Hoorcollege 6 Flashcards
De veranderende omgeving: industrie- evolutie en internationalisatie (10 cards)
4 fases lecvenscyclus product
- Introductie → lage marktpenetratie. Hoge kosten; lage kwaliteit. Risicotolerante afnemers. Er is dus een lage vraag. Vaak zijn de producten prototypen.
- Growth → steeds snellere marktpenetratie. Technische innovaties en verhoogde efficiëntie.
- Maturity → Massamarkt; markt voor vervangproducten. Geïnformeerde en prijsbewuste afnemers.
- Decline → snelle daling; opkomst nieuwe industrieën met substituten.
3 fases levenscyclus innovatie
- Product innovatie → hoge product innovatie in beginfase; technologie voor productontwikkeling boekt snelle vooruitgang.
- Dominant design → ontstaan van dominant design en technische standaarden
- Proces innovatie → na het ontstaan van een dominant design verschuift de focus naar incrementele productinnovatie en procesinnovatie (voor meer efficiëntie).
Hoe ziet de introductiefase eruit?
- Vraag => early adopters, risicotolerante afnemers, hoge inkomsten.
- Technologie/innovatie => concurrerende technologieën, snelle productinnovatie.
- Producten => slechte kwaliteit, brede variëteit aan functies en technologieën, frequente veranderingen in design.
- Fabricage en distributie => korte productiecycli, hooggeschoolde werknemers, gespecialiseerde distributiekanalen.
- Internationalisatie => producenten en afnemers eerder in ontwikkelde landen.
- Concurrenten => weinig concurrenten.
- Kritische succesfactoren => productinnovatie, het vestigen van een betrouwbaar imago voor de organisatie en het product.
Hoe ziet de maturatiefase eruit?
- Vraag => vervanging, geïnformeerde en prijsbewuste afnemers.
- Technologie/innovatie => wijdverspreide knowhow, incrementele innovaties.
- Producten => ‘commoditization’, differentiatie door merkbekendheid, kwaliteit, bundelen met andere producten.
- Fabricage en distributie => ontstaan van overcapaciteit, laaggeschoolde arbeid neemt productie over (‘de-skilling’).
- Internationalisatie => productie verplaatst naar ontwikkelingslanden.
*
Concurrentie => ‘shakeout’, prijsconcurrentie, consolidatie.
*
Kritische succesfactoren => kostenefficiëntie door schaalvoordelen, leereffecten en lage kosten voor inputs.
Hoe ziet de groeifase eruit?
Groeifase (growth)
* Vraag => snel stijgende marktpenetratie.
* Technologie/innovatie => ontstaan industriestandaard, snelle procesinnovatie.
* Producten => verbetering in design en kwaliteit, ontstaan van een dominant design en technische standaarden.
* Fabricage en distributie => capaciteitstekorten, massaproductie, concurrentie voor distributiekanalen.
* Internationalisatie => export van ontwikkelde landen naar rest van de wereld.
* Concurrentie => nieuwe toetreders, fusies en exits.
* Kritische succesfactoren => design voor grootschaligere productie, toegang tot distributiekanalen, ontwikkeling van merkbekendheid, snelle productontwikkeling, procesinnovatie.
Hoe ziet de vervalfase eruit?
- Vraag => snelle daling in vraag, ‘obsolescence’.
- Technologie/innovatie => weinig product- en procesinnovatie.
- Producten => ‘commodities’ zijn de norm, differentiatie is moeilijk en meestal niet winstgevend.
- Fabricage en distributie => chronische overcapaciteit, (her)ontstaan van gespecialiseerde kanalen.
- Internationalisatie => export vanuit lageloonlanden.
- Concurrentie => prijzenoorlogen, exits.
- Kritische succesfactoren => kostenreductie, rationalisering, specialisatie naar specifieke niches.
3 patronen van internationalisatie
- Internationalisatie door handel (international trade)
Verkoop en verzending van goederen en diensten van één land aan/naar een ander (bijvoorbeeld: goederen exporteren).
- Internationalisatie door directe investeringen (foreign direct investment)
Productiemiddelen bouwen of aankopen in een ander land (bv. fabriek in het buitenland bouwen)
- Productie- vs. dienstenorganisaties.
Vaak zie je dat organisaties binnen een industrie dezelfde vorm van industrialisatie kiezen. Je krijgt dan vier type. Die zijn te zien in de afbeelding.
3 gevolgen voor de industriestructuur en concurrentie door internationalisatie
- Potentiële intredes → internationalisatie is een oorzaak en gevolg van het wegvallen van toetredingsbarrières.
- Concurrentie → internationalisatie verhoogt het aantal concurrenten binnen de binnenlandse markt, en verlaagt zo de concentratie in de markt.
- Afnemers → internationalisatie verhoogt de onderhandelingsmacht van afnemers door inkoop uit het buitenland.
Wat zijn comperatieve voordelen?
Een land heeft een comparatief voordeel in de producten die intensief gebruik maken van middelen die in overvloed aanwezig zijn in dat land.
- Bijvoorbeeld: in Zweden heb je veel hout. Zij behalen hun comparatief voordeel dus uit onder andere meubels (denk aan Ikea).
- Bijvoorbeeld: in Bangladesh zijn veel mensen ongeschoold. Zij behalen hun comparatief voordeel dus uit producten die intensief gebruik maken van ongeschoolde arbeid, zoals onder andere kleding.
- Bijvoorbeeld: in de VS heb je veel technologie. Zij behalen hun comparatief voordeel dus uit technologie-intensieve producten, zoals onder andere microprocessors of farmaceutica.
In normale omstandigheden zorgt een comparatief voordeel voor een concurrentievoordeel voor producenten in dat land.
Wat is Porter’s national diamond?
- Aanwezigheid van factor condities (middelen en competenties).
- Aanwezigheid van gerelateerde en ondersteunende industrieën.
- Kenmerken en condities van de vraag.
- Intensiteit van de concurrentie in de industrie in de thuismarkt (strategie, structuur, en concurrentie).