Hoofdstuk 3: Psychodiagnostiek en behandeling Flashcards
(36 cards)
Diagnose
Verzameling van relevante informatie om tot een conclusie te komen
Klinische diagnose
Informatie om te bepalen wanneer, hoe en waarom een persoon zich abnormaal gedraagt en hoe deze persoon geholpen kan worden
De drie categorieën van klinische diagnose
- Klinische interviews
- Testen
- Observaties
Belangrijk voor de tools van klinische diagnose
- Betrouwbaarheid (consistentie)
- Validiteit (accuraatheid)
- Standaardisatie (gemeenschappelijke, herhaalde stappen)
Test–retest betrouwbaarheid
Dezelfde score telkens wanneer dezelfde toets wordt gegeven aan dezelfde mensen op verschillende momenten
Interrater betrouwbaarheid
Verschillende beoordelaar hebben onafhankelijk van elkaar dezelfde score en interpretatie van een tool
Klinische interviews
- Veel face-to-face
- Gestructureerd of ongestructureerd
- Achtergrond informatie verzamelen met een bepaalde theoretische focus
Klinische interviews: beperkingen
- Beperkte betrouwbaarheid
- Interviewer bias en/of verkeerde oordelen
- Beperkte validiteit (of: accuraatheid)
Klinische tests
Worden gebruikt om informatie in te winnen over psychologisch functioneren om bredere conclusies uit te trekken
Klinische tests: projectieve tests
Bij projectieve tests worden clienten gevraagd om vage of ambigue stimuli of open-vragen te beantwoorden
Soorten projectieve tests
- Rorschachtest
- ThematicAppreciationTest(TAT)
- Sentence-completion test
- Tekeningen
Projectieve tests: beoordeling
Voordelen:
- Tot 1950 de vaakst gebruikte testen om persoonlijkheid te meten
- Nu vaak gebruikt om extra informatie te verkrijgen
Nadelen:
- Betrouwbaarheid en validiteit zijn niet overtuigend aangetoond
- Mogelijk cultuurspecifiek; bias bij minderheidsgroepen
Klinische tests: persoonlijkheidstesten
Dienen om brede persoonlijkheidstrekken te meten, vaak zelf-rapportage
Persoonlijkheidstesten: beoordeling
Voordelen
- Makkelijker, goedkoper en sneller om te gebruiken dan projectieve tests
- Objectief te scoren en gestandaardiseerd
- Betere validiteit en betrouwbaarheid dan projectieve test
Nadelen:
- Geen hele hoge validiteit
- Gemeten traits kunnen niet direct onderzocht worden; zelf-rapportage
- Weinig ruimte voor culturele verschillen en antwoorden
Klinische tests: tests voor specifieke domeinen
Meestal gebaseerd op zelf-rapportag
Klinische tests voor specifieke domeinen: beoordeling
- Sterke face validity
- Veel van deze testen / vragenlijsten zijn niet goed gestandaardiseerd of onderzocht voor betrouwbaarheid en validiteit
Klinische tests: psychofysiologische tests
Meten fysiologische responsen als een indicatie voor psychologische problemen
Psychofysiologische tests: beoordeling
- Vereisen dure apparaten welke moeten gekalibreerd en onderhouden worden
- Kunnen inaccuraat en onbetrouwbaar zijn
Klinische tests: neurologische tests
Neurologische tests meten het functioneren van de hersenen door direct de hersenactiviteit en structuur te meten
Klinische tests: neuropsychologische tests
Neuropsychologische tests meten hersenfuncties indirect door cognitief, perceptueel en motorische functioneren te meten
Klinische tests: intelligentietests
- Ontworpen om indirect intellectuele capaciteiten te meten
- Bestaat meestal uit een serie van tests die zowel verbale als non-verbale skills testen
Intelligentietests: beoordeling
Zijn een van de best bestudeerde en ontworpen tests (qua betrouwbaarheid, validiteit en standaardisering)
Nadelen:
- Prestatie kan beïnvloed worden door irrelevante factoren (bv., motivatie)
- Tests kunnen beïnvloed zijn door culturele bias in taal of de taken
- Minderheden kunnen minder ervaring hebben of minder comfortabel zijn met dit soort van toetsen, wat de resultaten kan beïnvloeden
Klinische observaties: naturalistische observaties
Naturalistische observaties vinden plaats in alledaagse omgevingen
–> lage betrouwbaarheid en validiteit
Klinische observaties: analoge observaties
In een artificiële setting, gebruikt wanneer naturalistische observatie niet kan