Hfst 9: Borstreconstructie na borstamputatie Flashcards

(32 cards)

1
Q

Wat zijn mogelijke indicaties voor een borstamputatie?

A
  • curatief omwille van borstcarcinoom
  • preventief bij erfelijke belasting met BRCA-gen -> dragers hebben 60-80% meer risico op borstkanker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een mogelijke indicatie voor een borstreconstructie?

A

Een borstamputatie is een ingrijpende gebeurtenis. Het zelfbeeld van de vrouw wordt hierbij aangetast. Steeds vaker kiest de zorgvrager voor een borstreconstructie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke vormen van borstreconstructie zijn er?

A
  • primaire reconstructie
  • secundaire reconstructie
  • tertiaire reconstructie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houd een primaire borstreconstructie in?

A
  • reconstructie wordt uitgevoerd tijdens zelfde operatie als verwijderen van het nodige borstklierweefsel
  • zorgt voor minder psychische belasting van zv en slechts één ingreep en revalidatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houd een secundaire borstreconstructie in?

A

= laattijdige reconstructie
- reconstructie vind pas maanden/ jaren na verwijdering borstklierweefsel plaats
- zv heeft kans om zich te laten informeren -> duidelijker beeld rond prognose -> realistischer beeld over resultaten
- zwaar verwerkingsproces en tweemaal narcose en revalidatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houd een tertiaire borstreconstructie in?

A
  • als primaire of secundaire reconstructie mislukt
  • arts zoekt naar alternatieve donorplaats
  • nieuwe ingreep met zelfde voor en nadelen van secundaire reconstructie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke soorten flapchirurgie bestaan er?

A
  • vrije flapchirurgie
  • pedicle flapchirurgie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houd vrije flapchirurgie in?

A
  • transfer van levend weefsel van ene lichaamsdeel naar het andere.
    -> samen met vene en arterie die weefsel bevloeien
  • bij terugplaatsen: via microchirurgie bloedtoevoer verbinden met de acceptorplaats => flap terug bevloeid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houd pedicle flapchirurgie in?

A

= gesteelde flap
- transfer levend weefsel van ene lichaamsdeel naar andere samen met vene en arterie <-> bloedtoevoer wordt NIET losgemaakt
- wnr defect niet onmiddellijk naast donorplaats -> via onderhuidse tunnel weefsel van ene plaats naar andere gebracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke technieken voor borstreconstructie bestaan er?

A
  • diep-flap (deep inferior epigastric perforator flap)
  • TRAM-flap (transverse rectus abdominis muscle flap)
  • GAP-flap (gluteal artery perforator flap
  • lumbar-flap (lumbale regio flap)
  • TUG-flap (transverse upper gracili flap)
  • latissimis dorsi flap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat houd een Diep-flap in?

A

= deep inferior epigastric perforator flap
- gebruik gemaakt va, abdominaal weefsel en vet
- vrije flapprocedure
- weefsel volledig losgemaakt en weggenomen van buik en verplaatst naar de borst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe verloopt een Diep-flap chirurgie?

A
  • gebruik gemaakt van microchirurgie om veneus en arterieel een anastomose of verbinding te maken.
  • Belangrijk hierbij is dat er geen spierweefsel wordt gebruikt bij deze procedure.
  • procedure kan men enkel uitvoeren wanneer er voldoende abdominaal vetweefsel is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat houd een Tram-flap in?

A

= transverse rectus abdominis muscle flap
- abdominaal weefsel en spier
- wanneer voor DIEP-flap niet voldoende vetweefsel aanwezig
- Bij zeer magere vrouwen kan men dit niet uitvoeren
- zowel vrije als pedicle flap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe verloopt tram flap chirurgie?

A

Huid, vetweefsel en minstens één abdominale spier wordt via microchirurgie verplaatst van de buik naar de borst. Nadeel bij deze procedure is dat dit kan leiden tot abdominale spierzwakte postop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat houd een GAP-flap in?

A

= gluteal artery perforated flap
- gluteaal weefsel -> borst te reconstrueren
- optie voor vrouwen die niet over voldoende abdominaal vetweefsel beschikken of die reeds in verleden abdominale chirurgie hebben gehad
- enkel huid- en vetweefsel
- vrije flapprocedure

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat houd een lumbar-flap in?

A

= lumbale regio flap
- huid- en vetweefsel uit laag lumbale regio
- alternatief wanneer er onvoldoende vetweefsel aanwezig is of wanneer de zorgvrager reeds
een DIEP-flap procedure heeft ondergaan
- veel gevoelszenuwen -> borst nadien meer gevoel
- technisch moeilijker dan bv diep-flap -> extra vene uit lies voor anastomose

17
Q

Wat houd een TUG-flap in?

