Hoofdstuk 9: Het ademhalingssysteem Flashcards
(41 cards)
Vier processen ademhaling
Ademen (ventilatie)
Externe ademhaling
Interne ademhaling
Cellulaire ademhaling
Ademen (ventilatie)
De beweging van lucht in en uit de longen
Externe ademhaling
De uitwisseling van gassen tussen ingeademde lucht en bloed
Interne ademhaling
De uitwisseling van gassen tussen bloed en weefselvloeistoffen
Cellulaire ademhaling
Proces waarbij zuurstof wordt gebruikt om ATP in cellen te produceren
Produceert CO2 als afvalstof
Bovenste luchtwegen
Neus (inclusief neusholte)
Farynx (slokdarmhoofd)
Neus
Externe neus: kraakbeen en twee nasale botten, verdeeld in twee kamers door nasale septum
Interne neus: bekleed met epitheelweefsel, voorzien van bloedvaten en cilia
Farynx
Keelholte / slokdarmhoofd
Verbindt mond en neusholte met strottenhoofd (larynx)
Buizen Eustachius verbonden met tussenoorholtes en egaliseren luchtdruk tussen middenoor en buitenlucht
Onderste luchtwegen
Larynx (strottenhoofd)
Trachea (luchtpijp)
Bronchiën
Longen
Drie functies larynx
Zorgt voor open luchtweg
Produceert geluid
Leidt voedsel naar juiste kanalen
Twee structuren van de larynx
Epiglottis (strotklepje)
Stembanden
Epiglottis
Flexibele flap kraakbeen bij opening strottenhoofd
‘Schakelmechanisme’ dat ervoor zorgt dat voedsel en dranken naar spijsverteringsstelsel gaan en niet naar luchtpijp
Stembanden
Twee plooien van bindweefsel over luchtwegen
Omringen opening naar luchtwegen (glottis)
Ondersteund door ligamenten en omsloten door kraakbeenstructuur (Adamsappel)
Trachea
Dtrekt zich uit van strottenhoofd naar linker en rechter bronchiën
Bestaat uit reeks C-vormige onvolledige (zodat luchtpijp van diameter kan veranderen bij hoesten of zwaar ademen) kraakbeenringen
Bronchiën
Vertakkingen van luchtpijp
Wanden bevatten vezelig bindweefsel en gladde spieren versterkt met kraakbeen (neemt af naarmate vertakking)
Luchttransport, luchtreiniging, lucht verwarmen tot lichaamstemperatuur
Bronchiolen
Kleinere luchtwegen zonder kraakbeen met dunne laag gladde spier omringd door elastisch bindweefsel
Longen
Organen die bestaan uit ondersteunend weefsel dat de bronchiën, bronchiolen, bloedvaten en gebieden waar gasuitwisseling plaatsvindt omsluit
Linkerlong met twee kwabben en rechterlong met drie kwabben
Pleurale membranen
Twee lagen dunne epitheelmembranen die de long insluiten
Ene vertegenwoordigt het buitenste longoppervlak, andere bekleedt de borstholte
Pleuraholte
Kleine ruimte die de pleurale membranen scheidt
Bevat kleine hoeveelheid waterige vloeistof die wrijving tussen pleurale membranen vermindert
Pleuritis
Ontsteking van pleurale vliezen waardoor afscheiding pleuraal vocht vermindert en de wrijving vergroot
Pijn tijdens ademen (symptoom longontsteking)
Alveoli
Longblaasjes
Cluster op het einde van de bronchiolen
Kleine, met lucht gevulde holtes waar gasuitwisseling plaatsvindt
Scheiden surfactant af, dat de binnenkant van longblaasjes bedekt en oppervlaktespanning vermindert
Longcapillairen
Brengen bloed en lucht in nauw contact
Inspiratie
Trekt lucht in ademhalingssysteem naarmate het longvolume groter wordt
Actief
Expiratie
Duwt lucht naar buiten naarmate het longvolume weer afneemt
Passief