Hoofdstuk 2: Modellen van abnormaliteit Flashcards

(33 cards)

1
Q

Waarvoor zijn modellen van abnormaliteit

A

Om abnormaliteit te behandelen,
hiervan bestaan er natuurlijk meerdere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het biologische model

A

Gaat er van uit dat stoornissen het gevolg zijn van het
disfunctioneren van delen van het organisme,
gericht op hersen- anatomie en chemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Biologisch model: neurotransmitters

A

Abnormale activiteit van bepaalde NTs kan leiden tot specifieke mentale stoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Biologisch model: chemische activiteit

A

Abnormale activiteit in het endocriene systeem (hormonen) is ook gerelateerd aan mentale stoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Biologisch model: genen

A

Abnormaliteiten in hersen anatomie of chemie zijn soms het gevolg van genetische overerving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Biologisch model: behandeling

A
  • Psychofarmaca (medicatie)
  • Hersenstimulatie (directe of indirecte hersenstimulatie)
  • Psychochirurgie (hersenchirurgie voor mentale stoornissen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Biologisch model: beoordeling

A

Voordelen:
- Veel aanzien in het veld
- Veel kostbare en nieuwe inzichten gegenereerd
- Behandelingen vaak effectief, zeker bij ernstige gevallen

Nadelen:
- Gelimiteerde kijk op abnormaal functioneren omwille van het excluderen van niet-biologische factoren
- Vrij vaak: sterke ongewenste neveneffecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Het psychodynamische model

A

Gedrag wordt voornamelijk bepaald door onbewuste dynamische psychische krachten
conflicten tussen deze krachten –> abnormaal gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Psychodynamisch model: de krachten

A
  • Id: Plezier principe
  • Ego: Realiteitsprincipe
  • Superego: Moreel principe

Nieuwe omstandigheden en omgevingen vereisen aanpassingen van het id, ego en superego in ieder ontwikkelingsstadium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Psychodynamisch model: therapieën

A

Eerdere trauma’s en latente conflicten te ontdekken met de therapeut als gids
(vrije associatie, therapeutische interpretatie, catharsis, doorheen werken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Psychodynamisch model: therapieën, huidige trends

A
  • Kortdurende psychodynamische therapieën
  • Relationele psychoanalytische therapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Psychodynamisch model: beoordeling

A

Voordelen:
- Eerste model die het belang van psychologische theorieën en systematische behandeling van abnormaliteit erkende
- Zag in dat abnormaal functioneren genest is in dezelfde processen als normaal functioneren

Nadelen:
- Ongefundeerde ideeën en moeilijk te onderzoeken
- Niet-observeerbare concepten
- Ontoegankelijk voor participanten (want onbewust processen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Het cognitieve-gedrags model

A

Focus op maladaptieve gedragingen en gedachten voor het begrijpen en behandelen van psychologische abnormaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Cognitieve-gedrags model: de twee dimensies

A
  • Gedrags dimensie
  • Cognitieve dimensie
    Staat ook in relatie met elkaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Cognitieve-gedrags model: gedrags dimensie

A

Problematische gedragingen vervangen met meer gepaste gedragingen,
conditionering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Cognitieve-gedrags model: cognitieve dimensie

A

Problematische denkprocessen herkennen, uit te dagen en te veranderen

17
Q

Cognitieve-gedrags model: beoordeling

A

Voordelen:
- Veel invloed in het klinische veld
- Brede toepasbaar
- Klinisch bruikbaar
- Focus op unieke menselijke processen
- Theorieën kunnen empirisch onderzocht worden
- Therapieën zijn succesvol in het behandelen van verschillende stoornissen

Nadelen:
- De precieze rol van cognities in abnormaliteit moet nog bepaald worden
- Therapieën helpen niet iedereen
- Sommige gedrags- of cognitieverandering zijn mogelijks niet te bereiken

18
Q

Het humanistisch-existentieel model: twee benaderingen

A
  • Humanistische benadering
  • Existentiële benadering
19
Q

Humanistisch-existentieel model: humanistische benadering

A

Mensen hebben een basisbehoefte aan onconditionele positieve waardering, om onconditionele eigenwaarde te ontwikkelen

20
Q

Humanistisch-existentieel model: soorten humanistische benadering

A
  • Logotherapie (betekenis van het leven vinden)
  • Gestalt therapie (cliënten begeleiden naar zelfherkenning door uitdagingen en frustraties)
  • Spiritualiteit (dit correleert met psychologisch welzijn)
21
Q

Humanistisch-existentieel model: existentiële benadering

A

Cliënten worden aangemoedigd om zich verantwoordelijk te gedragen en hun verantwoordelijkheid te nemen voor hun leven en problemen

22
Q

Humanistisch-existentieel Model: beoordeling

A

Voordelen:
- Focust op ontbrekende aspecten in andere modellen * Nadruk op het individu
- Optimistisch
- Nadruk op gezondheid

Nadelen:
- Focus op abstract problemen
- Moeilijk om te onderzoeken
- Verzwakt door afwijzing van wetenschappelijk onderzoek

23
Q

Het sociocultureel model

A

Abnormaal gedrag wordt gestuurd door sociale en culturele krachten die het individu beinvloeden

24
Q

Sociocultureel model: de twee perspectieven

A
  • Familiaal-sociaal perspectief
  • Multicultureel perspectief
25
Sociocultureel model: familiaal-sociaal perspectief
Concentreren op krachten die een directe invloed uitoefenen op het individu, zoals sociale rollen, steun etc.
26
Sociocultureel model: familiaal-sociale behandelingen
- Groep therapie - Familietherapie - Koppel (of relatie) therapie - Communitytherapie
27
Sociocultureel model: multicultureel perspectief
Alle gedragingen worden het best begrepen in de context van de lokale cultuur, culturele waarden en externe beïnvloeding binnen de context
28
Sociocultureel model: multiculturele behandelingen
Therapie met: - Verhoogde sensitiviteit voor culturele achtergrond - Inclusie van verschillende culturele moralen en modellen - Cultuur-sensitieve therapieën, gender-sensitieve therapieën
29
Sociocultureel model: beoordeling
Voordelen: - Heeft bijgedragen aan het klinische begrip en behandeling van abnormaliteit - Heeft bijgedragen aan groter bewustzijn van klinische en sociale rollen van therapie/therapeut - Is succesvol geweest in sommige gebieden waarin andere behandelingen hebben gefaald Nadelen - Heel context-sensitief - Modellen zijn niet in staat om abnormaliteit te voorspellen bij specifieke individuen
30
Integratie van de modellen
Het ontwikkelings-psychopathologie model
31
Ontwikkelings-psychopathologie perspectief
Gebruikt een geïntegreerd framework om te begrijpen hoe verschillende variabelen en principes van verschillende modellen adaptief en maladaptief functioneren kunnen verklaren
32
Equifinaliteit
Mensen kunnen van andere plekken en contexten komen en eindigen op dezelfde plek
33
Multifinaliteit
Mensen kunnen van dezelfde plek komen, maar op een andere plek eindigen