hoofdstuk 28

Question 1

Wat is het Eurosysteem?

Answer 1

Bestaat uit de ECB en de nationale centrale banken van de lidstaten van de eurozone.

Het Eurosysteem heeft als primaire doelstelling het bewaken van prijsstabiliteit in de eurozone.

Question 2

Wat is de primaire doelstelling van de ECB?

Answer 2

Prijsstabiliteit in de eurozone met een inflatiedoelstelling van ongeveer 2%.

Question 3

Wat is de secundaire doelstelling van de ECB?

Answer 3

Ondersteunen van de economische groei indien prijsstabiliteit niet in gevaar komt.

Question 4

Hoe beïnvloedt monetair beleid de economie?

Answer 4

Door geldhoeveelheid en rente te sturen, wat consumptie (C) en investeringen (I) stimuleert of afremt.

Question 5

Waarom legt de ECB de nadruk op prijsstabiliteit?

Answer 5

Hoge inflatie kan negatieve effecten hebben op lange termijn economische groei.

Question 6

Wanneer wordt het monetair beleid versoepeld?

Answer 6

Bij lage inflatie en een sterke negatieve outputgap, zoals tijdens recessies.

Question 7

Wat is het monetair transmissiemechanisme?

Answer 7

Het mechanisme waardoor het monetair beleid invloed heeft op de reële economie.

Question 8

Hoe lang duurt het voordat het effect van ECB-beleid zichtbaar is?

Answer 8

Na 6-9 maanden, bij inflatie zelfs 1-2 jaar.

Question 9

Waarom is onafhankelijkheid van de ECB belangrijk?

Answer 9

Om politieke inmenging en inflatie te vermijden.

Question 10

Wat is een ‘haircut’?

Answer 10

Het verschil tussen de marktwaarde van een financieel actief en de waarde die de ECB eraan toekent als onderpand.

Question 11

Wat zijn de gevolgen van lage haircuts op staatsobligaties?

Answer 11

Zwakkere eurolanden konden goedkoop lenen, wat leidde tot groeiende overheidsschulden zonder directe gevolgen.

Question 12

Wat is de minimumreserveverplichting?

Answer 12

Verplichting voor een bank om een bepaald percentage van de ingezamelde spaargelden op haar reserverekening bij de centrale bank te deponeren.

Question 13

Wat zijn langlopende herfinancieringstransacties (LTRO)?

Answer 13

Maandelijkse veilingen voor leningen met een looptijd van 3 maanden.

Question 14

Wat is de depositorente?

Answer 14

Rente die banken krijgen op overtollige reserves bij de ECB.

Question 15

Wat is de marginale beleningsfaciliteit?

Answer 15

Rente voor banken die kortetermijnleningen nodig hebben om liquiditeitstekorten op te vangen.

Question 16

Wat veroorzaakte de financiële crisis van 2008?

Answer 16

De instorting van Lehman Brothers.

Question 17

Wat is het Securities Market Programme (SMP)?

Answer 17

Een programma waarbij de ECB obligaties van Griekenland, Portugal en Ierland opkocht via de markt.

Question 18

Wat is kwantitatieve versoepeling (QE)?

Answer 18

Het opkopen van financiële activa door de centrale bank met nieuw gecreëerd basisgeld.

Question 19

Wat is de rol van de ECB bij het stabiliseren van de interbancaire markt?

Answer 19

De ECB verstrekt liquiditeit aan banken die elkaar niet meer vertrouwen.

Question 20

Wat gebeurt er bij acute liquiditeitsproblemen?

Answer 20

Extra veilingen kunnen worden gehouden.

Question 21

Wat is het doel van het monetair beleid van de ECB?

Answer 21

Prijsstabiliteit en maximale economische groei.

Question 22

Wat is Gresham’s Law?

Answer 22

Slecht geld verdringt goed geld.

Question 23

Wat was het doel van het SMP in de zomer van 2012?

Answer 23

Om de instorting van de Eurozone te voorkomen door Italië en Spanje te ondersteunen.

SMP staat voor Securities Markets Programme.

Question 24

Wat is Kwantitatieve Versoepeling (QE)?

Answer 24

Het opkopen van financiële activa door de centrale bank met nieuw gecreëerd basisgeld.

QE is een laatste redmiddel bij dreigende deflatie.

Question 25

Wat is de primaire doelstelling van de ECB?

Answer 25

De reële financieringskosten verlagen, de vraag stimuleren en de prijzen stabiliseren.

Question 26

Wanneer begon het aankoopprogramma van activa door de ECB?

Answer 26

22/01/2015.

Question 27

Wat was het maandelijkse aankoopbedrag van de ECB op 10/03/2016?

Answer 27

80 miljard euro per maand.

Question 28

Wat waren de totale aankopen van QE1 en QE2 tot eind 2020?

Answer 28

3380 miljard euro (exclusief QE3 voor corona).

Question 29

Welke gevolgen had het QE-programma voor de nominale rente?

Answer 29

Daling van de nominale rente op de financiële markten.

Question 30

Wat gebeurde er met de inflatieverwachtingen in de eurozone tijdens het QE-programma?

Answer 30

Stabilisatie van de inflatieverwachtingen, zonder deflatie.

Question 31

Wat is PEPP?

Answer 31

Pandemic Emergency Purchase Programme, een uitbreiding van QE voor COVID-19.

Question 32

Wat was het totale aankoopbedrag van PEPP tot midden 2021?

Answer 32

750 miljard euro.

Question 33

Wat was een belangrijke uitbreiding van PEPP in juni 2020?

Answer 33

Verhoging van het bedrag van 750 miljard euro naar 1350 miljard euro.

Question 34

Wat veroorzaakte de oorlog in Oekraïne in februari 2022?

Answer 34

Inflatie en nieuwe economische druk.

Question 35

Waar kan vraaginflatie uit voortkomen?

Answer 35

Wanneer de vraag de productiecapaciteit overtreft.

Question 36

Wat is de Fischer-Vergelijking?

Answer 36

M * V = P * T.

Question 37

Wat houdt de exitstrategie van de ECB in?

Answer 37

Verkopen van aangekochte obligaties en niet hernieuwen van LTRO-leningen.

Question 38

Wat zijn de gevolgen van stijgende kosten zoals lonen of grondstoffenprijzen?

Answer 38

Aanbodinflatie.

Question 39

Wat leidt tot een lagere inflatie tijdens een recessie?

Answer 39

Lagere vraag en werkloosheid die loonstijgingen voorkomt.

Question 40

Wat zijn de invloeden op inflatie na corona?

Answer 40

* Aanbodsproblemen * Oorlog in Oekraïne * Loon-prijs spiraal

Question 41

Wat is een negatieve consequentie van renteverhoging door de ECB?

Answer 41

Verhoogde rente is nadelig voor overheidschulden door de rentesneeuwbal.