvrijheid belangrijk in de Republiek?

A
  • Zorgde voor relatief vreedzaam samenleven van verschillende religies. - Aantrekkelijk voor intellectuelen en vluchtelingen. → Stimuleerde wetenschap, drukpers, debat en economische groei.
22
Q

Welk kenmerkend aspect hoort bij de opkomst van VOC en WIC?

A

KA 23 – Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie. → VOC en WIC verbonden de Republiek met werelddelen buiten Europa.

23
Q

Welke KA past bij de Republiek als statenbond zonder vorst?

A

KA 24 – De bijzondere plaats in staatkundig opzicht van de Nederlandse Republiek. → Uniek model zonder monarchie, bestuurd door burgerlijke regenten.

24
Q

Wat is rationalisme en hoe hangt het samen met de wetenschappelijke revolutie?

A

Rationalisme = kennis verkrijgen door logisch nadenken. → In combinatie met observatie (empirie) leidde dit tot systematisch wetenschappelijk onderzoek.