Tijdvak 5 CHATGPT Flashcards

(43 cards)

1
Q

Wat waren de belangrijkste motieven voor Europese overzeese expansie rond 1500?

A
  • Handel: behoefte aan specerijen, zijde, edelmetalen uit Azië.
  • Rijkdom: streven naar macht en uitbreiding van het rijk.
  • Religie: verspreiding van het christendom.
  • Nieuwsgierigheid: renaissance-wetenschap en wereldbeeld stimuleerden ontdekkingen.
    → Voorbeeld: Columbus ontdekt Amerika in 1492.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn conquistadores en hoe beïnvloedden zij Latijns-Amerika?

A

Conquistadores waren Spaanse veroveraars (zoals Cortés en Pizarro).
- Ze veroverden de Azteken en Inca’s met geweld, ziektes, en bondgenoten.
- Gevolg: Spaanse overheersing, goud en zilver naar Europa, slavernij en plantagekolonies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een kolonie?

A

Een kolonie is een gebied buiten Europa dat onder gezag van een Europees land valt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe veranderde het mens- en wereldbeeld tijdens de renaissance?

A
  • Van memento mori naar carpe diem: meer aandacht voor het leven op aarde.
  • Herwaardering klassieke oudheid (Grieks-Romeinse cultuur).
  • Humanisme: kritisch denken, universele mens, rationeel verklaren.
    → Voorbeeld: Da Vinci (homo universalis); perspectief in schilderkunst.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het verband tussen renaissance en wetenschap?

A
  • Kunstenaars en geleerden gingen observeren en experimenteren.
  • Wetenschappelijke belangstelling groeide, o.a. via anatoom Da Vinci.
  • Boekdrukkunst (1450) verspreidde kennis razendsnel over Europa.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat bedoelen we met ‘hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid’?

A
  • Geleerden gingen klassieke teksten bestuderen (zoals van Plato en Cicero).
  • Erasmus ontdekte via deze bronnen dat de kerk was afgedwaald van oorspronkelijke boodschap.
  • Humanisten gebruikten de oudheid als inspiratie voor hervorming.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom was Erasmus invloedrijk maar geen protestant?

A
  • Erasmus was kritisch op misstanden in de kerk (Lof der Zotheid).
  • Maar hij wilde hervormen van binnenuit en bleef trouw aan de paus.
    → Hij inspireerde anderen zoals Luther, maar brak niet met de kerk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat waren de oorzaken van de protestantse Reformatie?

A
  • Kritiek op de geestelijkheid: corruptie, rijkdom, slecht opgeleide priesters.
  • Aflatenhandel werd als misbruik gezien.
  • Door de boekdrukkunst konden hervormers hun ideeën snel verspreiden.
    → Luther (1517) en Calvijn begonnen hervormingsbewegingen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de verschillen tussen Luther en Calvijn?

A
  • Luther: geloof alleen, gehoorzaamheid aan vorst, verwerping van aflaten.
  • Calvijn: predestinatie (God kiest wie gered wordt), opstand tegen een slechte vorst is toegestaan.
    → Calvinisme kreeg veel aanhang in Nederland.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat waren de gevolgen van de Reformatie in Europa?

A
  • Splitsing kerk in katholieken en protestanten.
  • Godsdienstoorlogen (bijv. Duitsland, Frankrijk).
  • Vrede van Augsburg (1555): vorst bepaalt religie.
  • Edict van Nantes (1598): hugenoten krijgen godsdienstvrijheid in Frankrijk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat waren de oorzaken van de Nederlandse Opstand tegen Filips II?

A
  • Centralisatiepolitiek van de Spaanse vorsten.
  • Kettervervolging (inquisitie).
  • Beeldenstorm (1566) → reactie: komst Alva en Raad van Beroerten.
  • Economische en religieuze onvrede onder burgers en edelen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat was het belang van de Unie van Utrecht (1579)?

A
  • Noordelijke gewesten sluiten een bondgenootschap tegen Spanje.
  • Grondslag van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
  • Tolerantie in theorie, maar katholicisme werd verboden in praktijk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de betekenis van de Acte van Verlatinghe (1581)?

