hoofdstuk 11: auditory brainstem implant Flashcards

1
Q

wat is ABI

A

= auditory brainstem implant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is ABI

A

= wanneer patienten geen functionele gehoorzenuw meer hebben en bijgevolg niet gebaat zijn met CI omwille

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

geef voorbeelden van ziektebeelden

A

1) doofheid tgv tumor evenwichtszenuwen (neurofibromatosis type 2)
2) bilateraal ontbreken n. cochlearis
3) bilat schade n. cochlearis tgv ongeval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

verschil ABI en CI

A

= patienten moeten geen functionele gehoorzenuw hebben
= ABI omzeilt de gehoorzenuw en stimuleert bij geluid en spraak rechtstreeks n. cochlearis in de hersenstam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waar stimuleert ABI?

A

elektrische stimulatie, in de hersenstam en niet in cochlea zoals CI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

voorwaarde kinderen ABI

A

= min 2 jaar oud op moment operatie

  • kind min 2 jaar op moment operatie
  • min 2 jaar moment operatie
  • in goede gezondheid voor narcos3 7 tot 8 uren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wie kan geimpl worden

A

Zowel kids zls volw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef werking ABI

A
  • microfoon vangt auditief signaal op
  • processor zet signaal om in digitaal en elektr signaal
  • procesoor stuurt door naar uitw zendspoel –> omzetting elektromagnetisch
  • signaal doorsturen inw spoel
  • omzetting naar elektr signaal
  • elektr pulsen naar roostertje op n. Cochlearis gezonden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geef de verschillen CI en ABI
Uitwendig deel

A

Allebei micro, spraakprocessor, batterij en zendspoel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geef de verschillen CI en ABI
Inw deel

A

Allebei inw stimulator

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geef de verschillen CI en ABI
Operatie

A

Ci –> dagkliniek
ABI –> meerdere dagen verblijf ziekenhuis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geef de verschillen CI en ABI
Locatie elektroden

A

Ci: scala tympani in cochlea
Abi: n. Cochlearis op hersenstam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geef de verschillen CI en ABI
Doelgebied stimulatie

A

Ci: primaire auditieve zenuwvezels in cochlea
Abi: multiple celtypes in n. Cochlearis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Geef de verschillen CI en ABI
Elektroarray

A

Ci: multiple elektroden, bevestigd op elektrodendraad
Abi: multiple elektrodecontacten, bevestigd op rechthoekig roostertje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Geef de verschillen CI en ABI
Mogelijke side effects

A

Ci: stimulatie van aangezichtszenuw
Abi: vertigo, hoesten, hoofdpijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Team preoperatieve testbatterij is multidisciplinair

A
  • otoloog
  • neurochirurg
  • neuroradioloog
  • logo
  • audio
  • psycholoog
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is van groot belang (onderzoek)

A

Beeldvorming: CT en MRI
Uitgebreide audiol onderzoeksbatterij: audioloog, psychosociale functioneren en medische toestand
Vooronderzoeken: counselen en informeren cl en clientsysteem

18
Q

Fitting abi

A

1e fitting na genezen van wonde
1e fittingen duren lang
Voor iedere elektrode wordt minimzle en maximale stimulatieniveau bepaald

19
Q

Wat is noodzakelijk om spraakprocessor in te stellen abi

A

Psychofysische metingen van elektrisch geevokeerde auditieve perceptie noodz
Dit houdt in: drempelbepaling, bepalen meest comfortabel niveau en toonhoogte

20
Q

Objectieve meting EABR

A

= fitten hersenstaminplantaat
Aanwijzing van welke elektrodes op de elektrodeplaat geactiveerd ku worden
Per elektorde bepalen hoeveel elektr stroom noodz is om EABR drempel te bekomen
–> adhv drempel minimale en maximale stim niveau’s berekend om een EABR-map te creeren

21
Q

Fittingcyclus hersenstamimplantaat

A

1) tijdens fittingsessies metingen doen om na te gaan of cl geluid en spraak kan detecteren en discrimineren
2) wanneer MAP gemaakt is, volgt er periode gewenning
3) kijken of abi werkt en opnieuw fitten

