hoofdstuk 4: operatie Flashcards

1
Q

wat gebeurt er tijdens operatie CI

A

chirurgisch inbrengen van elektrode, stimulator/inwendige zendspoel
onder algemene verdoving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wanneer operatie uitstellen

A

bij middenoorontsteking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wanneer kan uitw deel gekoppeld worden

A

genezingsproces duurt 3 weken
uitwendig en inwendig deel niet gekoppeld
pas van zodra de wonde genezen is, kan fittingsproces beginnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke disciplines zijn betrokken bij voorbereiding CI-operatie

A
  • sociaal werker en psycholoog om te helpen bij voorbereiding operatie en folluw-up
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarom volw infromeren

A

vele volw onderschatten het proces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waar wordt elektrodearray ingebracht tijdens operatie?

A

plaatsen van elektrode in scala tympani van cochlea
diepte van nsertie afh van medische beeldvorming en voorkeur chirurg
2 benaderingen: via het ronde venster of via cochleostomie –. ronde venster geniet voorkeur aangezien het behoud van cochl structuren het grootst is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is risico die volgt na deviatie van elektrode naar scala media?

A

anders beschadigen we cochleaire structuren
–> behoud van restgehoor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is softchirurgie

A

is technologie diegebruikt wordt tijdens operatie om restgehoor te behouden
dit minimaliseert het trauma in de cohlea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is intraoperatieve monitoring

A

= tijdens de operatie volgt de audioloog de werking van CI
door deze objectieve metingen kunnen probl gedetecteerd worden terwijl het kind nog onder anesthesie is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat na de operatie

A

= 1 week met drukverband rond hoofd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verschil structure preservation en hearing preservation

A

hearing preservation = behouden van restgehoor
structure preservation = behouden van cochl en neurale structuren (ook bij personen zonder restgehoor)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

voordelen van structure preservation

A
  • betere MAPping mogelijk –> fitting
  • restgehoor kan behouden blijven
  • beter SV
  • intacte structuren in het kander van ev. toekomstige therapieen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe elektrode kiezen?

A
  • afh anatomie
  • afh restgehoor
  • afh voorkeur chirurg
    keuze bij chirurg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is rechte elektrode

A

= lateral wall placement
- betrouwbaar en eff
- ideaal behouden restgehoor
- spraakverstaan in ruis beter bij cl met bruikbaar restgehoor pre-operatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is perimodiolaire elektrode

A

doel –> liggen dichter bij neurale structuren: modiolar hugging
- mogelijk om groter elektrisch dynamisch bereik te bekomen
- lagere minim stimulatieniveaus –> minder batterijverbruik
- specifiekere stimulatie zenuwvezels
- ook succesvol in versch specifieke coch anatomieen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

ernstig/slechthoren/doof
wat is belangrijk en welke elektrode

A

–> optimale stimulatie
–> perimodiolair

17
Q

laagfreq restgehoor
wat is belangrijk
welke elektrode

A

–> behouden restgehoor noodzakelijk
–> recht

18
Q

waarop letten wanneer muziek belangrijk is voor client?

A

zowel hoge als lage freq

19
Q

hoe lang duurt unilaterale implantatie

A

2-3u

20
Q

hoe lang duurt simultane bilaterale implantatie bij kinderen?

A

3-4u

21
Q

operatietechniek zenuw

A

plaatsen van de elektrodes om de nervus facialis tijdens de operatie te kunnen monitoren

22
Q

wie loopt meeste risico voor facialislesel?

A

jonge kinderen aangezien de nervus facialis oppervlakkiger ligt dan bij volw

23
Q

leeftijd bij implantatie

A

voor leeftijd van 1 jaar beste resultate

24
Q

ouders verkiezen een … implantatie

A

simultane (2 in 1 keer door minder narcose)

25
Q

In BE welke implantatie meestal uitgevoerd

A

een successieve (1 tegelijk)

26
Q

hoeveel tijd tussen de 2 CI’s?

A

12 maanden –> anders dominant oor

27
Q

wat is aangeraden bij bilateraal gehoorverlies veroorzaakt door menigitis?

A

simultane bilaterale implantate

28
Q

protocol om risico op vestibulaire probl te verminderen

A

1) audioloog neemt vestibulair onderzoek af
bilateraal totale uitval –> simultaan bilaterale implantatie
unilaterale uitval –> unilaterale implantatie (successief)
2) 2-3 maanden na de eerste implantatie gebeurt opnieuw een vestibulair onderzoek
als er uitval is –> wachten
als onderzoek normaal is –> 2e CI plaatsen
gedeeltelijke uitval –> na kind eerste stapjes gezet heeft

29
Q

Unilaterale implantatie hoe kiest de chirurg?

A

oor met besteanatomie op basis van medische beeldvorming

30
Q

wat als beide oren vergelijkbaar zijn op vlak van anatomische structuren? (chirurg)

A

baseert zich op het residuele gehoor
oor dat met HT beste graad heeft, wordt niet geimplanteerd omdat het kind nog voordeel kan halen uit bimodaal horen

31
Q

wanneer is er geen consensus welk oor het beste wordt geimplanteerd?

A

als beide oren weinig gebaat zijn met HT voor het verstaan van spraak en de tonale drempels verschillen