hoofdstuk 25 Flashcards
(15 cards)
Wat zijn conjunctuurschommelingen?
Periodes van hogere en lagere economische activiteit
Schommelingen op korte termijn worden vergeleken met het potentiële BBP.
Wat is het potentiële BBP?
Het reële BBP per capita dat over tijd verandert
Het betreft het niveau dat haalbaar is bij volledig gebruik van productiefactoren.
Hoe wordt reële BBP-groei gemeten?
In absolute en relatieve verschillen
Groei wordt vaak uitgedrukt in indexcijfers.
Wat bemoeilijkt de metingen van BBP-groei?
Seizoensinvloeden
Daarom worden seizoensgezuiverde cijfers gebruikt.
Wat is een recessie?
Een periode van twee opeenvolgende kwartalen van economische krimp
Recessies kunnen worden beïnvloed door externe factoren zoals wereldoorlogen en financiële crises.
Noem een externe factor die een recessie kan beïnvloeden.
Oliecrisis (1973)
Andere voorbeelden zijn 9/11 (2001), financiële crisis (2009), en de coronapandemie (2020-21).
Wat is een outputgap?
Het verschil tussen gerealiseerd BBP en potentieel BBP
Dit geeft aan in welke mate de economie onder of boven haar potentieel presteert.
Wat betekent hoogconjunctuur?
BBP boven potentieel niveau
Dit duidt op een periode van economische bloei.
Wat betekent laagconjunctuur?
BBP onder potentieel niveau
Dit duidt op een periode van economische achteruitgang.
Noem de drie types economische indicatoren.
- Leading
- Coincident
- Lagging
Leading voorspellen trends, coincident bewegen mee met de conjunctuur, lagging reageren vertraagd.
Wat zijn voorbeelden van leading indicatoren?
Vacatures, consumentenvertrouwen
Deze indicatoren voorspellen economische trends.
Wat zijn voorbeelden van lagging indicatoren?
Werkloosheid, kredietverlening
Deze indicatoren reageren vertraagd op economische veranderingen.
Wat is de modern visie op conjunctuurschommelingen?
Conjunctuurschokken door externe factoren zoals technologie of vertrouwen
Dit wijst op de rol van innovaties en psychologische factoren in de economie.
Wat zijn de verschillende cyclustheorieën?
- Kitchen (3 jaar)
- Juglar (10 jaar)
- Kuznets (20 jaar)
- Kondratieff (50 jaar)
Deze theorieën beschrijven de lengte van economische cycli.
Wat is de volatiliteit van investeringen en luxeconsumptie in vergelijking met levensnoodzakelijke goederen?
Investeringen en luxeconsumptie zijn volatieler
Levensnoodzakelijke goederen hebben een stabielere vraag.