Hoorcollege 1 Flashcards
(6 cards)
Wat is strategie en wat tactiek? wat is het verschil?
Strategie gaat over de lange termijn en waar je naartoe wil. Tactiek gaat over wat je op dit moment in het veld aan het doen bent. Tactiek kan een manier zijn om dichter bij je strategie te komen.
4 rollen van strategie
- Hulpmiddel voor besluitvorming → verbetert kwaliteit van besluitvorming.
- Tool voor (interne) coördinatie → creëert consistentie en eenheid.
- Doelstelling → verhoogt prestaties door opstellen van ambities.
- Animatie en oriëntatie → motiveert en mobiliseert.
4 elementen van een succesvolle strategie
- Eenvoudige, consistente, lange-termijn doelen.
- Goed begrip van de externe omgeving.
- In → interne analyse.
- De implementatie moet effectief zijn.
Welke 2 soorten strategie zijn er?
Organisatiestrategie:
* Identificeert de ‘scope’ van de organisatie.
* Geformuleerd door top management.
* Bijvoorbeeld: diversificatie, verticale interferentie, verdeling van middelen over afdelingen.
Concurrentiestrategie:
* Betreft hoe organisaties concurrentievoordeel behaalt binnen een industrie.
* Geformuleerd door middelmanagement.
* Bijvoorbeeld: concurrentievoordelen door kostenleiderschap of differentiatie.
leg vooropgestelde strategie vs gerealisserde strategie uit
Vooropgesteld → de richting die je als organisatie op wil gaan. Deze kan dan behaald worden of juist niet (intended).
Gerealiseerde strategie → de doelen die je als organisatie ook daadwerkelijk behaald hebt (realized).
Opkomende strategie → kansen pakken die je van tevoren niet had zien aankomen (emergent).
Wat zijn stakeholders en in welke 4 categorieën kan je ze plaatsen?
Stakeholders zijn belanghebbende. Het zijn alle personen of groepen die het bereiken van organisatiedoelen kan beïnvloeden of daardoor worden beïnvloed.
De stakeholders zijn in te delen in twee groepen = (1) het niveau van interesse en (2) het niveau van macht. Op basis daarvan kan je ze plaatsen in een
framework:
- Toeschouwer → weinig interesse en weinig macht. Je moet ze wel in de gaten houden maar hoeft er niet veel moeite in te steken.
- Beïnvloeder → weinig interesse en veel macht. Het is belangrijk om deze groep tevreden te houden.
- Geïnteresseerde → veel interesse en weinig macht. Deze groep moet je geïnformeerd houden.
- Sleutelfiguur → veel interesse en veel macht. Je moet deze groep van heel dichtbij managen.