22
Q

Outcomes van abi

A
  • heterogeen
  • open set spraakverstaan vs verbeterde lipleesvaardigheden en detectie
  • outcomes lijken beter bij niet-tumorpatienten
23
Q

waar of niet waar
kinderen min 2 jaar zijn en goede gezondheid

A

waar
hoe jonger –> hoe plasticer de hersenen –> betere resultaten op langere termijn

24
Q

waar of niet waar
in BE en NL is er een terugbetaling voor ABI

A

fout, geen terugbetaling

25
Q

waar of niet waar
er zijn enkel BTE toestellen als spraakprocessor

A

waar

26
Q

waar of niet waar
het ABI is een eenkanaalsapparaat

A

niet waar, een multikanaal implantaat tot 21 elektrodes (georganiseerd in 3 rijen)

27
Q

waarom bij patienten NF-2 wordt het ABI geimplanteerd op het moment van de tumorresectie (3 redenen volens Brackmann)

A

1) om patient te laten wennen aan het toestel vooraleer het volledige gehoor te verliezen
2) om de optie open te houden te herimplanteren aan de contralaterale zijde indien de eerste implantatie onsuccesvol bleek te zijn
3) om anatomische hervorming omwille van de eerste operatie te verminderen

28
Q

waarom is counselen en informeren bij deze doelgroep belangrijk?

A
  • moeilijk outcomes te voorspellen (gezien de grote variatie)
  • zinvol om aan te geven dat CL wellicht niet tot open set van spraakverstaan zal komen
29
Q

waarom wordt plaatsing op dorsale regio aangewezen?

A
  • omwille van beperkter voorkomen van niet-auditieve gewaarwordingen (side-effects)
30
Q

welke testen gedaan tijden operatie en waarom?

A
  • versch elektrofys testen om na te gaan of elektrodes correct geplaatst zijn
  • elektrisch geevokeerde BERA (EABR), neurale respons telemetrie (NRT) en stimulatie van bipolaire probe
31
Q

wanneer weten ze de ideale plaatsing van roostertje elektrodes?

A
  • wanneer EABR-golfpatronen 75% van alle elektrodes opgemeten ku worden
32
Q

waar of niet waar
de patient mag na de operatie het ziekenhuis verlaten

A

fout, enkele dagen in ziekenhuis blijven omwille van post-operatieve zorgen

33
Q

wanneer fitting?

A

4-8 weken na operatie

34
Q

waarom duurt fitting langer dan bij CI?

A
  • aanwezigheid van niet-auditieve sensaties
  • centrale locatie van stimulatie
  • irreguliere tonotopische organisatie
  • mogelijke centrale aandoening tgv NF-2
35
Q

waar of niet waar
bj personen met een aplasie of dysplasie van de gehoorzenuw is de anatomische startsituatie veel beter bij personen met NF-2

A

waar

36
Q

waar of niet waar
foneemdiscriminatie in een open set is te realiseren bij deze doelgroep

A

fout, in een gesloten set

37
Q

is hoe vroeger hoe beter van toepassing?

A

ja, auditieve vaardigheden van kids die geimpl worden voor leeftijd van 4 jaar zijn significant beter dan die van kinderen die pas na 4 jaar ABI krijgen

38
Q

waar of niet waar
de resultaten bij kids met ABI ku zeer sterk varieren

A

waar

39
Q

waar of niet waar
er bestaan geen evidance-based richtlijnen over therapie en begeleiding bij kids met ABI

A

waar

40
Q

hoe therapie bij kids ABI?

A

beroep doen op algemene kennis over revalidatie bij personen met gehoorverlies en deze combineren met visies van bv AVT of luisterkubus

41
Q

wat is nog belangrijk bij therapie van kids ABI

A
  • niet alle kinderen tot gesproken communicatie komen –> cued speech of gebruik van gebaren
  • betere communicatieve vaardigheden bekomen –> doorheen de dag auditieve stimuli zoveel mogelijk koppelen aan een betekenis
  • zeer gestructureerde aanpak
  • sterk ondersteunende leeromgeving