A

= transverse upper gracilis flap
- huid- en vetweefsel ook kleine spier uit binnenkant van dij
- enkel uitgevoerd wanneer niet veel weefsel moet
gereïmplanteerd worden en er geen andere opties zijn
-> uitzonderlijk

18
Q

Wat houd een latissimus dorsi flap in?

A
  • meestal uitgevoerd in combinatie met prothese
  • pedicle procedure
  • nadeel: kan postoperatief
    zorgen voor spierzwakte in rug, schouder en arm
19
Q

Hoe verloopt latissimus dorsi flap chirurgie?

A
  • Hierbij tunnelt de chirurg huid- en vetweefsel van de hoge rug naar de borst boven de borstprothese.
  • Wanneer er voldoende weefsel aanwezig is kan men dit ook doen zonder prothese
20
Q

Welke postoperatieve controles moeten er gedaan worden bij borstreconstructies?

A
  • doppler controle
  • temperatuur
  • kleurobservatie
  • refill
  • turgor
21
Q

Wat onderzoekt men postoperatief bij borstcontroles met een doppler controle?

A
  • op zoek gaan naar de vene of arterie waarop anastomose is gemaakt -> controleren of er nog een goede bloedflow is
  • dopplersignaal kan sterk en of zwak zijn -> Afwezigheid van signaal kan duiden op obstructie van bloedvat
22
Q

Wat onderzoekt men postoperatief bij borstcontroles met een temperatuur?

A
  • Postop zal, door bevloeiing van flap, temperatuur zelfde worden als normale huid -> Als er verstoring is in deze bevloeiing zal de temperatuur dalen -> arterieel probleem
  • temperatuur opvolgen door te voelen of gebruik te maken van temperatuurstrips
23
Q

Wat onderzoekt men postoperatief bij borstcontroles met kleurobservatie?

A

->kleur zal vaak een indicatie zijn in welke mate de flap goed bevloeid is
- roze kleur: goede doorbloeding
- flap rood/paars: veneuze obstructie -> bloed vloeit wel naar flap maar kan onvoldoende afvloeien
- witte flap: arteriële obstructie.
Hierbij zal er weinig of geen bloed vloeien in de flap

24
Q

Wat onderzoekt men postoperatief bij borstcontroles met refill?

A
  • kijken hoe snel de huid terug bevloeid wordt als we deze kort verstoren door op huid te duwen
  • normaal: vulling terug normaal na 2 sec
  • flap gestuwd: vlugger dan 2 sec
  • geen goede doorbloeding: refill vertraagd zijn of afwezig
25
Wat onderzoekt men postoperatief bij borstcontroles met turgor?
- normale flap is soepel en beweeglijk <-> haematoom ontwikkelt dan zal turgor (spanning) harder zijn - bloeding kan steeds zorgen voor obstructieve bloedflow -> kan resulteren in trombus
26
Wat zijn de meest voorkomende complicaties bij een borstreconstructie?
- bloeding - trombus -> hirudotherapie
27
Hoe kan een bloeding ontstaan na een borstreconstructie?
Bij vrije flapprocedure worden zowel veneus als arterieel anastomosen gemaakt via microchirurgie. Het is hierbij mogelijk dat een hechting loskomt en op deze manier bloeding optreedt. - bloeding kan zowel voorkomen op donorplaats als in borst
28
Welke trombussen kunnen ontstaan na borstreconstructie?
- veneus - arterieel
29
Wat kan het gevolg zijn van een veneuze trombus na borstreconstructie?
- zal ervoor zorgen dat de bloedafvoer moeilijk of niet mogelijk is <-> wel bevloeiing - versnelde refill, rode of paarse verkleuring van de flap, stuwing en afwezigheid van veneuze dopplersignaal
30
Wat kan het gevolg zijn van een arterieel trombus na borstreconstructie?
- zorgen dat bloedaanvoer moeilijk of niet mogelijk is - borst weinig tot niet bevloeid - daling van temperatuur, witte kleur van flap, afwezigheid van refill en dopplersignaal
31
Wat houd hirudotherapie in?
- f bloedzuigers worden gebruikt wanneer een complicatie bij de pedicle flap zou optreden - bloedzuiger hecht zich vast (20-45 min) aan lichaam -> anticoagulants (Hirudin) injecteren en overtollig bloed in de flap opzuigen - Elke bloedzuiger kan 5-15 ml bloed opzuigen - voordeel: histamines vrijkomen met een vasodilaterende werking - hirudin -> wonde nadien verder bloeden
32
Wanneer wordt hirudotherapie gebruikt en wat is de oorzaak hiervan?
We gebruiken dit wanneer de pedicle flap gestuwd is. Oorzaak hiervan is vaak de herpositionering van flap waardoor vernauwde veneuze afvloei ontstaat. Profylactisch dient steeds antibiotica te worden toegediend.