hoofdstuk 10: bilateraal binauraal bimodaal Flashcards

(37 cards)

1
Q

voordelen van binauraal horen

A

1) luidheidssommatie
= geluid dat met 2 oren gehoord wordt, wordt luider ervaren
2) hoofdschaduweffect
= hoofd is barriere
= geluid komt op 2 manieren aan: tijds- en intensit
3) binauraal squelch effect
= onderscheid spraak en ruis
4) lokalisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn positieve gevolgn

A
  • goed lokalisatievermogen
  • beter SV in stilte en lawaai
  • verminderde luiheidsinspanning
  • minder bang voor technisch probleem
  • verdwijnen hoofdschaduweffect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is binaurale sommatie?

A

= met 2 oren horen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe sneller de implantaties op elkaar volgen, hoe…

A
  • beter SV in ruis
  • snellere reactie
  • meer genieten van muziek
  • meer relax en ontspannen luisteren
  • beter lokalisatievermogen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn positieve gevolgen van snel achter elkaar te implanteren?

A
  • preverbale comm: betere vaardigheden vocaal beurtnemen en vocalisaties
  • beter auditief geheugen
  • hoger niveau TB en TP
  • vermindere luisterinspanning
  • QOL verhoogt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is simultane implantatie

A
  • 2 oren worden tijdens 1 operatie geimplanteerd
  • positief ifv binaurale verwerking
  • wanneer? menigitis/gelimiteerde voordelen HT/progressief gehoorverlies
  • risico: evenwicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is sequentiele implantatie?

A
  • 2 opeenvolgende operaties
  • contralaterale oor stimuleren tot 2e implantatie door HT
  • wanneer? ouders beslissen om 2e oor te implanteren/risico langere narcose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is bimodaal horen?

A

elektrische stimulatie in 1 oor (CI) en akoestische stimulatie in contralaterale oor (HT)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

2 doelgroepen van bimodaal horen

A

1) restgehoor is voldoende bv asymmetrisch gehoorverlies
2) weinig restgehoor, maar geen recht op bilaterale CI bv volw met bilaterale doofheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

nadelen unilaterale CI

A
  • niet goed SV in ruis
  • slecht geluidslokalisatie
  • weinig muziekappreciatie
    –> oplossing: bimodaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waarom geniet bimodaal horen de voorkeur tov unilaterale CI?

A
  • spraakverstaan in ruis is beter
  • lokalisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn beinvloedende factoren bij bimodaal horen?

A
  • restgehoor
  • spraakverstaan
  • versch tussen beide oren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

beinvl factoren bimodaal horen
restgehoor

A

1) graad restgehoor
2) laagfreq info
3) bruikbaar restgehoor over voll freq bereik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

beinvl factoren bimodaal horen
spraakverstaan

A

1) mogelijkheid tot SV in niet-geimpl oor
2) supraliminaire mogelijkheden betere predictor dan drempelniveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

beinvl factoren bimodaal horen
verschil tussen beide oren

A
  • klein verschil tussen beide oren op vlak van SV geeft groter bimodaal voordeel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

beinvl factoren bimodaal horen
wat zijn geen beinvl factoren?

A
  • leeftijd van implantatie
  • ervaring HT
  • duur gehoorverlies aan contralateraal oor
17
Q

wat is Long nterval Sequentiql Implantation?

A

= 2e implantaat niet binnen optimale tijdsperiode implanteren

18
Q

wat is Wiener-Wacher protocol?

A

–> protocol bilaterale implantaties om vestibulaire probl te verminderen
1) vestibulair onderzoek afnemen
–> als bilateraal totale uitval, meteen bilat implanteren
–> geen bilat uitval–> unilat implanteren
2) 2-3 maanden opnieuw onderzoek, als onderzoek normaal is dan 2e implanteren
bij gedeeltelijke uitval –> wachten tot 1e stapjes

19
Q

outcomes van bilaterale CI

A

1) verbeteringen audiologisch vlak
2) verbeteringen taalontw
3) verbeteringen andere functionele domeinen

20
Q

wat is verbetering op audiologisch vlak na bilat CI?

