Hoorcollege 2: ontwikkelingspychopathologie Flashcards

1
Q

Sinds wanneer is er aandacht voor de prevalentie van depressie bij kinderen

Aandacht voor kinderen/adolescenten

A

Vanaf de DSM-III-R

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Na hoelang mag een depressie bij kinderen gediagnosticeerd worden en op welke extra symptomen let je dan?

Aandacht voor kinderen/adolescenten

A

Vanaf DSM-III-R mag vanaf 1 jaar na symptomen PDD (persisterende depressieve stoornis) gediagnosticeerd worden, en naast de klassieke symptomen van depressie zijn ook symptomen zoals prikkelbaarheid deel van de DSM voor kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Combinatie van depressie met gedragsproblemen

Aandacht voor kinderen/adolescenten

A

Vanaf DSM-5 is dit een nieuwe stoornis (<18jr): genaamd disruptieve stemmings-disregulatiestoornis (DMDD) en comorbiditeit met andere stoornissen is hoger bij k/a

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn leeftijdsspecifieke signalen van baby’s

A

Apathie, groeiachterstand, ontroostbaar huilen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn leeftijdsspecifieke signalen van peuters/kleuters

A

Niet spelen, niet fantaseren, zeurderig, groeiachterstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn leeftijdsspecifieke signalen van kinderen met depressie tussen 7-12 jaar

A

Gevoel van een slecht mens zijn, negatieve gedachten over toekomst, denken aan de dood en zelfdoding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn leeftijdsspecifieke signalen van kinderen tussen 12-18 jaar

A

Gevoel slecht mens te zijn, onvrede over uiterlijk, seksualiteit of relaties, plannen voor zelfdoding of daden, schoolweigeren, verminderde prestatiemotivatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn cognitieve kenmerken van depressie

A

Alles of niet denken, catastrofale gedachten, geheugen en concentratieproblemen, aandachtsproblemen, negatief beeld vanz ichzelf, de wereld en toekomst, automatisch denken, negatieve attributiestijl, gevoelens van hulpeloosheid, hopeloosheid, lage zelfwaardering, moeite om beslissingen te nemen, gevoel controle verliezen en suicidale gedachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

stoornissen kindertijd: ODD

voorbeeldcasus: behoeften van Tyler

A

behoefte om zichzelf duidelijk neer te zetten, problemen bij confrontaties met ouders bij strakke regels, patronen van negatief, opstandig, ongehoorzaam en vijandig gedrag tegen autoriteitsfiguren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

disruptieve stemmingsstoornis (DMDD)

A

ernstige recidiverende driftbuien die disproportioneel zijn, gebeurd >3 keer per week, tijdens de uitbarsting is de stemming persisterend prikkelbaar of boos, het duurt >12 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

DC:0-3R

A

Aanvullend classificatiesysteem op DSM
Gebruikt 2 dimensies: internaliserend /externaliserend met LAAG/HOOG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de subcategorien van de DC:0-3R

A

terugtrekking, somatische klachten, sociale problemen, denkproblemen, agressief gedrag. crimineel gedrag, aandachtsproblemen, angst/depressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Infant mental health IMH

A

Samenwerking tussen meerdere disciplines, waaronder verpleegkunde en sociaal werk
DC: 0-3R/ DC: 0-5R zijn aanvullende op de DSM-5: omdat nauwe band tussen somatische en psychologische gezondheid en wisselwerking tussen gedrag van opvoeder en baby (deze elementen missen in de DSM)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

DC: 0-3R classificaties

A
  1. klinische stoornissen
  2. relatieclassificaties
  3. medische aandoeningen
  4. psychosociale stressoren
  5. emotioneel en sociaal functioneren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de prevalentie van problemen op jonge leeftijd

A

9-14% in de algemene bevolking, 24% in lage SES. Vaak word het niet opgemerkt en behandeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

PIR-GAS (parent infant relationship)

A

een schaal op de tweede as van DC:0-3R om de kwaliteit tussen ouder en jonge kinderen te coderen.
- aangepaste relatie
- verstoorde relatie
- gestoorde relatie

17
Q

Interventies bij regulatieproblemen: wat is er aan de hand

A

Intakegesprek met ouders en kind, meetinstrumenten, bespreking met collega’s, ouders als co-therapeut

18
Q

Wat kunnen we doen aan stoornissen bij kinderen?

A

Algemeen: infant parent psychotherapy (IPP/CPP)
Doel: gezonde ontwikkeling bevorderen door dyadisch spel, reflectieve ondersteuning en koppelen van ervaringen van eigen opvoedgeschiedenis aan de interacties met het kind
Uitkomst: positieve veranderingen in perceptie van ouders over behoeften van het kind, zelf-perceptie en toegenomen sensitiviteit