A
  • Staten-Generaal zetten Filips II officieel af als vorst.
  • Begin van soevereiniteit: geen vorst meer, Republiek neemt zelf bestuur over.
    → Eerste moderne ‘afzettingsdocument’ van een vorst in Europa.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het belang van de Vrede van Münster (1648)?

A
  • Einde van de Tachtigjarige Oorlog.
  • Spanje erkent de Republiek als onafhankelijk.
    → Nederland wordt officieel een zelfstandige staat.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een aflaat en waarom was het belangrijk voor de Reformatie?

A

Een aflaat was een document waarmee zonden kwijtgescholden werden.
→ Luther verzette zich hiertegen in 1517 met zijn 95 stellingen, omdat het geloof geen koopwaar mocht zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een homo universalis en hoe past dit binnen de renaissance?

A

Een homo universalis is iemand die excelleert in meerdere disciplines (kunst, wetenschap, techniek).
→ Da Vinci was hier een voorbeeld van: kunstenaar, anatoom, uitvinder.
→ Typisch voor het renaissancebeeld van de veelzijdige mens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de inquisitie en wat was haar rol in de Nederlanden?

A

De inquisitie was een katholieke rechtbank die ketters opspoorde en veroordeelde.
→ In de Nederlanden leidde dit tot grote weerstand, vooral bij humanistische edelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Leg uit waarom de boekdrukkunst cruciaal was voor de verspreiding van reformatie-ideeën.

A
  • Luther’s stellingen en Bijbelvertalingen konden massaal gedrukt worden.
  • Mensen lazen zelf de Bijbel, buiten de geestelijkheid om.
    → Versnelde de kerksplitsing en versterkte religieuze verdeeldheid.
19
Q

Leg het verband uit tussen de renaissance en de wetenschappelijke revolutie.

A
  • Renaissance → herwaardering van klassieke kennis én rationeel denken.
  • Aandacht voor waarneming, experiment, menselijke redenering.
    → Dit vormt de basis van latere wetenschappelijke revoluties in de 17e eeuw.
20
Q

Wat was de rol van Robert Dudley in de Republiek?

A

Robert Dudley (Graaf van Leicester) werd door Elizabeth I gestuurd als mogelijke vorst.
- Hij faalde door machtsambities en slechte veldtochten.
→ Belangrijk: toonde aan dat de Republiek geen nieuwe vorst wilde – men koos voor zelfstandigheid.

21
Q

Wat was de rol van de Unie van Atrecht (1579) in de Opstand?

A
  • De zuidelijke gewesten sluiten zich weer aan bij Spanje.
  • Gebeurde uit angst voor calvinistische invloed.
    → Maakt scheiding tussen noord (Unie van Utrecht) en zuid definitief.
22
Q

Wat gebeurde er bij de inname van Den Briel (1572)?

A
  • Watergeuzen veroverden de stad Den Briel op 1 april 1572.
  • Zorgde voor omslagpunt in de Opstand: meer steden sloten zich aan bij de opstandelingen.
23
Q

Waarom wilden de Bourgondische en Habsburgse vorsten de Nederlanden centraliseren?

A
  • Efficiënter bestuur en meer belastinginkomsten.
  • Minder macht voor stedelijke en gewestelijke elites.
    → Leidde tot verzet vanwege aantasting privileges van edelen en steden.
24
Q

Hoe droeg Willem van Oranje bij aan het ontstaan van de Republiek?

