Hoofdstuk 3 | Vroege middeleeuwen Flashcards

1
Q

Hoe komt het West-Romeinse rijk ten val?

A

Door volksverhuizingen van de Germanen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat was de eerste stamkoning van de Franken?

A

Koning Clovis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke (sterke) verbinding komt tot stand door Clovis?

A

Een verbinding van het Frankische rijk en het christendom. Door deze verbinding ontstaat er verspreiding van het christendom en komt er gebiedsuitbreiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe lieten we de sterke verbinding tussen het Frankische rijk met het christendom zien?

A

De twee zwaarden leer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke twee rechtsgebieden zijn er in het Frankische rijk?

A

Wereldlijke normen en geestelijke normen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt het rechtsgebied ‘wereldlijke normen’ in, in het Frankische rijk?

A

De koning waakt over deze normen en mag optreden bij schending

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt het rechtsgebied ‘geestelijke normen’ in, in het Frankische rijk?

A

De paus waakt over deze normen en mag optreden bij schending

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wie was de tweede stamkoning van de Franken?

A

Karel de Grote

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurde er toen Karel de Grote stamkoning werd van de Franken?

A

Het christendom werd verder verspreid + gebiedsuitbreiding: Frankisch rijk wordt wereldrijk, hij laat zich tot keizer kronen en er is sprake van re-integratie van gebied en gezag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat was het koningschap in de vroege middeleeuwen en waarom?

A

Personeel, want je was koning van een bepaald volk en niet van een bepaald gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is ‘puur privaat begrip’?

A

Dit betekent dat er geen sterke scheiding tussen de koning als privépersoon en als publiek ambt was

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe was het Frankische rijk georganiseerd?

A

Het was ingedeeld in graafschappen en hertogdommen en er was sprake van een feodaal stelsel (leenstelsel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn ‘graafschappen en hertogdommen’?

A

Kleine bestuurseenheden met aan het hoofd een graaf of hertog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

In welke twee betrekkingen kon je het feodale stelsel onderverdelen?

A
  1. Commendatio (persoonlijke betrekking tussen vazal aan heer: krijgsdienst)
  2. Beneficium (zakelijke betrekking: eigendomsoverdracht van grond aan heer door vazal)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom hadden ongeschreven stamrechten een personele werking?

A

Iedere stam had zijn eigen rechten die slechts werkten voor die stam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is ‘Leges Barbarorrum’?

A

Het schrift waarin de ongeschreven stamrechten werden opgesteld

17
Q

Hoe heette het schrift van de Franken?

A

Lex Salica

18
Q

Welke twee soorten volksvergaderingen had je?

A
  1. Stamvergadering (centraal niveau)
  2. Mallus (regionaal niveau)
19
Q

Wat is de stamvergadering (centraal niveau)?

A

Koning trad op als rechter in oude zin. Het vonnis werd opgesteld door de leden van de stam

20
Q

Wat is de mallus (regionaal niveau)?

A

Graaf trad op als rechter in oude zin. Het vonnis werd opgesteld door inwoners van de graafschap

21
Q

Van welk strafrecht was sprake bij de rechtspraak onder Karel de Grote?

A

Publiek strafrecht

22
Q

Hoe zorgde Karel de Grote voor meer publiek (straf)recht?

A

D.m.v. keizerlijke vorderingen (Capitularia)

23
Q

Noem twee soorten Capitularia

A
  1. Capitularia legibus addenda: personele werking
  2. Capitularia per se scribenda: territoriale werking
24
Q

Door welke (echte) rechtbank wordt de stamvergadering vervangen?

A

Koninklijk Hofgerecht (Paltsrechtbank)

25
Q

Van wat voor soort rechter was er sprake bij de rechtspraak onder Karel de Grote?

A

Rechter in nieuwe zin. De aanklacht en het vonnis zelf werden gedaan door Karel de Grote

26
Q

Wanneer was er sprake van de Dark Ages van de vroege middeleeuwen?

A

Na de dood van Karel de Grote (814)

27
Q

Wat vond er plaats door het Verdrag van Verdun?

A

Desintegratie van gebied en gezag

28
Q

Hoe ontstaat het heerlijk stelsel in de Dark Ages?

A

Er zijn drie koningen die bijna niets doen wat zorgt voor een soevereine opstelling van de graven en hertogen

29
Q

Wat is het heerlijk stelsel in de Dark Ages?

A

Stelsel waarin de schakels van de leenpiramide zich steeds zelfstandiger en soevereiner gaan gedragen doordat de koningen dit niet doen. Landsheerlijkheden zijn de graafschappen en hertogdommen. Heerlijkheden zijn de lagere heren

30
Q

Hoe noemen we de heerlijkheden en de landsheerlijkheden samen in de Dark Ages?

A

Quasi soevereine vorstendommen

31
Q

Op welke vier manieren gaan het recht en de rechtspraak eraan tijdens de Dark Ages?

A
  1. Koninklijke hofgerechten verliezen hun feitelijke rechtsmacht
  2. De Leges Barbarorrum verliest zijn rechtskracht
  3. Herleving van het gewoonterecht als rechtsbron
  4. Sterke herleving van rechtsgescheidenheid per landsheerlijkheid en heerlijkheid