A
  • hoofdschaduweffect –> door microfoon aan beide zijden van hoofd
  • binaurale sommatie –> met 2 oren hoort men beter dan met 1: gehoordrempel gem 3 dB beter
  • binaurale squelch –> geluiden die via 2 oren worden ontvangen kunnen door hersenen onderling worden vergeleken bv ruis en spraak
21
Q

doel van bilaterale implantatie?

A
  • waarnemen en verstaan van zachte spraak
  • lokalisatie
  • SV in omgevingslawaai
22
Q

wanneer betaalt RIZIV het tweede implantaat terug?

A
  • kids onder 12 jaar (uitz tot 18 j bij ossificatie van de cochlea en ANSS)
  • sequentiele bilaterale implantatie enkel mogelijk nadat de eerste implantatie met succes het reva programma gevolgd
23
Q

waar of niet waar
successieve implantatie blijkt het meest optimaal te zijn

A

niet waar, simultaan!
1) ideale input voor ontw van gesproken taal
2) makkelijkere gewenning
3) altijd toegang tot geluid als 1 CI uitvalt

24
Q

hoe sneller implantaties op elkaar volgen, hoe…

A
  • beter SV in ruis
  • snellere reactie
  • meer genoten van muziek
  • meer relax en ontspannen geluisterd wordt
  • beter directionaliteit en lokalisatievermogen
25
verbeteringen op vlak van taalontwikkeling functie van auditieve of visuele kanaal bij het begrijpen van spraak bij baby's
preverbale expressieve communicatie gebeurt via vocalisaties of gebaren de preverbale receptieve responsen worden uitgelokt door de spraak van volw die de baby hoort
26
verbeteren op vlak van taalontwikkeling TIAT video analyses?
- ontw om na te gaan of kind meer voaal de beurt neemt en meer responsen zal geven op de spraak van volw resultaten: baby's bilateraal geimplanteerd meer vocaal reageren en meer vocalisaties gebruiken dan unilateraal geimplanteerden
27
verschil met horende leeftijdsgenoten
vertraging in taalverwerving en spraakproductie waardoor er een verschil is in geletterdheid en sociale vaardigheden
28
waar of niet waar hoe vroeger wordt geimplanteerd, hoe groter het voordeel van het implantaat op spraakontw
waar
29
vergelijking van taal tussen BCI en UCI
- BCI complexere taal - BCI hogere taalscores - BCI betere preverbale taalontw - BCI taalscores meer aanleunen bij normaalhorenden - BCI vocaliseren meer
30
verbetering op andere functionele domeinen verschil BCI en UCI op vlak van luisterinspanning
UCI verhoogde luisterinspanning --> vermoeiender --> heeft impact op leervaardigheden en sociale vaardigheden
31
verbetering op andere functionele domeinen academische vaardigheden verschil BCI en UCI
wiskunde, gesproken taal, geschreven taal en BL beter bij BCI
32
waar of niet waar UCI heeft meer socio-emotionele probl
niet waar, evenveel tussen BCI en UCI
33
HT dragen bij sequentiele bilaterale implantatie?
HT dragen tot 2e CI doel: hoortontwenning tegen gaan
34
wanneer is er meer kans op een positief bimodaal gebruik?
- meer restgehoor (vooral op vlak van SV) --> tonale drempel beter dan 100 dBHL --> vocale audiometrie met foneemscore van meer dan 36% - CI minder dominant ivg met contraleteraal oor (verschil mag niet meer dan 35% zijn)
35
de maximale dirscriminatie op vocale audiometrie met CVC-woorden bedraagt:
- groter dan 49% goede kans op bimodaal gebruik - 14-49% zeker bimodaal uitproberen, outcomes moeten worden afgewacht - kleiner dan 14% bilaterale CI
36
wat zijn voordelen van bimodaal horen
- betere SV in stilte EN ruis - verbeterd lokalisatievermogen - meer appreciatie voor muziek door verbeterde muziekperceptie - betere geluidskwaliteit - meer luistercomfort
37
hoe fitting bij bimodale gebruikers
- zowel implantaat als HT zorgvuldig kiezen en fitten - contralateraal HT herevalueren - momenteel nog weinig tot geen richtlijnen voorhanden ifv fitting