HO1 pathofysiologie van infectieziekten HO2 klinische aspecten van infectieziekten Flashcards

(18 cards)

1
Q

Verloop van pathofysiologie hangt af van interactie/verhouding tussen?
- 4 kernconcepten + hun belangrijkste kenmerken

A

De verhouding van volgende zaken tegenover elkaar

  1. Gastheer
    - weerstand v pt.
    -farmacokinetiek
  2. Commensale micro organismen ~ organismen die voorkomen in samenleving (bijna elke mens heeft dezelfde deze zijn vaak niet ziekmakend tenzij ze voorkomen in een ander stelsel dan het originele)
    - kolonisatie resistentie
    - resistentie tegen therapie
  3. Pathogenen
    - virulentie
    - kolonisatie
    - resistentie, natuurlijk of verworven tegen therapie
  4. Therapie
    - werking/toxiciteit/interacties
    - farmacodynamica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is Dysbiose

A

Verstoring van evenwicht tussen commensalen bacteriën

Bv. Bij toediening van AB => diarree door onevenwicht van darmflora in darmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn Primair/obligaat pathogene micro-organismen?

Geef voorbeelden

Preventie maatregelen

A

Exogene infecties
Zonder aanpak zullen deze besmettingen bijna met zekerheid leiden tot infecties ookal is persoon geen risicopatiënt

VB:
- TBC
- HIV
- Malaria
- tetanus
- meningitis

Preventie:
- beschermingsmiddelen; mondmasker, handhigiëne
- Profylactische medicatie
- inentingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn potentieel pathogene micro organismen?

Wanneer leidt het tot infecties

Voorbeelden

Preventie

A

Dit zijn de nosocomiale infecties!

Endogene infecties => niet overdraagbaar, komt door bacterie die reeds aanwezig is in lichaam
Door
1. Voorbeschiktheid
- Candida komt voor in mond, vagina… door AB gebruik of chemo etc. Kan dit tot tot infectie leiden

Of

  1. Wanneer bacterie die niet toebehoort bij een bepaald stelsel terecht komt in steriel compartiment
    Zijn NOSOCOMIALE infecties
    - E.coli komt voor in darm, wnr in urinewegstelsel => UWI
  • Steriel handelen wnr nodig (plaatsing blaassonde …)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn opportunistische pathogene micro-organismen (Sensu strictu)?
Soorten risicopatiënten

Voorbeelden

Preventie

A

Bij bepaalde mensen met celdefecten zoals
- HIV
- hoge dosissen cortisone bij chemotherapie
- immuungecomrpimiteerde patiënten

  • Asperigillus
  • Pseudomonas aeruginosa
  • Salmonella
  • Isolatie
  • Profylactie zoals AB 3 keer per week
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer in besmettingsfase is er een klinisch beeld te observeren bij de patiënt

A

Wanneer virulentie tegen afweer aan het “vechten zijn” met infammatoire respons als gevolg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Denk oefening

  1. Er wordt bij een muis E.coli ingespoten in bloedbaan
  2. Er wordt bij een muis verwarmde E.coli ingespoten in bloedbaan => cel is kapot

Wat zien we als klinisch beeld

Wat zien we bij de kweek

A

De muis zal in beiden gevallen in sepsis gaan want
1. Levende cel maakt exotoxines aan => sepsis
2. de endotoxines van de celwand maken de muis ziek, wanneer cel kapot => valt celwand uit elkaar en deze bestaan in geval van E.coli uit endotoxines.

De kweek zal bij 1 positief zijn en bij 2 negatief
=> een negatieve kweek kan dus nogsteeds ernstig zijn bij klinisch beeld

Zoals bij leverabces
- negatieve kweek maar wel zeker gevaarlijk door celwandbestanddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

1ste linie van afweermechanisme

A

huid, mucosa, secretoir IgA , motiliteit, kolonisatie-resistentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

2de linie van afweermechanismen (Niet antigen specifiek)

A

SNEL en ONGECONTROLEERD

Cellulair
- voornamelijk fagocytose => fret alles lichaamsvreemd op

Humoraal
- interferonen, complement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

3de linie afweermechanismen (antigen specifiek)

A

TRAAG maar SPECIFIEK

~Verworven systeem, antigen-specifiek

  • Cellulaire afweer
    T-lymfocyten (CD4+, CD8+), B-lymfocyten
  • Humorale afweer
    IgG, IgM
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De 4 grootste oorzaken van koorts

A
  1. Infecties
  2. Maligniteit
  3. Inflammatie orgaanschade
  4. Medicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is koorts?
Wat zorgt ervoor dat temperatuur stijgt?

A

De setpoint die hoger wordt gezet => wordt veroorzaakt door exogene pyrogene (thermostaat hoger instellen)

Exogene => endogen pyrogene => hypothalamus => prostaglandine E2 => set point => thermoregulatie

Wnr endogene pyrogene worden aangemaakt worden ook antipyrogene aangemaakt => wnr temperatuur te hoog wordt schieten deze in actie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is hyperthermie?
Gevolg?

A

De balans tussen warmte productie en verlies is verstoord
- geen feedback mechanismen
Voorbeelden:
->Oudjes die niet meer beseffen dat ze 5 lagen aan hebben
-> marathon loper is uitgedroogd en lichaam kan dus niet zweten en zo afkoelen

Gevolg ongecontroleerde (gevaarlijke) temperatuur stijging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verschil tussen infectie en kolonisatie

A

Infectie is kolonisatie met tekens inflammatie + klinische waarneembare schade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Exotoxines vs endotoxines

A

Exo: wordt afgescheiden door een INTACT micro organisme, omdat het INTACT is => positieve kweek

Endo: kapot micro organisme valt uit elkaar en endotoxines komen los uit celwand, cel is dood dus negatieve kweek (kan dus wel gevaarlijk zijn)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Leg de keten van verspreiding uit

A

Reservoir > Means of exit > Mode of transmission > Portal of entry > Person at risk

Bacteriën komen van ergens en worden op specifieke manieren verspreid van een plek tot ander (of persoon, dier..) moet daar binnengeraken op specifieke manier en heeft effect als gastheer risico loopt voor bepaalde besmetting

17
Q

Wat zijn klinische tekens van een ernstige bacteriële infectie?

A

> Rilkoorts of hypothermie

> Rash/purpura

> hevige pijn

Symptomen van orgaandysfunctie
- systolisch bd <100
- Tachypnee (>20)
- Sufheid
- oligurie

> afwijkende bloedwaarde: lactaat, leukopenie, CRP …

18
Q

Wanneer koorts behandelen, indicaties?

Hoe?

A
  • comfort
  • cardiopulmonale belasting
  • O2 nood
  • stuipen
  • Aanpakken oorzaak
  • setpoint verlagen => Paracetamol, aspirine
  • vullen(compensatie mechanismen) en koelen