A
  • Organiseerde militaire en politieke oppositie tegen Spanje.
  • Propagandistische brieven riepen op tot religieuze verdraagzaamheid.
  • Werd leider van het verzet, en symbool van Nederlandse onafhankelijkheid.
25
Wat maakte het Edict van Nantes (1598) zo belangrijk voor Frankrijk?
- Gaf hugenoten (protestanten) geloofsvrijheid na jaren burgeroorlog. - Eerste echte poging tot religieuze verdraagzaamheid in Europa.
26
Wat betekent 'soevereiniteit' en hoe werd dit relevant tijdens de Opstand?
Soevereiniteit is het hoogste gezag in een staat. → In 1581 namen de Nederlandse gewesten de soevereiniteit op zich (Plakkaat van Verlatinghe).
27
Wat zijn relieken en waarom waren protestanten hiertegen?
Relieken zijn heilige overblijfselen van heiligen. → Protestanten vonden deze afgoderij en wilden terug naar puur Bijbelgeloof.
28
Wat was het belang van de Staten-Generaal in de Nederlandse Republiek?
De Staten-Generaal waren vertegenwoordigers van de gewesten. → In de Republiek (vanaf 1588) bestuurden zij het land zonder koning of vorst.
29
Wat is de vulgaat en wat vond Erasmus hiervan?
De vulgaat is de Latijnse Bijbelvertaling die de katholieke kerk gebruikte. → Erasmus ontdekte fouten in deze vertaling en pleitte voor terugkeer naar originele teksten.
30
Wat zijn sacramenten en hoe keken protestanten hiernaar?
Sacramenten zijn gewijde handelingen in de katholieke kerk (zoals doop, eucharistie). → Protestanten beperkten deze tot alleen de doop en het avondmaal.
31
Wie was Hendrik VIII en wat was zijn rol in de Reformatie?
Koning van Engeland die zich afsplitste van de paus omdat hij wilde scheiden. → Richtte in 1534 de Anglicaanse Kerk op met zichzelf als hoofd.
32
Wat was de rol van Elizabeth I in de Opstand?
Elizabeth I steunde de Nederlandse Opstand indirect tegen Spanje. → Stuurde troepen (o.a. Dudley) en versloeg de Spaanse Armada in 1588.
33
Welk kenmerkend aspect past bij de ontdekking van Amerika in 1492?
KA 18 – Het begin van de Europese overzeese expansie. → Door Columbus begint Europese kolonisatie van Amerika.
34
Welk kenmerkend aspect past bij het optreden van Erasmus?
KA 20 – Hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid. → Erasmus bestudeerde oorspronkelijke christelijke bronnen uit de oudheid.
35
Welk kenmerkend aspect past bij de Unie van Utrecht (1579)?
KA 22 – Het conflict in de Nederlanden dat leidde tot de Republiek. → De Unie van Utrecht legde de basis voor de onafhankelijkheid.
36
Waarom werd het calvinisme populair in de Nederlanden?
- Bood een heldere, sobere leer zonder rijkdom of hiërarchie. - Past bij burgerlijke stedelijke cultuur. - Staat op verzet tegen onrechtvaardig gezag (zoals Filips II).
37
Wat is het verschil tussen katholicisme en protestantisme in de 16e eeuw?
Katholicisme: paus, sacramenten, relieken, aflaten. Protestantisme: Bijbel centraal, geen paus, eenvoud, geloof alleen. → Grote verschillen in geloofsbeleving én politieke gevolgen.
38
Waarom wilde Filips II de Nederlanden centraliseren?
Om meer controle en belastinginkomsten te verkrijgen. → Lokale elites verzetten zich: botsing tussen absolutisme en privileges.
39
Wat was het effect van de dood van Willem van Oranje in 1584?
- Hij werd vermoord door een katholiek. - Grote schok voor de Opstand, maar zijn zoon Maurits volgde hem op. → Oranje bleef symbool voor onafhankelijkheid.
40
Wat gebeurde er tijdens de Spaanse Furie (1576)?
- Spaanse soldaten plunderden Antwerpen omdat ze geen soldij kregen. - Dit leidde tot afschuw in alle gewesten en tot de Pacificatie van Gent.
41
Wat was het effect van de boekdrukkunst op het geloofsleven?
- Mensen konden zelf de Bijbel lezen (in hun eigen taal). - Kritiek op de kerk verspreidde zich razendsnel. → Ondermijning van het gezag van de paus en priesters.
42
Waarom was de ontdekking van de zeeroute naar Indië (1498) zo belangrijk?
- Vasco da Gama bereikte India via Kaap de Goede Hoop. - Hierdoor werd de dure Arabische tussenhandel overbodig. → Begin van wereldwijde handel en imperialisme.
43
Waarom leidde het Edict van Nantes (1598) niet tot blijvende vrede?
- Het garandeerde godsdienstvrijheid voor hugenoten. - Maar katholieken bleven het protestantisme als bedreiging zien. → In 1685 werd het Edict weer ingetrokken door Lodewijk XIV.